Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Verloop van de procedure
2.Beoordeling
3.Beslissing
20 maart 2024 te 10.00 uurvoor akte aan de zijde van eisende partij;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2024 een vonnis gewezen in een huurgeschil tussen Swapphone Europe B.V. en een gedaagde partij. De eisende partij, Swapphone Europe B.V., had een huurovereenkomst gesloten voor de verhuur van een refurbished mobiele telefoon (I-Phone X) op 8 mei 2020. De overeenkomst was na 12 maanden stilzwijgend verlengd, maar werd beëindigd op 8 augustus 2023 vanwege wanbetaling. Swapphone vorderde een bedrag van € 103,47 aan vervallen huurtermijnen en een boete van € 311,00 wegens het niet inleveren van het toestel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet op de dagvaarding heeft gereageerd, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft de vordering van Swapphone beoordeeld aan de hand van de informatieplichten die gelden bij overeenkomsten tussen handelaren en consumenten, zoals vastgelegd in artikel 6:230m BW. De rechter oordeelde dat aan deze informatieplichten was voldaan. Daarnaast heeft de kantonrechter de algemene voorwaarden van Swapphone beoordeeld op oneerlijke bedingen in het licht van Richtlijn 93/13 EG. De rechter kwam tot de conclusie dat de bedingen met betrekking tot de schadevergoeding oneerlijk waren, omdat ze het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen aanzienlijk verstoorden ten nadele van de consument.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering tot schadevergoeding wegens het niet inleveren van het toestel afgewezen, maar de gedaagde partij werd wel veroordeeld tot afgifte van het toestel. De zaak werd verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van eisende partij, waarbij de kosten van betekening voor rekening van de eisende partij blijven. De verdere beslissing werd aangehouden.