ECLI:NL:RBDHA:2024:20341
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen sluiting van woning na explosie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die haar woning gesloten zag na een explosie in de nacht van 15 op 16 oktober 2024. De burgemeester van Den Haag had verzoekster mondeling medegedeeld dat haar woning voor twee weken gesloten zou worden, en dit besluit werd later met twee weken verlengd. Verweerder baseerde de sluiting op artikel 174a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, omdat de openbare orde en veiligheid ernstig verstoord waren door de explosie, die vermoedelijk verband hield met een drugsconflict. Verzoekster betwistte de sluiting en stelde dat de burgemeester onvoldoende had onderbouwd dat er een ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde bestond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, oordelend dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk en evenwichtig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning in het belang van de openbare orde en veiligheid was, en dat de gevolgen voor verzoekster en haar gezin niet onevenwichtig waren, aangezien zij tijdelijk onderdak hadden gevonden op een vakantiepark.