In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 november 2024 een beschikking gegeven over een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden als gecertificeerde instelling aangewezen, die het verzoek heeft ingediend. De minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige], verblijft sinds juli 2024 bij [instelling] maar heeft meerdere keren weglopen vertoond, wat grote zorgen oproept over haar veiligheid en ontwikkeling.
De kinderrechter heeft eerder op 23 augustus 2024 al een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie tot 25 november 2024. De huidige beschikking betreft een verlenging van deze machtiging voor een periode van drie maanden, omdat de zorgen over het gedrag van [minderjarige] en haar onveilige situatie aanhouden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [minderjarige] aan te pakken, en dat een gesloten setting noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen.
Tijdens de zitting op 19 september 2024 was [minderjarige] niet aanwezig, en haar advocaat heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De behandelcoördinatoren van [minderjarige] hebben aangegeven dat zij de zorgen niet erkent en geen behandeling wil ondergaan. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de acute veiligheid van [minderjarige] niet langer gewaarborgd kan worden in een open setting, en heeft daarom de machtiging verleend voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 25 november 2024 tot 25 februari 2025. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.