ECLI:NL:RBDHA:2024:206
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser is opgelegd op 10 november 2023. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 4 januari 2024 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting behandeld zou worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen gronden heeft ingediend tegen het voortduren van de maatregel van bewaring. Tevens heeft de rechtbank eerder, op 23 november 2023, de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 16 november 2023 rechtmatig was. De huidige beoordeling richt zich op de periode na deze datum. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet langer rechtmatig is, bij afweging van alle betrokken belangen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. H.G. Vruwink-Eertink, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, conform de relevante wetgeving.