ECLI:NL:RBDHA:2024:20028

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
C/09/675935 / FA RK 24-8307
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 Wvggz

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie op 19 november 2024. Het verzoek was gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, geboren in 1990 in Roemenië en thans verblijvend in een zorginstelling, had eerder een crisismaatregel opgelegd gekregen op 18 november 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2024 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder betrokkene, haar advocaat mr. N.J. Batelaan, de psychiater C. van Duijnhoven, en de partner van betrokkene.

De psychiater verklaarde dat betrokkene tijdens de opname tot rust was gekomen en hersteld was, en dat er geen sprake meer was van een crisis. Betrokkene zelf gaf aan dat ze terug naar huis wilde en dat ze trouw was in het innemen van haar medicatie. De rechtbank concludeerde dat het toestandsbeeld van betrokkene zodanig was opgeknapt dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer was, en dat betrokkene zich niet verzette tegen de zorg. Hierdoor werd niet voldaan aan de criteria voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.

De rechtbank heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter mr. E.D.A. Geleijns, bijgestaan door griffier mr. V.A.H. Schoorl, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/675935 / FA RK 24-8307
Datum beschikking: 22 november 2024

Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 19 november 2024 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , Roemenië,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie van [instelling] , [adres] te [plaatsnaam] ,
advocaat: mr. N.J. Batelaan te Den Haag.

Procesverloop

Bij verzoekschrift heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op
18 november 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Delft tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 18 november 2024 ondertekende medische verklaring van M.N. Lekkerkerker, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een afschrift van de politiemutaties;
- een brief van de officier van justitie van 18 november 2024, waaruit blijkt dat betrokkene geen justitiële documentatie heeft.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 november 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de psychiater, C. van Duijnhoven;
- de partner van betrokkene.
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat het beter gaat met betrokkene en ze terug naar huis wil. Betrokkene is tijdens de opname tot rust gekomen en hersteld en er is geen sprake meer van een crisis, waardoor verdere opname geen meerwaarde meer heeft. Betrokkene heeft depotmedicatie gekregen en is verder trouw in haar medicatie en begrijpt ook dat dit nodig is. Er is geen sprake meer van dreigend ernstig nadeel en de advocaat verzoekt daarom om het verzoek af te wijzen.
De psychiater heeft ter zitting onder meer meegedeeld dat betrokkene voorafgaand aan de opname erg in paniek was en daardoor overmatig de hulpdiensten belde. Bij betrokkene kan de spanning opeens snel oplopen zonder duidelijke aanloop. Tijdens de opname is betrokkene snel hersteld en de psychiater ziet geen bezwaren om betrokkene weer terug naar huis te laten gaan.

Beoordeling

Uit het behandelde ter zitting is gebleken dat het toestandsbeeld van betrokkene inmiddels zodanig is opgeknapt dat er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat betrokkene zich niet verzet tegen de zorg. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A Geleijns, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!