ECLI:NL:RBDHA:2024:20452
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking beroep wegens niet tijdig beslissen door bestuursorgaan
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2024, in de zaak SGR 24/7740, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Verzoeker had op 22 april 2024 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder van 11 april 2024, waarin zijn uitkering op grond van de Ziektewet was beëindigd. Na het indienen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, trok verzoeker zijn beroep in op 18 november 2024, nadat verweerder op 14 november 2024 alsnog een beslissing had genomen. Verzoeker verzocht om een proceskostenveroordeling, waarop verweerder zich niet verzette maar een wegingsfactor van 0,25 voorstelde. De rechtbank oordeelt dat de zaak van eenvoudige aard is en past een wegingsfactor van 0,5 toe, wat resulteert in een vergoeding van € 437,50 voor de proceskosten. Daarnaast wordt verweerder verplicht het griffierecht van € 51,- te vergoeden aan verzoeker. De uitspraak is gedaan door rechter D.R. van der Meer, in aanwezigheid van griffier M. Klaus, en is openbaar uitgesproken op 6 december 2024.