ECLI:NL:RBDHA:2024:19759

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
10969538 \ CV EXPL 24-863
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.M.A. Zaltbommel-Uittenbogaard
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur van telefoontoestel en de toetsing van informatieplichten in consumentenovereenkomsten

In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter in de Rechtbank Den Haag, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschap Swapphone Europe B.V. en een gedaagde partij over de huur van een telefoontoestel, specifiek een iPhone 11 Pro. De eisende partij, vertegenwoordigd door LegalSteps B.V., had een vordering ingesteld na een tussenvonnis van 20 maart 2024, waarin zij aanhield bij haar verzoek om schadevergoeding wegens het niet tijdig inleveren van het toestel. De kantonrechter oordeelde dat de bedingen in de algemene voorwaarden van de eisende partij, die een boete van € 1.060,00 voor het gehuurde toestel vaststelden, oneerlijk waren en het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen verstoorden. Dit oordeel was gebaseerd op de Europese richtlijnen ter bescherming van consumenten. De kantonrechter wees de subsidiaire vorderingen van de eisende partij af, omdat deze in strijd waren met de bescherming die de Richtlijn biedt. De kantonrechter oordeelde echter dat de eisende partij recht had op de terugvordering van het toestel en bepaalde dat de gedaagde partij het toestel binnen vijf dagen na betekening van het vonnis moest inleveren, met een dwangsom voor het geval dit niet zou gebeuren. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 853,39, vermeerderd met wettelijke rente, en € 128,01 aan buitengerechtelijke incassokosten. De overige vorderingen werden toegewezen, met inachtneming van de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 17 juli 2024.

Uitspraak

Rechtbank den haag
Zittingsplaats Leiden
MvD
Rolnr.: 10969538 \ CV EXPL 24-863
Datum: 17 juli 2024

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Swapphone Europe B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Breda, gemeente Breda,
eisende partij,
gemachtigde: LegalSteps B.V.,
tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij.
1. Verdere procedure en beoordeling
1.1.
Na het tussenvonnis van 20 maart 2024, heeft eisende partij een akte ingediend waarin zij persisteert bij haar vordering.
1.2.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat door de bedingen in de algemene voorwaarden ten aanzien van de schadevergoeding het evenwicht tussen de uit de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen aanzienlijk ten nadele van de consument wordt verstoord. Volgens Tabel 1 waarnaar de artikelen verwijzen bedraagt de boete bij het gehuurde toestel in dit geval een bedrag van € 1.060,00 voor een iPhone 11 Pro. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de leeftijd van het toestel en/of de periode dat het toestel is verhuurd. Dat eisende partij in deze procedure een lager bedrag aan schadevergoeding vordert, is voor de beoordeling van de (on)eerlijkheid van de bedingen niet van belang. Ook het feit dat gedaagde thans, na inwisseling, de iPhone 13 in bezit heeft, doet hier niet aan af. Daarnaast kan op grond van artikel 7 lid 15 van de algemene voorwaarden een boete van € 5,00 per dag gedurende maximaal 22 dagen, oftewel in totaal € 110,00 in rekening worden gebracht wegens het niet tijdig inleveren van het toestel. Dat betekent dat in totaal € 1.170,00 voor het toestel iPhone 11 Pro in rekening kan worden gebracht, terwijl de eisende partij het toestel tevens op afstand kan blokkeren. Gelet hierop dient het beding als oneerlijk te worden aangemerkt en daarom te worden vernietigd voor zover het ziet op de gevorderde schadevergoeding wegens niet inleveren.
1.3.
In geval van een oneerlijk beding geldt dat uit het arrest van het HvJ EU van 27 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:68) volgt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op in een bepaling van aanvullend nationaal recht vastgestelde wettelijke vergoeding die zonder het beding van toepassing zou zijn geweest. De subsidiaire vorderingen van eisende partij ten aanzien van betaling van een schadevergoeding wegens het niet inleveren van het toestel worden derhalve afgewezen, omdat toewijzing van de vordering op die gronden in strijd komt met de effectieve bescherming van de consument die door de Richtlijn wordt geboden. De meest subsidiair gevorderde veroordeling tot afgifte van het toestel wordt toegewezen, aangezien gedaagde partij bij het eindigen van de huurovereenkomst is gehouden het gehuurde aan eisende partij te retourneren.
1.4.
Eisende partij maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief dat hoort bij de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. De kantonrechter zal de vergoeding niet afwijzen, maar de vergoeding toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij (de omvang van) de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom.
1.5.
De overige vorderingen komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek worden toegewezen, met inachtneming van het volgende. Nu slechts een deel van de vordering wordt toegewezen dient een deel van het griffierecht als nodeloos veroorzaakt voor rekening van eisende partij te blijven.

Beslissing

De kantonrechter:
1. veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen € 853,39, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum tot aan de dag der algehele voldoening;
2 veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen € 128,01, ter zake buitengerechtelijke incassokosten;
3 bepaalt dat gedaagde partij het toestel iPhone 13 binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis dient in te leveren bij eisende partij, op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag of gedeelte van de dag tot een totaal van € 300,00;
4 veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van eisende partij begroot op € 711,54, waaronder begrepen € 270,00 (2 maal het toepasselijke tarief van € 135,00) voor gemachtigdensalaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde btw;
5 verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6 wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. G.M.A. Zaltbommel-Uittenbogaard en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 juli 2024.