In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 31 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de voorlopige jaarafrekening over zorgjaar 2020 beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) en was in beroep gegaan tegen de voorlopige jaarafrekening. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 11 oktober 2022 een definitieve jaarafrekening is vastgesteld, waartegen eiser geen beroep heeft ingesteld. Dit betekent dat de voorlopige jaarafrekening niet meer relevant is, omdat de definitieve jaarafrekening in rechte vaststaat. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van de voorlopige jaarafrekening, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.