Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, vertegenwoordigd door mr. J. Eliya, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Minister van Asiel en Migratie op hun aanvraag van 20 december 2023 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 90 dagen heeft beslist en dat eisers de minister rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, wat betekent dat de minister verplicht is om vóór 30 augustus 2025 een beslissing te nemen op de aanvraag van eisers. Tevens is de minister een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de ingebrekestelling. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.