ECLI:NL:RBDHA:2024:2002
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overlijden eiser zonder opvolgende erfgenamen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2024, met zaaknummer SGR 22/2411, wordt het beroep van eiser tegen de voorlopige jaarafrekening over zorgjaar 2020 beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van verweerder, het Centraal Administratie Kantoor (CAK), dat op 24 september 2021 was genomen. Het bestreden besluit van 4 maart 2022 bevestigde de eerdere beslissing van verweerder.
Echter, tijdens de procedure is gebleken dat eiser op [datum 1] 2022 is overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen zijn die het beroep willen voortzetten. De uitnodiging voor de zitting op 14 februari 2024 is naar het laatst bekende adres van eiser gestuurd, maar er heeft zich niemand van de zijde van de erfgenamen gemeld.
De rechtbank concludeert dat het processuele belang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.