ECLI:NL:RBDHA:2024:19650

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
27 november 2024
Zaaknummer
11212467 EJ VERZ 24-78677
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vereffening van een nalatenschap en vaststelling voorschot voor vereffenaars

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024 een beschikking gegeven inzake de vereffening van een nalatenschap. Het verzoek tot vaststelling van een voorschot op het loon van de vereffenaars werd ingediend door mr. B.M.A. van Sprundel, notaris te 's-Gravenhage, in zijn hoedanigheid van vereffenaar. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek dat op 8 juli 2024 is ingekomen en op 27 september 2024 mondeling is behandeld. De overledene, [naam 2], is op [overlijdensdag] 2023 in Rijswijk overleden. De vereffenaars, waaronder verzoeker en [naam 1], zijn benoemd door de rechtbank op 18 april 2023.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vereffening van de nalatenschap complex is, met lopende erfgenamenonderzoeken en mogelijk bezit in het buitenland. Daarom is het niet in strijd met de wet om een voorschot op het loon van de vereffenaars vast te stellen. De kantonrechter heeft de 'Richtlijnen Vereffening nalatenschappen' en de 'Recofa-richtlijnen' als uitgangspunt genomen voor de bepaling van het salaris van de curator. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opleiding, kennis en verantwoordelijkheid van [naam 1], die sinds november 2023 NOVEX-gecertificeerd vereffenaar is, gelijk te stellen zijn aan die van een advocaat of notaris. De kantonrechter heeft het loon voor [naam 1] vastgesteld op basis van ervaringsfactoren, waarbij een loon van € 15.225,04 exclusief verschotten en btw is toegewezen voor de periode van 18 april 2023 tot en met 29 maart 2024.

De beschikking concludeert dat het verzoek tot vaststelling van het voorschot op het loon van de vereffenaars kan worden toegewezen, met inachtneming van de correcties op het verzochte loon. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
AL/BR/IB
Zaaknr.: 11212467 EJ VERZ 24-78677
Beschikking van de kantonrechter ex art 4:206 lid 3 BW op het verzoek van:
Mr. B.M.A. van Sprundel (Notariaat Van Sprundel),
notaris te ’s-Gravenhage,
in zijn hoedanigheid van vereffenaar van na te melden nalatenschap,
kantoorhoudende te ’s-Gravenhage,
hierna ook te noemen: verzoeker.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek met bijlagen, op de griffie ingekomen op 8 juli 2024.
1.2.
Op 27 september 2024 is het verzoek mondeling behandeld.
1.3.
Na de mondelinge behandeling is ingekomen een e-mailbericht van verzoeker van 27 september 2024 met als bijlage het Novex-certificaat van [naam 1] (hierna: [naam 1] ).

2.Feiten

2.1.
Op [overlijdensdag] 2023 is in Rijswijk overleden: [naam 2] (hierna te noemen: de overledene). De laatste woonplaats van de overledene was in Rijswijk.
2.2.
Verzoeker is samen met [naam 1] , net als verzoeker werkzaam op het kantoor van Notariaat Van Sprundel, bij beschikking van deze rechtbank, team Handel, van 18 april 2023 benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van de overledene.

3.Verzoek

3.1.
Het verzoek strekt ertoe op de voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een voorschot vast te stellen van € 21.711,98 exclusief BTW en verschotten op het loon van de vereffenaars over de periode van 18 april 2023 tot en met 9 april 2024.

4.Beoordeling

4.1.
Een door de rechtbank benoemde vereffenaar heeft recht op het loon dat door de kantonrechter voor het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld op grond van artikel 4:206 BW. Hoewel de wet ervan uitgaat dat het loon van de vereffenaar pas wordt uitgekeerd na het verbindend worden van de uitdelingslijst (artikel 4:220 lid 1 BW), acht de kantonrechter het niet in strijd met de wet om gedurende de vereffening een voorschot op het loon vast te stellen. In dit geval heeft verzoeker aangevoerd dat de vereffening van de nalatenschap van de overledene bewerkelijk en complex is, omdat er momenteel zowel een erfgenamenonderzoek als een onderzoek naar mogelijk bezit van de overledene in het buitenland wordt gedaan. De kantonrechter acht voldoende onderbouwd dat de afwikkeling van de nalatenschap waarschijnlijk nog enige tijd in beslag zal nemen. Daarom ziet de kantonrechter aanleiding een voorschot op het loon vast te stellen. Er kan immers niet van de vereffenaars verwacht worden dat zij gedurende jaren zonder enig voorschot op hun loon de vereffening voltooien.
4.2.
De toestand van de boedel – zoals deze blijkt uit de door verzoeker ingediende tussentijdse rekening en verantwoording – laat uitkering van een voorschot toe.
4.3.
De rechtspraak gebruikt de 'Richtlijnen Vereffening nalatenschappen' (opgesteld door de Expertgroep Erfrecht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton) tot uitgangspunt bij het vaststellen van het loon en het voorschot daarop. In deze richtlijnen wordt aangesloten bij de beloning van de curator in faillissementszaken, waarvoor in de rechtspraak eveneens richtlijnen zijn ontwikkeld, de zogenaamde Recofa-richtlijnen.
4.4.
Artikel 6.4 van de Recofa-richtlijnen luidt – voor zover van belang – als volgt.
a. Het uurtarief van de curator en de aan zijn kantoor verbonden advocaten is het product van:
- het basisuurtarief in het jaar van de tijdbesteding (zie artikel 6.5);
- de ervaringsfactor van de curator of van de kantoorgenoot van de curator (zie artikel 6.6),
met dien verstande dat voor de kantoorgenoot van de curator ten hoogste de ervaringsfactor van de curator geldt.
b. De vergoedingssystematiek wordt als volgt ingericht:
Ervaring
< 3 jr.
3-5 jr.
5-8 jr.
8-11 jr.
>11 jr.
Factor
0,8
1,1
1,2
1,4
1,6
De ervaringsfactor heeft betrekking op het aantal praktijkjaren van de curator
vanaf de datum van de (eerste) beëdiging:
i. factor 0,8: indien de curator korter dan 3 jaar advocaat is;
ii. factor 1,1: indien de curator ten minste 3 jaar maar korter dan 5 jaar advocaat is;
iii. factor 1,2: indien de curator ten minste 5 jaar maar korter dan 8 jaar advocaat is;
iv. factor 1,4: indien de curator ten minste 8 jaar maar korter dan 11 jaar advocaat is;
v. factor 1,6: indien de curator 11 jaar of langer advocaat is.
c. De rechter-commissaris kan in bijzondere gevallen op verzoek een afwijkend uurtarief toekennen, bij voorbeeld vanwege de omvang, complexiteit of maatschappelijke impact van een faillissement.
d. De hoogte van het uurtarief voor de medewerkers die geen advocaat zijn (hierna ook: faillissementsmedewerkers) is afhankelijk van hun relevante ervaring in combinatie met de opleiding van de desbetreffende medewerker, waarbij de navolgende factor ten opzichte van het basisuurtarief wordt toegepast:
i. factor 0,4: indien de medewerker tot en met vijf jaar ervaring heeft;
ii. factor 0,5: indien de medewerker meer dan vijf jaar maar minder dan tien jaar ervaring heeft;
iii. factor 0,6: indien de medewerker meer dan tien jaar ervaring heeft.
Verder bevatten deze richtlijnen een bepaling dat de curator zorgt voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (ook ter dekking van de aansprakelijkheid van zijn kantoorgenoten en medewerkers, die bij de afwikkeling van het faillissement zijn betrokken (artikel 7.1)).
4.5.
Uit deze richtlijnen volgt dat voor de bepaling van het salaris van de curator niet alleen gekeken wordt naar zijn ervaringsjaren, maar ook naar zijn opleiding en eindverantwoordelijkheid. Kantoorgenoten van de curator die advocaat zijn (en dus een afgeronde academische opleiding en een beroepsopleiding hebben gevolgd) kunnen op gelijk niveau met de curator worden beloond (maar niet hoger), voor andere medewerkers geldt een lager tarief. Bij de beloning van door de rechtbank benoemde vereffenaars worden in het algemeen de advocaat/vereffenaar en de (kandidaat)notaris/vereffenaar gelijk gesteld aan de curator. Zij hebben immers een gelijke opleiding en beroepsaansprakelijkheid als de advocaat/curator.
4.6.
In het verzoek wordt niet alleen voor vereffenaar mr. Van Sprundel, die notaris is, maar ook voor vereffenaar [naam 1] , die geen advocaat of (kandidaat-)notaris is, het tarief van de curator gehanteerd (1,6 maal het basisuurtarief). Het is de vraag of dat wel past bij haar opleiding, ervaring en verantwoordelijkheid.
4.7.
Omtrent de opleiding, kennis van zaken en verantwoordelijkheid van [naam 1] is het volgende naar voren gekomen. [naam 1] is opgeleid tot register-notarisklerk, een opleiding op HBO-niveau. Verder heeft zij een verdiepingscursus vereffening nalatenschappen gevolgd. Zij oefent sinds 2006 in hoofdzaak vereffenaarswerkzaamheden uit. In november 2023 is zij na een toets door de certificeringscommissie van de Stichting Certificering Executeurs op 23 november 2023 toegelaten als lid van de NOVEX (de Nederlandse Organisatie voor Executeurs), waardoor zij zich gecertificeerd executeur en gecertificeerd vereffenaar mag noemen. De eisen van de NOVEX voor toelating tot de certificering zijn:
1. De aanvrager heeft basiskennis van het erfrecht en heeft de leergang Executele en Vereffening van NOVEX gevolgd of een andere door de Stichting geaccrediteerde opleiding;
2. De aanvrager heeft een door de Stichting geaccrediteerde verdiepingscursus executele of een verdiepingscursus vereffening gevolgd, waarin het faillissementsrecht en het procesrecht is behandeld;
3. De aanvrager beschikt over ten minste drie jaren recente relevante werkervaring op het gebied van de executele. De aanvrager overlegt drie verklaringen van executele en/ of benoemingen tot vereffenaar welke betrekking hebben op de drie voorgaande jaren. Ten minste één verklaring moet een benoeming tot executeur inhouden;
4. De aanvrager heeft op het toetsingsgesprek met de certificeringscommissie een positieve beoordeling gekregen;
5. De aanvrager aanvaardt schriftelijk de toepasselijkheid van alle door de Stichting vastgestelde reglementen, voorschriften en besluiten en houdt zich daaraan;
6. De aansprakelijkheid van de aanvrager jegens het publiek voor zijn werkzaamheden is gedekt door een adequate beroepsaansprakelijkheidsverzekering van tenminste € 1.000.000,- per geval of andere financiële waarborgen.
Deze certificering geldt voor een periode van drie jaar. Als notarisklerk moet [naam 1] elk jaar studiepunten halen. Om haar certificering bij de NOVEX te kunnen behouden, moet zij aantonen dat zij actualiteitencursussen heeft gevolgd.
Zij wordt doorgaans samen met Van Sprundel tot vereffenaar benoemd, zodat zij elkaar kunnen vervangen bij de vereffenaarswerkzaamheden. In de ene vereffening neemt Van Sprundel het voortouw, in de andere [naam 1] . [naam 1] oefent haar werkzaamheden zelfstandig uit. In specificaties van verrichte werkzaamheden is te zien dat [naam 1] en Van Sprundel soortgelijke werkzaamheden verrichten.
Voor [naam 1] geldt geen tuchtrechtspraak, maar over NOVEX-leden kan wel geklaagd worden bij een klachtencommissie met een onafhankelijke voorzitter. De klachtencommissie van de NOVEX kan diverse maatregelen nemen:
  • een aanbeveling aan het NOVEX-lid;
  • een waarschuwing of berisping aan het NOVEX-lid;
  • een verbod aan het NOVEX-lid om gedurende een bepaalde periode de naam en/of logo van de Stichting en/of Vereniging te voeren of te gebruiken;
  • schorsing of beëindiging van de inschrijving van het NOVEX-lid in het register van SCE (de Stichting Certificering Executeurs);
  • schorsing of ontzetting van het lidmaatschap van de NOVEX.
4.8.
Al met al is de kantonrechter van oordeel dat de opleiding, kennis van zaken en verantwoordelijkheid van [naam 1] , sinds zij NOVEX-gecertificeerd vereffenaar is, gelijk te stellen is aan die van een advocaat of notaris die tot vereffenaar wordt benoemd. Zij is in staat zelfstandig de werkzaamheden van een vereffenaar uit te oefenen en draagt als benoemde vereffenaar zelfstandig aansprakelijkheid voor de uitvoering van de vereffening. Artikel 4 van het lidmaatschapsreglement van de NOVEX bepaalt dat een gecertificeerd NOVEX-lid zorg draagt dat de aansprakelijkheid jegens de erfgenamen voor zijn werkzaamheden is gedekt middels een beroepsaansprakelijkheidsverzekering van tenminste € 1.000.000,- per geval of andere financiële waarborgen. Dat die verplichting wordt overgenomen door het kantoor waarvoor de vereffenaar werkt, maakt de aansprakelijkheid niet anders. Verder kan de klachtencommissie van de NOVEX sancties opleggen die vergelijkbaar zijn aan het tuchtrecht. Als een gecertificeerd vereffenaar wordt geschrapt van de NOVEX-lijst is hij of zij niet langer vindbaar voor personen die een NOVEX-gecertificeerd vereffenaar zoeken. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat de rechtbank bij benoeming van vereffenaars ook geregeld de lijst van de NOVEX raadpleegt. Een vereffenaar die van de lijst geschrapt is, zal door de rechtbank niet meer benoemd worden.
4.9.
Het feit dat [naam 1] bij het kantoor van Van Sprundel in loondienst is en dus niet het financiële risico draagt dat een nalatenschap niet voldoende positief is om het gehele vereffenaarsloon te betalen, acht de kantonrechter niet doorslaggevend om anders te beslissen. Anders dan curatoren in faillissementen hebben vereffenaars niet de verplichting om alle vereffeningen te accepteren. Sommige vereffenaars geven geen bereidverklaring voor negatieve nalatenschappen. E zijn dus ook vereffenaars die (kandidaat-)notaris of advocaat zijn en die weinig of geen ondernemingsrisico lopen.
4.10.
De conclusie is dat de kantonrechter [naam 1] sinds zij gecertificeerd vereffenaar is (en nog geen drie ervaringsjaren sinds het moment van certificering heeft) een loon zal toekennen met toepassing van een factor 0,8 van het uurtarief. Tot aan haar certificering golden voor [naam 1] de verplichtingen van de NOVEX nog niet en was zij naar het oordeel van de kantonrechter in aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid nog niet op één lijn te stellen vergelijken met een notaris-vereffenaar of advocaat-vereffenaar. Tot dat moment past de kantonrechter daarom de factor voor de meest ervaren kantoormedewerker toe, te weten 0,6.
4.11.
Uit de bijgevoegde urenspecificatie blijkt dat van het verzochte loon een deel groot € 8.447,44 exclusief BTW ziet op 21,90 door [naam 1] in 2023 gewerkte uren tegen een ervaringsfactor van 1,6. Uit de specificatie blijkt ook dat [naam 1] van die uren slechts 1,5 uur heeft gewerkt ná 23 november, de datum van certificering. De kantonrechter bepaalt het loon voor de door [naam 1] gewerkte uren dus op:
  • 1,5 uren x (een ervaringsfactor van 0,8 x het basisuursalaris van € 241,08) = € 289,30
  • 20,4 uren x (een ervaringsfactor van 0,6 x het basisuursalaris van € 241,08) = € 2.950,82
dus in totaal voor 2023 € 3.240,12.
Het verschil van (€ 8.447,44 minus € 3.240,12 =) € 5.207,32 wordt op het verzochte loon in mindering gebracht.
4.12.
In het loonverzoek staan verder 5,7 door [naam 1] in 2024 gewerkte uren. Met een ervaringsfactor van 1,6 levert dat € 2.306,36 exclusief BTW op. De kantonrechter stelt het loon voor 2024 vast op:
- 5,7 uren x (een ervaringsfactor van 0,8 x het basisuursalaris van € 252,89) = € 1.153,18.
Het verschil van (€ 2.306,36 minus € 1.153,18=) € 1.153,18 wordt op het verzochte loon in mindering gebracht.
4.13.
In het verzoek is verder bij de uren van [naam 1] in 2024 een half uur opgenomen voor het opstellen van het verzoek tot uitkering van een voorschot op het loon. Deze tijd wordt niet afzonderlijk gehonoreerd, omdat deze geacht wordt te worden vergoed uit de opslag voor kantoorkosten. Daarom wordt 0,5 uur x (een ervaringsfactor van 0,8 x het basisuursalaris van € 252,89) = € 126,44 op het verzochte loon in mindering gebracht.
4.14.
In totaal wordt op het verzochte loon van € 21.711,98 dus € 5.207,32 + € 1.153,18 + € 126,44 in mindering gebracht.
4.15.
Voor het overige voldoet het verzoek aan de Richtlijnen Vereffening nalatenschappen en de Recofa-richtlijnen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het verzoek, met correctie van het loon in bovenstaande zin, kan worden toegewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
- stelt het voorschot op het loon van de vereffenaars van de nalatenschap van de overledene over de periode van 18 april 2023 tot en met 29 maart 2024 vast op een bedrag van € 15.225,04 exclusief verschotten en btw;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.D. Bellaart, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 november 2024.