Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 16 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 20 september 2022. De rechtbank heeft eerder, op 24 juli 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen. Op 26 augustus 2024 heeft verzoeker opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. Verweerder heeft op 21 oktober 2024 de asielaanvraag ingewilligd, waarna verzoeker het beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. In dit geval is het beroep te vroeg ingediend, omdat de dwangsom nog niet was volgelopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder tot en met 8 augustus 2024 de tijd had om een besluit te nemen en dat er geen besluit is genomen. Hierdoor is het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen als kennelijk ongegrond.
De uitspraak is gedaan op 28 november 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt. Verzoekers die het niet eens zijn met deze uitspraak kunnen binnen 6 weken een verzetschrift indienen bij de rechtbank.