Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: R. Hopman).
Procesverloop
Overwegingen
Bewaringsgronden
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een vreemdeling van Estische nationaliteit, was opgelegd door de Minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 14 november 2024, waarin de minister de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000 oplegde. Eiser stelde dat er een gebrek was in het voortraject, omdat het document M122 ontbrak in zijn dossier. De rechtbank oordeelde echter dat de uitreiking van dit document niet vereist was en dat er geen sprake was van een gebrek. Eiser was op 14 november 2024 om 8.21 uur strafrechtelijk aangehouden en werd om 9.48 uur overgedragen aan de vreemdelingenpolitie. De rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend handelde aan de uitzetting van eiser, die op 27 november 2024 naar Estland zou vliegen. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet door eiser waren betwist en dat deze gronden feitelijk juist en voldoende gemotiveerd waren. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.