ECLI:NL:RBDHA:2024:20158
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, en de minister van Asiel en Migratie als verweerder. De zaak betreft een voortduren van de maatregel van bewaring die op 29 oktober 2024 aan de eiser is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 2 december 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het eerdere onderzoek rechtmatig was. De toetsing van de rechtbank is beperkt tot de periode na het sluiten van dat onderzoek. Aangezien eiser geen beroepsgronden heeft aangevoerd tegen het voortduren van de maatregel, heeft de rechtbank ambtshalve de rechtmatigheid van de maatregel getoetst. De rechtbank concludeert dat er geen gronden zijn voor het oordeel dat de voortduring van de maatregel sinds 11 november 2024 onrechtmatig was.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.