8.1.De rechtbank volgt eiser ook niet in zijn standpunt dat hier sprake is van bewijsnood. De verklaringen van referente tijdens de hoorzitting en de stellingen in beroep dat dit de enige verkrijgbare documenten zijn, zijn in samenhang bekeken onvoldoende voor de conclusie dat sprake is van bewijsnood. Hoewel bekend is dat het moeilijk kan zijn voor Eritreeërs om documenten te verkrijgen, heeft eiser sinds de aanvraag van 14 december 2022 meermaals de mogelijkheid gehad om stukken te overleggen of om de onmogelijkheid van het verkrijgen van die stukken te onderbouwen. Zoals ook overwogen door de minister, heeft eiser desalniettemin niet onderbouwd dat het voor hem onmogelijk is om aan enig ander document te komen. De tijdens de zitting gegeven verklaring over het nu wel voorhanden zijn van de (kopie)doopakte ondersteunt de stelling over bewijsnood niet.
Had de minister DNA-onderzoek moeten aanbieden?
9. Eiser voert aan dat referente altijd heeft aangegeven een DNA-test te willen doen, om daarmee aan te tonen dat hij haar biologische kind is. Nu de minister dat niet heeft aangeboden, is het besluit niet deugdelijk gemotiveerd en onzorgvuldig voorbereid. In de aanvullende gronden stelt eiser dat getracht wordt zo spoedig mogelijk een DNA-onderzoek in gang te zetten.
10. De rechtbank is van oordeel dat de minister in overeenstemming met de Werkinstructie 2020/16 geen DNA-onderzoek heeft aangeboden. Het ligt op de weg van eiser om zijn aanvraag te onderbouwen. Dit heeft hij onvoldoende gedaan. Eiser heeft immers te weinig (indicatieve) documenten overgelegd om over te gaan tot DNA-onderzoek en hij heeft ook geen verklaring gegeven voor het ontbreken van andere documenten, zoals ook overwogen door de minister. Eiser heeft dus niet kunnen verklaren waarom niet van hem verwacht kan worden dat hij zijn aanvraag met nadere stukken onderbouwt. Bovendien kan de minister gevolgd worden in de motivering dat een eventueel positief resultaat van een DNA-onderzoek niet zonder meer zal leiden tot een andere conclusie in het bestreden besluit, omdat referente ook niet voldoet aan het middelenvereiste. De rechtbank komt hieronder tot het oordeel dat de minister het middelenvereiste mocht tegenwerpen. Een DNA-onderzoek ligt ook om die reden niet voor de hand. De mededeling dat eiser zo snel mogelijk een DNA-onderzoek zal starten is overigens onvoldoende om anders te oordelen. Op de zitting is gebleken dat dat onderzoek nog niet is gestart en bovendien staat het eiser vrij om na een positief resultaat een nieuwe aanvraag in te dienen.
Heeft de minister terecht geconcludeerd dat niet is voldaan aan het middelenvereiste?
11. In de aanvullende gronden stelt eiser dat referente ontheven is van de plicht tot arbeidsinschakeling. Dat blijkt uit de brief van de gemeente. Ze werkt hard om haar positie te verbeteren. Het is volgens eiser onredelijk om deze positieve houding aan referente tegen te werpen.
12. De beroepsgrond van eiser slaagt niet. Met de brief van de gemeente heeft eiser niet aangetoond dat referente volledig arbeidsongeschikt is of dat zij blijvend niet in staat is om aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen. Volgens het beleid van de minister wordt aangenomen dat referente niet in staat is om aan de verplichting tot arbeidsinschakeling te voldoen, als referente vijf jaar door het college van burgemeester en wethouders volledig is ontheven van die verplichting en gedeeltelijke of volledige arbeidsinschakeling niet binnen één jaar te voorzien is.Uit de brief van de gemeente van 23 oktober 2023 blijkt dat referente van 1 september 2022 tot en met 30 september 2023 is ontheven van de plicht tot arbeidsinschakeling, met een verlenging tot 31 oktober 2024. De minister heeft terecht overwogen dat dit ruim minder is dan vijf jaar. Daarnaast heeft de minister van belang mogen achten dat uit de brief blijkt dat referente eraan werkt om de situatie te verbeteren, waardoor niet kan worden aangenomen dat zij blijvend niet aan de plicht tot arbeidsinschakeling kan voldoen. De enkele stelling in beroep dat de positieve houding van referente niet aan haar mag worden tegengeworpen, volgt de rechtbank niet. Dit gegeven is immers relevant voor de beoordeling of zij blijvend niet aan haar plicht tot arbeidsinschakeling kan voldoen. Eiser heeft niet toegelicht waarom dit onredelijk zou zijn. De minister is daarom terecht tot de conclusie gekomen dat de brief van de gemeente niet leidt tot vrijstelling van het middelenvereiste.
13. Omdat de gezinsband tussen eiser en referent niet is aangetoond, behoeft de beroepsgrond over de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM geen bespreking.