ECLI:NL:RBDHA:2024:19503

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
NL23.32659
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige bekering tot het christendom en problemen met de familie

In deze zaak heeft eiser op 20 maart 2022 een verblijfsvergunning asiel aangevraagd, waarbij een aanmeldgehoor en nader gehoor zijn gehouden. Eiser heeft zijn asielaanvraag gebaseerd op zijn bekering tot het christendom en de problemen die hij hierdoor met zijn islamitische familie heeft ondervonden. Verweerder heeft op 21 september 2023 de asielaanvraag afgewezen, omdat de bekering en de gestelde problemen met de familie niet geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 29 augustus 2024 is behandeld. Tijdens de zitting was eiser aanwezig met zijn gemachtigde en een tolk.

Eiser, geboren in Liberia, heeft verklaard dat hij zich heeft bekeerd tot het christendom om zijn relatie met zijn vriendin voort te zetten. Hij heeft echter tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn geloof en heeft onvoldoende kennis van het christelijk geloof aangetoond. Verweerder heeft de bekering ongeloofwaardig geacht, evenals de gestelde problemen met zijn familie. Eiser heeft geen bewijs kunnen leveren dat hij daadwerkelijk mishandeld is door zijn familie vanwege zijn bekering.

De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Liberia een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk heeft gekregen en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis en bekendgemaakt op 19 november 2024.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.32659
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. M.H.R. de Boer),

en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. Y. Verheugd).

Inleiding

1. Eiser heeft op 20 maart 2022 een verblijfsvergunning asiel gevraagd. In dit kader heeft een aanmeldgehoor en nader gehoor plaatsgevonden. In reactie op het verslag van het nader gehoor heeft eiser correcties en aanvullingen ingediend.
2. Verweerder heeft op 8 augustus 2023 een voornemen uitgebracht. Hier heeft eiser op gereageerd met de zienswijze van 5 september 2023.
3. Vervolgens heeft verweerder met het besluit van 21 september 2023 (het bestreden besluit) de asielaanvraag afgewezen als ongegrond.1 Daarnaast heeft verweerder geen reguliere vergunning voor bepaalde tijd verleend.2 Ook heeft verweerder geen uitstel van vertrek verleend3 en beslist dat eiser Nederland binnen vier weken moet verlaten.
4. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2024 op zitting behandeld. Eiser was aanwezig samen met zijn gemachtigde, evenals de heer M.N. Diallo als tolk. Ook de gemachtigde van verweerder was aanwezig.

Asielrelaas van eiser (in essentie)

5. Eiser stelt dat hij de Liberiaanse nationaliteit heeft en is geboren op [geboortedatum] 2000. Eiser voert aan dat zijn vriendin in Liberia zwanger is geraakt van hem. Haar vader zei dat eiser de relatie alleen kon voortzetten als hij zich zou bekeren tot het christendom. Eiser is toen bekeerd tot het christendom. De streng islamitische familie van eiser is achter deze bekering gekomen. Zij hebben eiser tot twee keer toe vastgehouden op een compound en mishandeld.
1. Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (de Vw).
2 Als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw j.o. artikel 3.6a, eerste lid van het Vreemdelingenbesluit 2000 (het Vb) j.o artikel 3.6ba, eerste lid, van het Vb.
3 Op grond van artikel 64 van het Vw.
Daarna heeft de familie de kerk aangevallen waar eiser op dat moment verbleef. Vervolgens heeft eiser Liberia verlaten.
6. Verweerder heeft de volgende elementen uit eisers asielrelaas relevant geacht: identiteit, nationaliteit en herkomst (1), bekering tot het christendom (2) en problemen met eisers familie vanwege zijn bekering tot het christendom (3). Van deze relevante elementen heeft verweerder alleen eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. De andere twee relevante elementen heeft verweerder niet geloofwaardig geacht.

Bestreden besluit en voornemen (in essentie)

7. Verweerder vindt de gestelde bekering van eiser tot het christendom niet geloofwaardig. Eiser heeft namelijk tegenstrijdig verklaard over het geloof dat hij aanhangt. Daarnaast blijkt uit eisers verklaringen dat hij weinig kennis heeft over het christelijk geloof. Zo mist eiser kennis over belangrijke rituelen en feestdagen en heeft hij geloofsinhoudelijke vragen vaag beantwoord. Ook heeft eiser weinig activiteiten ontplooid met betrekking tot het christendom. In de eerste vier jaar dat eiser in Nederland was heeft hij bijvoorbeeld geen enkele kerkdienst bezocht.
8. Verweerder vindt eisers verklaringen over de gestelde problemen met zijn familie vanwege de gestelde bekering ongeloofwaardig. Eiser heeft namelijk over de gestelde problemen, de aangifte en de rechtszaak vaag en inconsistent verklaard.4 Met de röntgenfoto en het medisch dossier kan eiser aantonen dat hij letsel heeft, maar niet waar of wanneer dit is toegebracht. Het gestelde verband tussen het lichamelijk letsel en de vermeende mishandeling is hiermee niet aangetoond.

Beroepsgronden (in essentie)

9. Eiser stelt primair dat niet kan worden volgehouden dat hij zich niet heeft bekeerd tot het christelijk geloof. Ten onrechte is eiser tegengeworpen dat hij weinig kennis van het christelijke geloof heeft. Hij is nog een beginnend gelovige. Ook is ten onrechte tegengeworpen dat eiser weinig activiteiten heeft ontplooid met betrekking tot het christelijk geloof. Het was in de corona- periode niet makkelijk om kerkdiensten bij te wonen. Eiser heeft een verklaring van Agape bijgevoegd waaruit volgt dat hij een trouwe bezoeker van de kerk is en verschillende activiteiten verricht.
10. Eiser stelt dat het niet terecht is dat hem met betrekking tot de bekering vage en tegenstrijdige verklaringen worden tegengeworpen. Er was namelijk geen sprake van optimale communicatie. De tolk bij het aanmeldgehoor kwam uit Gambia en sprak met een ander accent. Er is op verschillende punten sprake van een onjuiste vertaling. Niet gebleken is dat rekening gehouden is met het referentiekader van eiser. Daarnaast maken de gebeurtenissen die eiser in zijn land van herkomst heeft meegemaakt dat hij moeite heeft om zich te concentreren en consistent te verklaren. Eiser stelt dat verweerder de medische gegevens die hij heeft ingebracht, waaronder een röntgenfoto, had moeten laten onderzoeken.
4 Pagina 5, 6 voornemen.
11. Subsidiair stelt eiser dat hij zich heeft afgekeerd van de Islam. Dit maakt dat hij een risico loopt op onmenselijke behandeling bij terugkeer. Zijn familie is namelijk streng islamitisch. Hij is eerder slachtoffer geworden van ernstige mishandelingen door zijn familie.

Beoordeling door de rechtbank

Nieuwe correcties en aanvullingen in de beroepsfase
12. De rechtbank overweegt dat in het algemeen geldt dat de vreemdeling in de gelegenheid wordt gesteld om uiterlijk op de tweede dag van de procedure opmerkingen te maken of opheldering te verschaffen over verkeerd vertaalde passages of misvattingen in het verslag van het nader gehoor en nadere gegevens te verstrekken.5 De mogelijkheid tot het indienen van correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor ligt logischerwijs eerder in de procedure. Op het voorblad van het rapport van het nader gehoor van 21 september 2022 is vermeld dat de termijn voor het indienen van correcties en aanvullingen één dag is. De toenmalig gemachtigde van eiser heeft op 22 september 2022 correcties en aanvullingen ingediend. De huidige gemachtigde van eiser heeft nu meer dan een jaar later, namelijk bij de beroepsgronden van 24 november 2023, aanvullende correcties en aanvullingen ingediend. Dit is veel te laat en strookt niet met de voorgeschreven procedure. Het argument dat de vorige gemachtigde de rapporten niet integraal heeft nabesproken maakt dit niet anders. Deze omstandigheid komt voor risico van eiser. De correcties en aanvullingen van 24 november 2023 zijn dusdanig laat ingediend dat hier in deze fase niet op ingegaan zal worden.
13. De rechtbank zal de bestreden besluitvorming in het navolgende beoordelen aan de hand van de hiertegen ingediende beroepsgronden.
Gestelde bekering tot het christendom
14. Verweerder heeft eiser onder meer tegengeworpen dat hij op bepaalde punten tegenstrijdig heeft verklaard. Zo heeft hij tijdens het aanmeldgehoor desgevraagd meegedeeld dat zijn religie de islam is.6 Op de vraag tot welke stroming eiser binnen zijn religie behoort heeft hij geantwoord:
“Ik behoor niet tot een stroming. Ik ben moslim.”7Op de vraag of eiser praktiserend is antwoordt hij:
“Ik ben wel moslim, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik niet elke dag bid. Ik heb veel stress in mijn hoofd.”8Tijdens het nader gehoor heeft eiser ook nog gezegd:
“Allah heeft mijn lot in zijn hand.”9
15. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft tegengeworpen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn gestelde bekering.
16. In geval van een gestelde bekering tot het christendom, mag een bepaalde mate van kennis worden verwacht. Het gaat er dan bijvoorbeeld om of de vreemdeling de essentie van zijn nieuwe geloofsovertuiging weet te duiden. Dit kan blijken uit kennis van een
5 Artikel 3:113, vierde lid, van het Vb.
6 Pagina 3 rapport aanmeldgehoor 25 maart 2022.
7 Pagina 4 rapport aanmeldgehoor 25 maart 2022.
8 Pagina 4 rapport aanmeldgehoor 25 maart 2022.
9 Pagina 15 rapport nader gehoor van 21 september 2022.
Bijbeltekst, of kennis van bepaalde rituelen en waarom deze belangrijk zijn binnen een kerkgemeenschap en voor de vreemdeling zelf. Hierbij gaat het er om wat de vreemdeling belangrijk vindt aan zijn nieuwe geloofsovertuiging, hoe hij hieraan vormgeeft en welke activiteiten hij in de toekomst wil gaan uitvoeren.10 De rechtbank overweegt dat verweerder het terecht van belang heeft geacht dat eiser de geloofsinhoudelijke vragen vaag heeft beantwoord en geen kennis had over belangrijke rituelen en feestdagen, zoals de eucharistie en kerst. Als de medewerker doorvraagt over aangelengde wijn en een hostie tijdens een katholieke kerkdienst dan antwoordt eiser enkel:
“Ik heb niet alles onthouden. Bespaar me de details.”11Op de vraag of eiser verhalen uit de bijbel kent antwoordt hij:
“Ik heb niks geleerd, dus dat weet ik ook niet.”12Daarnaast heeft eiser gedurende de eerste vier jaar in Nederland niet of nauwelijks invulling gegeven aan zijn gestelde christelijke geloofsovertuiging. Hij heeft in deze periode geen kerkdienst bezocht. Ter zitting heeft verweerder nog gezegd dat de volgorde van de gebeurtenissen zoals die door eiser zijn verteld niet te rijmen is met onder andere de geboortedatum van het kind. Het door eiser overgelegde stuk van 21 oktober 2023 onderbouwt zijn relaas evenmin nu er twee verschillende data boven staan, het stuk over een huwelijk zou gaan en zijn “parents” worden genoemd terwijl die al lang geleden overleden zouden zijn.
17. De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat verweerder de bekering van eiser tot het christendom niet geloofwaardig heeft kunnen achten.
Problemen met de familie vanwege de gestelde bekering
18. Verweerder heeft overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen heeft ondervonden van zijn familie vanwege de gestelde bekering tot het christendom. De gestelde bekering is ongeloofwaardig geacht en eiser heeft inconsistent en vaag verklaard over de problemen, de aangifte en de daaropvolgende rechtszaak. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder nader medisch onderzoek had moeten laten uitvoeren naar de verstrekte medische gegevens. Verweerder heeft er op gewezen dat ook als aangenomen wordt dat eiser letsel heeft opgelopen, niet duidelijk is waar en wanneer dit is gebeurd. De röntgenfoto kan het asielrelaas dus niet ondersteunen.
Eiser heeft hier verder geen gronden van beroep tegen aangevoerd zodat dit geen verdere bespreking behoeft.
Gestelde afvalligheid van de islam
19. In het aanmeldgehoor en nader gehoor heeft eiser niet verklaard over de gestelde afvalligheid. Pas in de beroepsgronden is als subsidiair standpunt ingenomen dat sprake zou zijn van afvalligheid en dat hij bij terugkeer te vrezen heeft voor moslims en zijn moslimfamilie. Verweerder heeft de bekering niet geloofwaardig kunnen achten en ook de gestelde problemen met de familie vanwege de gestelde bekering. Eiser heeft de stelling dat hij afvallig is van de islam niet nader onderbouwd of gemotiveerd. De beroepsgrond slaagt niet.
10 Werkinstructie 2022/3 pagina 6.
11 Pagina 22 rapport nader gehoor van 21 september 2022.
12 Pagina 23 rapport nader gehoor van 21 september 2022.
De tolk en het referentiekader
20. Tijdens het aanmeldgehoor is eiser gevraagd of hij de tolk in de taal Mandingo goed kon verstaan en begrijpen en daarop heeft hij bevestigend geantwoord. Ook bij de start van het nader gehoor heeft eiser geantwoord dat hij de tolk Mandingo voldoende kon verstaan en begrijpen. Aan het eind van beide gehoren heeft eiser meegedeeld dat hij tevreden was met de werkwijze van de hoormedewerker en tolk. Gezien eisers eigen verklaringen slaagt de beroepsgrond over problemen in de communicatie vanwege de tolk niet.
21. Eiser heeft verder aangevoerd dat geen rekening is gehouden met zijn referentiekader. Hij heeft echter geen concrete voorbeelden gegeven over op welke momenten hij in de gehoren bepaalde vragen niet begrepen heeft. Daarnaast is ook niet geduid waar verweerder het referentiekader van eiser onvoldoende heeft betrokken bij de beoordeling. De beroepsgrond slaagt niet.
Risico op ernstige schade
22. De rechtbank overweegt dat verweerder heeft kunnen concluderen dat niet aannemelijk is geworden dat eiser bij terugkeer naar Liberia een reëel risico op ernstige schade loopt. Zoals hiervoor is overwogen heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij in het verleden slachtoffer is geworden van mishandelingen door zijn familie. Het standpunt dat eiser vanwege de gestelde afvalligheid van de islam te vrezen heeft voor moslims en zijn moslimfamilie is bij een enkele stelling gebleven. Bovendien heeft verweerder de gestelde bekering en gestelde afvalligheid ongeloofwaardig kunnen achten, waardoor het argument dat dit voor de toekomst een reëel risico op ernstige schade meebrengt ook niet wordt gevolgd.

Conclusie en gevolgen

23. Verweerder heeft de bekering tot het christendom en de gestelde problemen hierdoor met familie (element 2 en 3 uit het asielrelaas) ongeloofwaardig kunnen achten. Dit geldt eveneens voor de pas in beroep aangevoerde afvalligheid. Tevens heeft verweerder een risico op ernstige schade bij terugkeer niet aannemelijk kunnen achten.
24. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt.
25. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
19 november 2024

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.