ECLI:NL:RBDHA:2024:19558

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
NL24.34335
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 26 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker met een V-nummer, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. Deze aanvraag werd op 5 april 2023 door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen. Het bezwaar dat de verzoeker tegen deze afwijzing had ingediend, werd op 6 augustus 2024 door de minister kennelijk ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 oktober 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.34334). Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde mr. V.L. van Wieringen, en de gemachtigde van de minister, mr. R.R. de Groot, aanwezig. In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak werd het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.34335

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),
en
de Minister van Asiel en Migratie [1] , de minister,
(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

1. Bij besluit van 5 april 2023 (het primaire besluit) heeft de minister de door verzoeker ingediende aanvraag voor bepaalde tijd onder de beperking “
niet-tijdelijke humanitaire gronden” afgewezen.
1.1.
Bij besluit van 6 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister het daartegen ingediende bezwaar kennelijk ongegrond verklaard.
1.2.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. [2] Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.34334, op 30 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.34334, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en dat beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.NL24.34334.