ECLI:NL:RBDHA:2024:19424

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
C/09/674001 / JE RK 24-1848
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 5 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht is gesteld en momenteel verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft, die zijn ontwikkeling belemmeren. Ondanks positieve stappen, zoals het naleven van afspraken in de beginperiode, zijn er zorgen over zijn gedrag, waaronder weglopen en incidenten op de groep. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor een periode van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan. De kinderrechter benadrukt het belang van het psychologisch onderzoek dat momenteel wordt uitgevoerd en de noodzaak voor de minderjarige om zich aan de regels te houden om een open groep te kunnen betreden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een schriftelijke update gelast voor de volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/674001 / JE RK 24-1848
Datum uitspraak: 5 november 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[de stiefvader],
hierna te noemen: de stiefvader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 15 oktober 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 4 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 november 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
  • [minderjarige] met zijn advocaat;
- de moeder;
- [naam 3] , pedagogisch medewerker bij [instelling] .
De stiefvader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de stiefvader wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft bij [instelling] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 17 juli 2024 [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 17 juli 2024 alsmede een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 17 november 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier maanden.
3.2.
Sinds juni 2024 verblijft [minderjarige] op een gesloten groep van [instelling] . In de beginperiode hield [minderjarige] zich goed aan de afspraken en werd er gewerkt aan een opbouw van zijn vrijheden, waaronder verlof en telefoongebruik. Echter is het daarna misgegaan, zo is [minderjarige] in september nog twee keer van de groep weggelopen en laat hij een gedragsverandering zien wanneer er een nieuwe groepsgenoot geplaatst wordt. Daarnaast kent [minderjarige] een forse historie aan onveilig gedrag. Er is een patroon zichtbaar waarbij [minderjarige] in de beginfase meewerkt, maar zodra er opgebouwd wordt in verlof en telefoongebruik, hij in oud gedrag vervalt en hij zijn eigen plan trekt. Op dit moment is er al wel vooruitgang te zien, op de incidenten na.
3.3.
Op [instelling] wordt momenteel een psychologisch onderzoek afgenomen. Het deel betreffende [minderjarige] is al klaar, moeder wordt binnenkort gesproken. Begin januari 2025 zal het rapport klaar zijn, waarin gekeken wordt naar welke vervolgplek passend is In de tussentijd kan [minderjarige] zijn behandeling (gedragstraining) op [instelling] blijven volgen. Het is aan [minderjarige] om te laten zien dat hij de positieve lijn kan voortzetten zodat de gecertificeerde instelling een open groep voor hem kan vinden. Op dit moment is er geen open setting in de regio die [minderjarige] nu al wil aannemen omdat hij recent nog overschrijdend gedrag liet zien en er nog niet volledig inzicht is in wat hij nodig heeft van zijn omgeving. De gecertificeerde instelling acht een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden noodzakelijk.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzoek. [minderjarige] heeft de afgelopen periode positieve stappen gezet. Op de gesloten groep krijgt hij niet de vrijheden die hij zou willen. Op een open groep zou [minderjarige] zich makkelijker aan de regels kunnen houden, zo denkt hij. Aangezien het onderzoek volgens de gecertificeerde instelling binnen twee maanden afgerond is, verzoekt de advocaat om de gesloten machtiging voor maximaal drie maanden af te geven. Op deze manier wordt er ook druk uitgeoefend op het afronden van het onderzoek en het vinden van een vervolgplek voor [minderjarige] . Verder brengt [minderjarige] naar voren dat het niet makkelijk is om in de geslotenheid te zitten en hij hierdoor veel druk ervaart. Als hij zou willen zou hij elke dag kunnen wegelopen, maar dat doet hij niet.
4.2.
De moeder stemt in met het verzoek. [minderjarige] doet het goed op de gesloten groep. Het is belangrijk dat er een goede behandeling is en er een passende vervolgplek wordt gevonden. De moeder wil het beste voor [minderjarige] .
4.3.
Desgevraagd brengt de pedagogisch medewerker naar voren dat [minderjarige] het de afgelopen tijd goed doet op de groep. Er zijn wel enkele incidenten voorgekomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, maar wel voor de periode van drie maanden met aanhouding van het overige (te weten 1 maand verlenging gesloten).
Daartoe overweegt de kinderrechter het volgende.
Ondanks dat [minderjarige] de afgelopen tijd positieve stappen heeft gezet, zijn er nog steeds zorgen over hem. In september is [minderjarige] twee keer weggelopen van de groep en vorige week heeft nog een fixatie van hem plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat [minderjarige] nog niet klaar is voor alle vrijheden van een open groep en hij heeft de gesloten setting nog nodig met verdere uitbouw van vrijheden stapsgewijs. Maakt hij een fout, dan kan daarop gehandeld worden. Gaat het goed, dan gaat het opbouwschema van vrijheden verder. Dit is ter zitting ook zo besproken.
Daarnaast is het psychologisch onderzoek nog niet afgerond. Uit dit onderzoek moet blijken wat een passende vervolgplek voor [minderjarige] is. Het is belangrijk dat [minderjarige] de positieve lijn voortzet en zich de komende tijd aan de regels en afspraken gaat houden. De gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat het vinden van een open groep ingewikkeld is wanneer er zich weer een incident voordoet. Het is daarom ook belangrijk dat er geen incidenten meer plaatsvinden en [minderjarige] laat zien dat hij om kan gaan met meer vrijheden.
[minderjarige] heeft uit zichzelf tijdens de zitting de belofte gedaan dat hij zich de komende drie maanden aan de voor hem geldende regels en afspraken zal houden.
De kinderrechter wijst, gelet op het bovenstaande, het verzoek voor drie maanden toe en houdt het verzoek aan voor het overige. Binnen drie maanden zal duidelijk moeten worden of [minderjarige] zijn belofte heeft kunnen nakomen, welke vervolgplek voor [minderjarige] geschikt is en of een machtiging gesloten jeugdhulp daarna nog nodig is.
Brief van de kinderrechter zoals verzonden aan [minderjarige] :
Beste [minderjarige] ,
Op dinsdagmiddag 5 november was er op [instelling] de zitting over je verblijf op de gesloten groep.
Ik was die middag de kinderrechter met wie je gesproken hebt.
In de maand september waren er nog 2 wegloop-incidenten en vrijdag 1 november was er nog fixatie van jou nodig. De jeugdbeschermer heeft op de zitting uitgelegd dat deze incidenten niet helpen om jou over te laten plaatsen naar een open groep op [instelling] en ook niet bij het vinden van een goede (open) vervolgplek voor jou.
Op het eind van de zitting heb je mij beloofd dat je de komende 3 maanden er voor wilt zorgen dat er geen incidenten meer zijn en dat je je goed aan alle regels en afspraken zult houden.
Het is dus voor jou zelf belangrijk dat je jouw belofte nakomt, want anders wordt het moeilijk om een goede (open) plek te vinden en duurt dat waarschijnlijk ook langer.
Ik heb besloten dat ik de machtiging uithuisplaatsing gesloten afgeef tot 5 februari 2025. Op de nieuwe zitting in januari gaat besproken worden of gesloten voor jou nog steeds nodig is. Maar ik hoop dat op die zitting zal blijken dat je je inderdaad goed aan afspraken en regels kunt houden, zoals beloofd. Dan is ook het rapport klaar met het advies wat voor jou een passende vervolgplek is en kunnen we er dan verder over praten.
Ik wens je veel succes toe de komende 3 maanden en hoop dat je kunt laten zien dat het je lukt!
Bovenstaand bericht aan [minderjarige] zal tevens in de vorm van een aparte brief door de kinderrechter aan [minderjarige] worden verstuurd.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 5 november 2024 tot 5 februari 2025;
6.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot een nader te bepalen zitting, gelegen voor 5 februari 2025;
6.3.
gelast de gecertificeerde instelling
uiterlijk één weekvoorafgaand aan de voornoemde zitting
een schriftelijke updateaan de rechtbank en de belanghebbenden te zenden met daarbij een afschrift van het psychologisch onderzoek en verslag van het gedrag van [minderjarige] over de periode tussen de 2 zittingen;
6.4.
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
- de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige] en zijn advocaat;
- de moeder;
- de stiefvader.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2024 door mr. J.C. van den Dries, kinderrechter, in aanwezigheid van N.M.E. Henke als griffier, en op schrift gesteld op 5 november 2024.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.