ECLI:NL:RBDHA:2024:19484
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
Op 25 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, met een V-nummer dat niet is vermeld, had eerder een aanvraag ingediend bij de Minister van Asiel en Migratie, welke op 8 oktober 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 12 november 2024 behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.M. Veld, en de minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, J.D. Alberda.
In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL24.39995) die verband hield met het beroep van de verzoeker. Aangezien de rechtbank in die zaak al een beslissing had genomen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.