Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster,
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 28 november 2024, hebben verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen van 9 mei 2023. De verzoekers hebben op 7 oktober 2024 hun beroepen ingediend, maar op 18 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie, verweerder in deze zaak, de asielaanvragen ingewilligd. Hierop hebben de verzoekers hun beroepen ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de verzoeken om proceskostenvergoeding toegewezen op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat er samenhang is tussen de zaken van de verzoekers, aangezien zij gezinsleden zijn en gelijktijdig beroep hebben ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn op de aanvragen heeft beslist en dat de verzoekers geheel zijn tegemoetgekomen in hun beroepen.
De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De wegingsfactor is vastgesteld op 'licht', omdat het beroep enkel betrekking had op het niet-tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoekers zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.