ECLI:NL:RBDHA:2024:19486

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
NL24.31476 en NL24.31478
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaken na niet-ontvankelijk verklaring

Op 25 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in de zaken NL24.31476 en NL24.31478. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. De verzoekers, die asiel aanvragen, hadden tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. De minister had op 8 augustus 2024 de opvolgende aanvragen van de verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000.

De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 7 november 2024, waarbij de verzoekers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in andere zaken die verband houden met de asielaanvragen van de verzoekers, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorzieningen afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.31476 en NL24.31478

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster 1,

V-nummer: [v-nummer],

[naam], verzoekster 2,

V-nummer: [v-nummer]

[naam] verzoeker 1,

V-nummer: [v-nummer],

[naam], verzoeker 2,

V-nummer: [v-nummer],
hierna tezamen: verzoekers
(gemachtigde: mr. M.H. van der Linden),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Inleiding

1. Bij besluiten van 8 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de opvolgende aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
1.1.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 7 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers, een tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.31475 en NL24.31477, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. V. Vegter, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.