ECLI:NL:RBDHA:2024:19902
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen handhavingsbesluit inzake het houden van paarden op een perceel
Op 2 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, eigenaren van een perceel, een voorlopige voorziening hebben gevraagd tegen een handhavingsbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Teylingen. Dit besluit verplichtte hen om het houden van paarden op hun perceel te beëindigen en alle voorzieningen ten behoeve van het houden van paarden te verwijderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de door verzoekers overgelegde verklaringen aanleiding gaven om te twijfelen aan het standpunt van het college dat het gebruik van het perceel voor het houden van paarden niet onder het overgangsrecht viel. De voorzieningenrechter schorste daarom de last om het houden van paarden te beëindigen en matigde de opgelegde dwangsom. De voorzieningenrechter benadrukte dat het verzoek om voorlopige voorziening spoedeisend was, gezien de dreigende dwangsom van € 5.000,- per overtreding. De uitspraak heeft gevolgen voor de handhaving van het bestemmingsplan en de toepassing van het overgangsrecht in deze specifieke situatie.