In deze zaak heeft eiseres, die een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) heeft aangevraagd, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar. De aanvraag van eiseres werd door verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, afgewezen op 21 september 2023. Eiseres heeft vervolgens bezwaar gemaakt, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft op 5 december 2024 uitspraak gedaan en geoordeeld dat het beroep gegrond is. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder in deze zaak binnen zes weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van €100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van €15.000,-. Eiseres heeft verzocht om een proceskostenvergoeding, waarbij de rechtbank oordeelt dat de werkzaamheden van de gemachtigde niet beperkt zijn en een wegingsfactor van 0,5 toekent. De proceskosten worden vastgesteld op €875,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.