Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2024 in de zaak tussen
[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
bijkomende elementen van afhankelijkheid’.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 1 juni 2023 afgewezen, en het bezwaar daartegen werd op 26 april 2024 eveneens afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 16 oktober 2024, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de minister aanwezig zijn.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid tussen eiseres en haar referent zijn. Eiseres had verzocht om verblijf als gezinslid op basis van artikel 8 van het EVRM, maar de minister stelde dat eiseres niet in aanmerking kwam voor een mvv en dat er geen bewijs was van afhankelijkheid van haar kinderen in Nederland. Eiseres betoogt dat de minister ten onrechte heeft gesteld dat zij niet ten laste komt van haar kinderen en verwijst naar een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) dat de beoordeling van afhankelijkheid benadrukt.
De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende heeft onderbouwd waarom de steun die eiseres van haar kinderen ontvangt niet van invloed is op hun afhankelijkheid. De rechtbank wijst erop dat de aardbeving in Turkije en Syrië de situatie van eiseres heeft verergerd en dat dit niet voldoende is meegenomen in de besluitvorming. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van eiseres worden vergoed.