ECLI:NL:RBDHA:2024:20134

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
NL24.42602
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Litouwen

Op 2 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.42602. De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoeker, die in beroep was gegaan tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen omdat Litouwen verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.

De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In een eerdere uitspraak, zaaknummer NL24.42601, had de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.42602

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 31 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op grond dat Litouwen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.42601, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 2 december 2024 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.