ECLI:NL:RBDHA:2024:19530
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvragen door prematuur ingediende ingebrekestellingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, zijn de beroepen van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eisers hebben beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij geen zitting nodig achtte en de onderzoeken heeft gesloten zonder verdere behandeling op een zitting. De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog op de aanvraag moet worden beslist, voordat beroep kan worden ingesteld. Aangezien de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2023 zijn verlengd met negen maanden, waren de ingebrekestellingen van eisers prematuur. Hierdoor zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en griffier A.W. van Eerden, en is openbaar uitgesproken op 20 november 2024.