ECLI:NL:RBDHA:2024:20005

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
NL23.30864
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitzetting

Op 2 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, geboren in Trinidad en Tobago, had bezwaar aangetekend tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 27 september 2023 was genomen. Dit bezwaar werd door de minister op 23 april 2024 kennelijk ongegrond verklaard. De verzoeker had verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op zijn beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed vereist is. Echter, aangezien het beroep van de verzoeker met zaaknummer NL24.17865 op dezelfde dag ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30864

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
gesteld burger van Trinidad en Tobago,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.C. Gelok)
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. G.J. Westendorp).

Procesverloop

Bij bezwaarschrift van 27 september 2023 heeft verzoeker bezwaar ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van de minister van diezelfde datum.
Bij verzoekschrift van 27 september 2023 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het bezwaar is beslist.
Bij besluit van 23 april 2024 heeft de minister het bezwaar van verzoeker kennelijk ongegrond verklaard. Verzoeker is meegedeeld dat hij de behandeling van het beroep niet in Nederland mag afwachten.
Bij beroepschrift van 23 april 2024 heeft verzoeker tegen dat besluit beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.17865.
De voorzieningenrechter verstaat het bij verzoekschrift van 27 september 2023 gedane verzoek aldus dat thans wordt verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
Bij uitspraak van heden is het connexe beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Aangezien het beroep met zaaknummer NL24.17865 bij uitspraak van heden ongegrond is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.