ECLI:NL:RBDHA:2024:2004
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overlijden eiser zonder opvolgende erfgenamen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de definitieve jaarafrekening over zorgjaar 2017 behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) betreffende de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). Echter, tijdens de procedure is gebleken dat eiser op [datum 1] 2023 is overleden. De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen erfgenamen zijn die het beroep willen voortzetten. Ondanks de aankondiging in de Staatscourant en de uitnodiging voor de zitting, heeft niemand van de erfgenamen zich gemeld om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het processuele belang van het beroep komen te vervallen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Eiser krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en er is geen recht op vergoeding van proceskosten. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De uitspraak biedt ook informatie over de mogelijkheid van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, waarbij een termijn van zes weken geldt voor indiening van het hogerberoepschrift.