Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker,
Procesverloop
niet-tijdelijke humanitaire gronden” afgewezen.
Rechtbank Den Haag
Op 26 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker met een V-nummer, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. Deze aanvraag werd op 5 april 2023 door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen. Het bezwaar dat de verzoeker tegen deze afwijzing had ingediend, werd op 6 augustus 2024 door de minister kennelijk ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 oktober 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.34334). Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde mr. V.L. van Wieringen, en de gemachtigde van de minister, mr. R.R. de Groot, aanwezig. In de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak werd het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.