In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 november 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De ouders, de vader en de moeder, hanteren verschillende opvoedstijlen, wat leidt tot onduidelijkheid en spanningen voor de kinderen. De moeder heeft een rigide opvoedstijl, terwijl de vader meer vrijheden biedt. Dit heeft geleid tot een loyaliteitsconflict tussen de kinderen en hun ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is dat de moeder zich niet meer bemoeit met de opvoedsituatie van de vader en dat de kinderen niet onnodig belast worden met de verwachtingen van de ouders. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van beide kinderen verlengd tot 18 december 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] in een gezinsgerichte voorziening eveneens verlengd tot 18 december 2025.
Daarnaast is er een verzoek gedaan tot wijziging van de zorgregeling voor [de minderjarige 2]. De huidige zorgregeling, die niet in overleg met de gecertificeerde instelling tot stand is gekomen, is niet in het belang van de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat [de minderjarige 2] vanaf 1 december 2024 in een evenredige verdeling van zorg en opvoeding bij beide ouders moet verblijven. De kinderrechter heeft de zorgregeling gewijzigd, zodat [de minderjarige 2] in de even weken bij de moeder en in de oneven weken bij de vader verblijft. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.