ECLI:NL:RBDHA:2024:19320

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
09/807694-19 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van afdreiging en witwassen

Op 22 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de ontnemingszaak tegen de veroordeelde, geboren op [geboortedatum 1] 1997, die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met afdreigingen en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van afdreiging, waarbij slachtoffers gedwongen werden geld over te maken om te voorkomen dat naaktfoto's van hen verspreid zouden worden. In totaal heeft de veroordeelde een bedrag van € 32.600,- aan afgedwongen betalingen ontvangen, dat via verschillende bankrekeningen van 'katvangers' werd witgewassen. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om het wederrechtelijk verkregen voordeel te schatten op € 10.124,- en de verplichting tot betaling aan de staat vastgesteld op € 5.766,- toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde een sturende rol had binnen de organisatie en dat hij samen met anderen handelde in het kader van een gestructureerd samenwerkingsverband dat gericht was op het plegen van misdrijven. De rechtbank heeft de ontnemingsmaatregel gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veroordeelde werd verplicht tot betaling van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel aan de staat.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/807694-19 (ontneming)
Datum uitspraak: 22 november 2024
Vonnis ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank Den Haag heeft op de vordering van het openbaar ministerie en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak ten aanzien van de veroordeelde:
[de veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1997,
BRP-adres: [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 8 december 2021 (regie) en 22, 23, 24 en 25 oktober 2024 en 14 november 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van het standpunt dat de officier van justitie mr. R. Cozijnsen op de terechtzitting heeft ingenomen en van hetgeen door de veroordeelde en zijn raadsman mr. L.A. Nooijen op de terechtzitting naar voren is gebracht.

2.De inhoud van de vordering

De inleidende schriftelijke vordering van het openbaar ministerie strekt ertoe dat de rechtbank het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel zal schatten en vaststellen op een bedrag van € 10.124,00 en aan de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de staat van dat bedrag.

3.De grondslag voor ontneming

De veroordeelde is op 22 november 2024 door deze rechtbank (onder meer), veroordeeld wegens de volgende strafbare feiten:
  • medeplegen van witwassen
  • diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
  • witwassen, meermalen gepleegd.
Uit het onderzoek leidt de rechtbank af dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de diefstal met geweld. De grondslag voor ontneming van dat voordeel is daarom een veroordeling wegens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Uit het onderzoek leidt de rechtbank daarnaast af dat de veroordeling mede misdrijven betreft waarvoor, zonder daarbij strafverhogende omstandigheden in aanmerking te nemen, een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Aannemelijk is dat de veroordeelde op de een of andere manier wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit andere strafbare feiten. De grondslag voor ontneming van dat voordeel is daarom een veroordeling wegens een misdrijf als bedoeld in artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal dat hieronder toelichten.
De veroordeelde heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van onder meer € 32.600,00 en een geldbedrag van in totaal € 1.775,00.
De Hoge Raad heeft in eerdere rechtspraak overwogen dat de enkele omstandigheid dat een goed, zoals een geldbedrag, voorwerp is van het bewezen verklaarde misdrijf witwassen, niet met zich brengt dat alleen al daarom dat goed wederrechtelijk verkregen voordeel vormt (zie ECLI:NL:HR:2013:BY5217.)
Het uit misdrijf afkomstige geldbedrag ten aanzien waarvan witwasgedragingen worden verricht, kan niet gelden als voordeel dat door die witwasgedragingen wordt verkregen. Dat geldbedrag is immers al uit (een ander) misdrijf afkomstig en vormt dus de opbrengst van dat (andere) misdrijf, dat vooraf is gegaan aan de witwasgedragingen.
Dat sluit niet uit dat het verrichten van witwasgedragingen op een andere wijze wederrechtelijk voordeel heeft opgeleverd voor de veroordeelde. Daarvan kan sprake zijn als bij de veroordeelde als gevolg van het verrichten van witwasgedragingen een vermogensvermeerdering is opgetreden, bijvoorbeeld in de vorm van een beloning of een positief rendement.
In deze zaak is niet gebleken van een vermogensvermeerdering in de vorm van een beloning of een positief rendement. Uit het onderzoek kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat de veroordeelde door middel van of uit de baten van het bewezen verklaarde witwassen wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. De grondslag voor ontneming van wederrechtelijk voordeel kan daarom niet worden ontleend aan een veroordeling wegens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 36e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Daarmee is niet uitgesloten dat ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel op een andere grondslag dan artikel 36e, eerste lid Sr, wordt gebaseerd.
Uit artikel 36e, derde lid Sr, volgt dat ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ook mogelijk is, indien aannemelijk is dat andere strafbare feiten op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Dat kan als de veroordeling een misdrijf betreft dat bedreigd wordt met een geldboete van de vijfde categorie.
In deze zaak is sprake van een veroordeling wegens het misdrijf witwassen, waarvoor de vereiste geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank sprake van andere strafbare feiten, die er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen:
  • Dat volgt alleen al uit de aard van de witwasdelicten. Witwashandelingen hebben immers per definitie betrekking op voorwerpen die afkomstig zijn uit enig misdrijf. Uit de bewezenverklaring volgt dat sprake is van een voorafgaand gepleegd gronddelict. In dit geval is ook duidelijk om welke ander strafbare feiten het gaat, namelijk de afdreiging van [naam 1] (hierna: [naam 1] ), de afdreiging van [naam 2] (hierna: [naam 2] ), de afdreiging van [naam 3] (hierna: [naam 3] ) en de oplichting van [naam 4] (hierna: [naam 5] ).
  • Daarnaast is het aannemelijk dat [naam 6] (hierna: [naam 6] ), [naam 7] (hierna: [naam 7] ) en [naam 8] (hierna: [naam 8] ) geld hebben overgemaakt naar de rekening van de veroordeelde naar aanleiding van een oplichting en dat die oplichting heeft geleid tot wederrechtelijk verkregen voordeel voor de veroordeelde. Daarbij zijn van belang de verklaringen van die [naam 6] , [naam 7] en [naam 8] (dat ze geld hebben overgemaakt voor een seksafspraak, terwijl de ‘vrouw’ met wie ze hadden afgesproken niet kwam opdagen) en het onderzoek dat is gedaan naar de bankrekening van de veroordeelde (waaruit blijkt dat het geld van de opgelichte personen op zijn bankrekening is gestort).
  • Voorts is aannemelijk dat [naam 9] (hierna: [naam 9] ), [naam 10] (hierna: [naam 10] ), [naam 11] (hierna: [naam 11] ) en [naam 12] (hierna: [naam 12] ) geld hebben overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 1] (hierna: [verdachte 1] ), respectievelijk de bankrekening van de veroordeelde, naar aanleiding van een afdreiging en dat die afdreiging heeft geleid tot wederrechtelijk verkregen voordeel voor de veroordeelde. Daarbij zijn van belang de aangiftes door [naam 9] , [naam 10] en [naam 11] (waaruit blijkt dat ze geld hebben overgemaakt naar aanleiding van een afdreiging / om te voorkomen dat hun naaktfoto’s zouden worden verspreid), het onderzoek naar de bankrekening van [verdachte 1] (waaruit blijkt dat het geld van [naam 9] , [naam 10] en [naam 11] op zijn bankrekening is gestort), het onderzoek naar de bankrekening van de veroordeelde (waaruit blijkt dat het geld van [naam 12] op zijn bankrekening is gestort) en de verklaring van [verdachte 1] dat hij de pas van zijn bankrekening heeft moeten afstaan aan de veroordeelde, dat de veroordeelde voor lange tijd de beschikking had over zijn bankrekening en dat het geld dat hij zelf heeft gepind, heeft afgedragen aan de veroordeelde.
Volgens de Hoge Raad geldt daarbij niet de eis dat die ‘andere strafbare feiten’ door de betrokkene zijn begaan. Wie de pleger van het gronddelict is, kan hier daarom in het midden blijven.
Op basis van het dossier is niet aannemelijk geworden dat de zaken 24, 26, 29, 30, 31, 36 en 47, de ambtshalve zaken 8, 9 en 10 en een ongenummerde zaak – die worden betrokken in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, opgemaakt op 23 december 2019 – tot enig voordeel hebben geleid voor de veroordeelde. Daarom zullen deze zaken niet worden betrokken bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel

4.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de vordering gewijzigd, in die zin dat het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op een bedrag van € 5.766,00. De officier van justitie heeft zich bij de berekening (grotendeels) gebaseerd op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, opgemaakt op 23 december 2019.
De conclusie van dit rapport is, dat het door de veroordeelde totale wederrechtelijk verkregen voordeel € 10.124,00 bedraagt. In het rapport is ervan uitgegaan dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen ten aanzien van de zaken 1, 24, 26, 27, 29, 30, 31, 36, 41, 42, 43, 44, 47 en 48 en de ambtshalve zaken 7, 8, 9, 10 11, 12, 13 en 14 en een ongenummerde zaak. Daarbij is tot uitgangspunt genomen dat de veroordeelde de volledige opbrengst kreeg van de strafbare feiten uit de zaken 24, 26, 27, 29, 30, 31, 36, 41, 42, 43, 44, 47 en 48, de ambtshalve zaken 7, 8, 9, 10 11, 12, 13 en 14 en de ongenummerde zaak. In zaak 1 is tot uitgangspunt genomen dat de veroordeelde:
  • het bedrag (van € 1.500,00) dat [naam 1] had overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 2] (hierna: [verdachte 2] ) heeft verdeeld met [verdachte 3] en € 50,00 heeft afgedragen aan [verdachte 2] ;
  • het bedrag (van € 500,00) dat [naam 1] heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 4] (hierna: [verdachte 4] ) voor zichzelf heeft gehouden.
De officier van justitie komt op een ander bedrag uit dan het rapport, omdat hij uitgaat van wederrechtelijk verkregen voordeel in de zaken 1, 27, 41, 42, 43, 44 en 48 en de ambtshalve zaken 7, 11, 12, 13 en 14 (en niet in de zaken 24, 26, 29, 30, 31, 36 en 47, de ambtshalve zaken 8, 9 en 10 en de ongenummerde zaak, omdat onvoldoende aannemelijk is dat deze zaken tot wederrechtelijk verkregen voordeel hebben geleid voor de veroordeelde). Daarnaast gaat de officier van justitie ervan uit dat de veroordeelde het bedrag dat [naam 1] heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 4] , heeft gedeeld met [verdachte 5] (hierna: [verdachte 5] ) en dat de veroordeelde in zaak 27 een deel van de buit (het bedrag dat op de dag van de beroving is opgenomen met de pinpas van het [verdachte 6] (hierna: [verdachte 6] )) heeft gedeeld met een mededader en het bedrag dat een dag na de overval is opgenomen geen wederrechtelijk voordeel is voor de veroordeelde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel daarom moet worden geschat op een bedrag van € 5.766,00.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de veroordeelde heeft zich op de terechtzitting van 14 november 2024 op het standpunt gesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel conform de berekening van de officier van justitie moet worden geschat op een bedrag van € 5.766,00.
4.3.
Bewijsmiddelen
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen.
1.
De gebruikte bewijsvoering in het vandaag gewezen vonnis van deze rechtbank in de strafzaak tegen de veroordeelde:
Deze bewijsvoering neemt de rechtbank hier over en is (voor de leesbaarheid) als
bijlageaan dit vonnis gehecht. De voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel redengevende feiten en omstandigheden ontleent de rechtbank rechtstreeks aan de in de strafzaak gebezigde bewijsmiddelen. In de ontnemingszaak verbindt de rechtbank op grond van dezelfde overwegingen dezelfde gevolgtrekkingen aan die bewijsmiddelen als in de strafzaak.
Hieronder is de inhoud samengevat weergegeven.
Algemeen
De veroordeelde maakte als kernlid deel uit van een criminele organisatie (die zich bezighield met afdreigingen) gedurende de periode 1 december 2017 tot en met 1 oktober 2019. [1]
Zaak 1De veroordeelde heeft samen met anderen in de periode van [geboortedatum 4] 2018 tot en met 15 februari 2018 een geldbedrag van € 32.600,00 (afkomstig van afdreiging) witgewassen.
[naam 1] heeft in die periode geld overgemaakt naar verschillende bankrekeningen om te voorkomen dat zijn naaktfoto’s zouden worden verspreid, onder andere die op naam van [verdachte 2] en [verdachte 4] . [2]
[naam 1] heeft in totaal € 1.500,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 1] op naam van [verdachte 2] . [3] [verdachte 2] heeft het op zijn bankrekening gestorte bedrag op 5, 6 en 8 februari 2019 opgenomen samen met [verdachte 3] en de veroordeelde en een vergoeding van € 100,00 gekregen. [4]
[naam 1] heeft in totaal € 500,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 2] , op naam van [verdachte 4] . [5] [verdachte 4] heeft het geld een dag later opgenomen en aan de veroordeelde gegeven. De veroordeelde was toen samen met [verdachte 5] . [6]
Zaak 27
De veroordeelde heeft (samen met een ander persoon) [verdachte 6] beroofd. De veroordeelde en een ander persoon hebben de pet van [verdachte 6] (ter waarde van € 105,00) weggenomen en een geldbedrag van € 180,00 van de bankrekening van [verdachte 6] . [7] [verdachte 6] heeft verklaard dat de veroordeelde zijn pet heeft meegepakt. Op een foto die is geplaatst op het Instagram-account van de veroordeelde is de veroordeelde te zien met precies eenzelfde pet als die gestolen is van [verdachte 6] .
Zaken 43 en 44 en ambtshalve zaak 7
[naam 5] heeft € 175,00 overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, [naam 2] heeft € 600,00 overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde en [naam 3] heeft € 1.000,00 overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde. Deze bedragen zijn overgemaakt naar aanleiding van twee afdreigingen en een oplichting. [8]
2.
Het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel dat op 23 december 2019 is opgemaakt (hieronder samengevat weergegeven):
Zaak 41[naam 9] heeft in totaal € 500,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 3] , op naam van [verdachte 1] , om te voorkomen dat zijn naaktfoto’s zouden worden verspreid. [verdachte 1] verklaarde dat hij zijn bankpas en ID-bewijs onder druk heeft afgegeven aan de veroordeelde. [9]
Zaak 42[naam 10] heeft in totaal € 896,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 3] , op naam van [verdachte 1] , om te voorkomen dat zijn naaktfoto’s zouden worden verspreid. [verdachte 1] verklaarde dat hij zijn bankpas en ID-bewijs onder druk heeft afgegeven aan de veroordeelde. [10]
Zaak 48
[naam 11] heeft in totaal € 900,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 3] , op naam van [verdachte 1] , om te voorkomen dat zijn naaktfoto’s zouden worden verspreid. [verdachte 1] verklaarde dat hij zijn bankpas en ID-bewijs onder druk heeft afgegeven aan de veroordeelde. Er werd dezelfde dag € 900,00 opgenomen. [11] Ambtshalve zaak 11
[naam 6] heeft in totaal € 120,00 overgemaakt voor een seksafspraak naar het bankrekeningnummer [bankrekening 4] op naam van [de veroordeelde] . De ‘vrouw’ is niet komen opdagen. [12]
Ambtshalve zaak 12[naam 7] heeft in totaal € 100,00 overgemaakt voor een seksafspraak naar het bankrekeningnummer [bankrekening 4] op naam van [de veroordeelde] . De ‘vrouw’ is niet komen opdagen. [13]
Ambtshalve zaak 13[naam 8] heeft in totaal € 150,00 overgemaakt voor een seksafspraak naar het bankrekeningnummer [bankrekening 4] op naam van [de veroordeelde] . De ‘vrouw’ is niet komen opdagen. [14]
Ambtshalve zaak 14[naam 12] heeft in totaal € 180,00 overgemaakt naar het bankrekeningnummer [bankrekening 4] , op naam van [de veroordeelde] , naar aanleiding van een afdreiging. [15]
3.
Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte [verdachte 1] , nummer 1006, opgemaakt en ondertekend op 19 november 2019 (hieronder samengevat weergegeven):
[verdachte 1] heeft verklaard dat hij niks weet over de door [naam 11] , [naam 10] en [naam 9] naar zijn bankrekening overgemaakte bedragen. Hij heeft in verband met deze transacties verklaard dat hij zijn bankrekening voor lange tijd ter beschikking heeft gesteld aan [de veroordeelde] . [de veroordeelde] was volgens [verdachte 1] in het bezit van de bankpas van zijn bankrekening. [verdachte 1] heeft verklaard dat hij hier niks voor heeft gekregen. [verdachte 1] heeft verder verklaard dat hij één keer zelf geld heeft opgenomen (€ 800,00) en dat geld heeft hij aan [de veroordeelde] gegeven. [verdachte 1] herkent [de veroordeelde] op foto nummer 23.
4.
Het proces-verbaal ID getoonde foto’s, nummer 1361, opgemaakt en ondertekend op 12 maart 2020 (hieronder samengevat weergegeven):
Aan [verdachte 1] zijn tijdens het verhoor op 19 november 2019 verschillende foto’s getoond.
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1] .
4.4.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de volgende berekening.
Opbrengst
Uit het dossier blijkt dat [naam 1]
€ 1.500,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 2] en
€ 500,00naar de bankrekening van [verdachte 4] . Uit het dossier blijkt verder dat [naam 5]
€ 175,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, dat [naam 2]
€ 600,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, dat [naam 3]
€ 1.000,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, dat [naam 6]
€ 120,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, dat [naam 7]
€ 100,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde, dat [naam 8]
€ 150,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde en dat [naam 12] in totaal
€ 180,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van de veroordeelde. Uit het dossier blijkt voorts dat [naam 9]
€ 500,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 1] , dat [naam 10]
€ 896,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 1] en dat [naam 11]
€ 900,00heeft overgemaakt naar de bankrekening van [verdachte 1] . Voornoemde bedragen zijn allemaal overgemaakt naar aanleiding van afdreigingen, dan wel oplichtingen. Uit de verklaringen van [verdachte 4] , [verdachte 2] en [verdachte 1] blijkt dat ze fungeerden als katvanger.
Uit het dossier blijkt daarnaast dat de veroordeelde, samen met een ander, [verdachte 6] (hierna: [verdachte 6] ) heeft beroofd. Hij heeft een pet (ter waarde van
€ 105,00) en een geldbedrag van
€ 180,00(van de rekening) van [verdachte 6] weggenomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen voornoemde bedragen als opbrengst (van strafbare feiten) worden aangemerkt. In totaal komt de opbrengst op een bedrag van
€ 6.906,00(€ 1.500,00 + € 500,00 + € 175,00 + € 600,00 + € 1.000,00 + € 120,00 +
€ 100,00 + € 150,00 + € 180,00 + € 500,00 + € 896,00 + € 900,00 + € 105,00 + € 180,00).
Verdeling opbrengst en kosten
Vervolgens is de vraag hoe de opbrengst werd verdeeld en in hoeverre er kosten waren voor de veroordeelde.
Uit het dossier blijkt dat [verdachte 2] het geld van [naam 1] verspreid over drie dagen heeft opgenomen, dat dit samen was met [verdachte 3] en de veroordeelde en dat [verdachte 2] het geld aan de veroordeelde heeft gegeven. De rechtbank acht aannemelijk dat het geld onderling tussen [verdachte 3] en de veroordeelde is verdeeld en dat [verdachte 2] voor het pinnen een vergoeding van € 100,00 heeft gekregen. Dat betekent dat de veroordeelde een wederrechtelijk voordeel heeft genoten van
€ 700,00((€ 1.500,00 - € 100,00) : 2).
Uit het dossier blijkt daarnaast dat [verdachte 4] het geld van [naam 1] een dag later heeft opgenomen en aan de veroordeelde heeft gegeven, die toen samen was met [verdachte 5] . De rechtbank acht aannemelijk dat het geld onderling tussen de veroordeelde en [verdachte 5] is verdeeld. Dat betekent dat de veroordeelde een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten van
€ 250,00(€ 500,00 : 2).
Uit het dossier blijkt verder dat de beroving van [verdachte 6] door twee personen is gepleegd: de veroordeelde en een ander persoon. De rechtbank acht het aannemelijk dat het van de rekening van [verdachte 6] opgenomen geld door hun tweeën is gedeeld, zodat het wederrechtelijk voordeel per persoon op
€ 90,00(€ 180 : 2) wordt geschat. Gelet op de verklaring van [verdachte 6] en de foto die op het Instagram-account van de veroordeelde is geplaatst, is het naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk dat de veroordeelde de pet zelf heeft gehouden. De rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel door de diefstal van de pet op
€ 105,00.
Uit het dossier blijkt voorts dat de veroordeelde de beschikking had over de bankpas van [verdachte 1] (en over het geld dat op de rekening werd gestort) en dat het geld dat door [naam 11] , [naam 10] en [naam 9] is overgemaakt naar de veroordeelde ging. [verdachte 1] kreeg voor het ter beschikking stellen van zijn bankrekening geen vergoeding. De rechtbank schat het wederrechtelijk verkregen voordeel daarom op
€ 2.296,00(€ 500,00 + € 896,00 + € 900,00). Niet gebleken is dat de veroordeelde, als kernlid van een criminele organisatie die zich bezig hield met afdreigingen, het geld moest delen met andere personen.
Niet gebleken is dat de veroordeelde het geld dat direct op zijn rekening werd gestort moest delen met anderen. Daarom schat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van
€ 2.325,00(€ 175,00 + € 600,00 + € 1.000,00 + € 120,00 + € 100,00 + € 150,00 + € 180,00).
4.5.
Conclusie schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van het voorgaande schat de rechtbank het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van
€ 5.766,00(€ 700,00 + € 250,00 + € 90,00 + € 105,00 + € 2.296,00 + € 2.325,00).

5.De vaststelling van de betalingsverplichting

5.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de betalingsverplichting moet worden vastgesteld op hetzelfde bedrag als het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat de overschrijding van de redelijke termijn reeds voldoende is gecompenseerd in de strafeis.
5.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de veroordeelde heeft zich op de terechtzitting van 14 november 2024 op het standpunt gesteld dat de betalingsverplichting conform de berekening van de officier van justitie kan worden vastgesteld op een bedrag van € 5.766,00.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de maatregel ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat vooralsnog niet aannemelijk is geworden dat de veroordeelde nu en in de toekomst over onvoldoende financiële draagkracht zal beschikken om aan een hem opgelegde betalingsverplichting te voldoen.
Ook overigens is niet gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan het door de veroordeelde te betalen bedrag lager zou moeten worden vastgesteld dan op het bedrag van het geschatte voordeel.
Tot slot constateert de rechtbank dat, net als in de strafzaak, de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM met meer dan drie jaren is overschreden. De rechtbank is van oordeel dat de schending van de redelijke termijn voldoende is gecompenseerd door aanzienlijke matiging van de in de strafzaak opgelegde straf. De ontnemingszaak en de strafzaak zijn gelijktijdig behandeld, waardoor de rechtbank in deze zaak zal volstaan met de vaststelling dat de redelijke termijn is geschonden.
5.4.
Conclusie vaststelling betalingsverplichting
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank de betalingsverplichting vast op een bedrag van € 5.766,00.

6.Het toepasselijke wetsartikel

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

7.De beslissing

De rechtbank:
stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 5.766,00;
legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van
€ 5.766,00aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 115 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. J. Holleman, rechter,
mr. F. Bouman, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 november 2024.
Bijlage
De bewijsvoering uit het in de strafzaak gewezen vonnis van deze rechtbank, voor zover relevant.
I. De bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH5R018013, van de politie eenheid Den Haag, Districtsrecherche Westland - Delft, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 12147).
Ten aanzien van feit 1 (parketnummer 09/807694-19)
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 november 2019, voor zover inhoudende (p. 6095 tot en met p. 6116):
Op 26 september 2019 is er door het Observatie team een technisch hulpmiddel ingezet om de imei nummers van de telefoons die in gebruik waren door de verdachten, zichtbaar te krijgen voor het onderzoeksteam. Bij verdachte [verdachte 3] werd onder andere imei nummer [IMEI-nummer] vastgesteld.
Uit onderzoek bleek dat de verdachte [verdachte 3] op 29 september 2019 in Zoetermeer door de politie was gecontroleerd. Uit onderzoek in de mobiele verkeersgegevens van het genoemde imei nummer bleek dat dit imei nummer op die dag, daar in Zoetermeer bij een basisstation had aangestraald. Ook bleek dat het imei nummer in de nachtelijke uren bij het basisstation in [plaatsnaam 1] had aangestraald. Het woonadres, [adres 2] te [plaatsnaam 1] , van verdachte [verdachte 3] ligt in het zendgebied van het basisstation.
Op 30 september 2019 is een mondeling bevel gegeven om op het genoemde imei nummer een spraaktap aan te sluiten.
Op 27 september 2019 werd het imei nummer gebeld en werd er opgenomen met: "Met [bijnaam 1] ". Uit onderzoek is gebleken dat " [bijnaam 1] " de bijnaam van [verdachte 3] is.
Op 27 september 2019 werd het imei nummer gebeld door een vrouw, wat later zijn moeder bleek te zijn, die aan de verdachte [verdachte 3] vraagt om het rijbewijs van zijn broer [de veroordeelde] op te halen aan bureau Zoetermeer. Door deze informatie kon het niet anders dan dat de verdachte [verdachte 3] gebruik maakte van dit imei nummer.
Wat opviel aan het telefoongebruik van [verdachte 3] was dat de telefoon meerdere keren wisselde van simkaart. Er was te zien dat er gebruik werd gemaakt van telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
Op 1 oktober 2019 straalde de telefoon met imei nummer uit in de omgeving van het Shanghai hotel gevestigd aan de Kleveringweg 11 te Delft. Omstreeks 08:52 uur is [verdachte 3] in zijn hotelkamer aangehouden. Onder de matras waar de verdachte had geslapen is een mobiele telefoon aangetroffen van het merk Apple IPhone met imeinummer [IMEI-nummer] .
Op 18 november 2019 deed ik onderzoek naar de veiliggestelde data van de in beslag genomen telefoon van de verdachte [verdachte 3] .
Op 23 september 2019 van 23.21:19 uur tot 23.27:04 uur zijn er in totaal 80 foto's van een naakte blonde vrouw op de telefoon opgeslagen. Ik herken deze foto's als de foto's die zijn gebruikt bij meerdere afpersingen of pogingen tot afpersingen.
Op 23 september 2019 om 23:58:38 uur heeft de gebruiker van de telefoon de website
www. novamora.nl bezocht. Om 23:58:59 is er met de telefoon een profiel genaamd " [profielnaam 1] " aangemaakt op Nova Mora.
Op 24 september 2019 om 01:02:06 uur start er een WhatsApp gesprek met [naam 13] met
telefoonnummer [telefoonnummer 3] . De gebruiker van de telefoon gebruikt hier de naam ' [profielnaam 1] '. In dit gesprek is te zien dat ' [profielnaam 1] ' aan [naam 13] vraagt waar hij haar heeft gevonden. [naam 13] geeft als antwoord Nova Mora. Tijdens dit gesprek worden er uiteindelijk foto's over en weer naar elkaar gestuurd waaronder een naaktfoto van het geslachtsdeel van [naam 13] in opgewonden toestand. [profielnaam 1] stuurt een foto terug waarop een naakt bovenlichaam van een vrouw te zien is. Dit betreft een foto die afkomstig is van de website www.xhamster.com. [naam 13] vraagt specifiek om een foto waarbij zij een handkus moet geven. Omdat er op de site www.xhamster.com geen foto staat van de vrouw die een handkus geeft, stopt het gesprek.
Op 24 september 2019 wordt er via WhatsApp gesproken met [naam 14] , telefoonnummer [telefoonnummer 4] . In dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd en zie je dat het gesprek op 25 september 2019 stopt en dat er niet meer gereageerd wordt door ' [profielnaam 1] '. Waarom het gesprek stopt is niet duidelijk.
Op 24 september 2019 wordt er via WhatsApp gesproken met nummer
[telefoonnummer 5] . Tijdens dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd en houdt het gesprek op 25 oktober 2019 op en wordt er niet meer gereageerd door ' [profielnaam 1] '. Ook hier is niet duidelijk waarom het gesprek ineens stopt.
Op 24 september 2019 wordt er via WhatsApp gesproken met [naam 15] , telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Tijdens dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd. [naam 15] stuurt een naaktfoto van zijn geslachtsdeel in opgewonden stand. Op foto is te zien dat [profielnaam 1] vraagt om een foto waarop zijn hele lichaam naakt te zien is Nadat er nog meer berichten en foto's zijn gestuurd begint om 2021:29 uur de afpersing met het volgende bericht gestuurd door' [profielnaam 1] ' "Luister heel goed [naam 15] ! Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie je bent en wat ie doet waar ie woont, werkt en wie al je dierbaren zijn. Ik weet alles over je! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's/video's en app gesprekken doorstuur naar [namen familie en vrienden 1] en al je andere vrienden, familie en collega's kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te negeren of blokkeren want ik weet ie te vinden in [plaatsnaam 2] en via je hele familie [familienaam 1] !"
Op 24 september 2019 worden er al vijf WhatsApp gesprekken gevoerd met verschillende mannen die denken in contact te zijn met een vrouw genaamd ' [profielnaam 1] '. In alle gesprekken waarbij foto's zijn gestuurd door ' [profielnaam 1] ' zijn de foto's gebruikt afkomstig van www.xhamster.com.
Op 25 september 2019 om 9:15:51 uur heeft er via WhatsApp een gesprek plaatsgevonden met [naam 16] met telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Tijdens dit gesprek zijn er foto's over en weer gestuurd maar stopt het gesprek op 30 september 2019 om 21:32:09 uur omdat [profielnaam 1] niet meer reageert. Dit is de avond voor de aanhouding van de verdachte [verdachte 3] .
Op 26 september 2019 hebben er twee WhatsApp gesprekken plaatsgevonden. Bij één gesprek zijn geen foto's verstuurd en bij het andere gesprek alleen een foto van het gezicht van de man. De gesprekken zijn hierna beëindigd door ' [profielnaam 1] ' die niet meer reageerde.
Op 27 september 2019 worden er nog negen (9) WhatsApp gesprekken gehouden met
verschillende mannen. In al deze gesprekken stopt het contact vrij snel. In sommige gesprekken worden er nog wat foto's gestuurd maar stopt het gesprek daarna alsnog door ' [profielnaam 1] ' die niet meer reageerde.
Op 28 september 2019 worden er zes en twintig (26) WhatsApp gesprekken gehouden met
verschillende mannen. In acht gesprekken wordt [profielnaam 1] benaderd door de man zelf en
reageert zij hier niet op. In vijftien gesprekken wordt er wel over en weer gesproken en soms ook een foto gestuurd maar stopt het gesprek ineens omdat ' [profielnaam 1] ' niet meer reageerde. In drie van deze gesprekken vindt een daadwerkelijke afpersing plaats waaronder die van [naam 17]
Op 28 september 2019 om 1:17:01 uur is er een WhatsApp gesprek geweest met [naam 18] met telefoonnummer [telefoonnummer 7] . Tijdens dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd. Nadat [naam 18] naar een locatie Almere Buiten is gereden omdat hij dacht dat hij een date zou hebben met ' [profielnaam 1] ', wordt ook Bas afgeperst met de tekst: Luister heel goed [naam 18] ! Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie je bent en wat je doet waar je woont, werkt en wie al je dierbaren zijn lk weet alles over je! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's/video's en app gesprekken doorstuur naar [namen familie en vrienden 2] , en al je andere vrienden, familie en collega's kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te NEGEREN of BLOKKEREN want ik maak geen grappen!!"
Op 28 september 2019 om 0:48:49 uur start er een WhatsApp gesprek met [naam 19] met telefoonnummer [telefoonnummer 8] . In dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd. Ook in deze afpersing zie je dat ' [profielnaam 1] ' vraagt om foto's waar [naam 19] helemaal naakt op te zien is. Uiteindelijk stuurt [naam 19] deze foto's en begint de afpersing met de tekst: "Luister heel goed [naam 19] ! Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie ie bent en wat je doet waar je woont, werkt en wie al je dierbaren zijn. lk weet alles over ie! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's en app gesprekken online zet en doorstuur naar al ie dierbaren je vrouw [namen familie en vrienden 3] en al je andere vrienden, familie en collega's kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te NEGEREN of BLOKKEREN want ik weet thuis aderes te vinden in [plaatsnaam 3] ! en via je werk [naam 20] ...!!!
Op 28 september 2019 om 23.40.45 uur start er een WhatsApp gesprek met [naam 21] met telefoonnummer [telefoonnummer 9] .ln dit gesprek worden er over en weer naaktfoto's gestuurd. Ook in deze afpersing zie je dat ' [profielnaam 1] ' vraagt om foto's waar [naam 21] helemaal naakt op te zien is. [naam 21] stuurt meerdere foto's van zichzelf en vraagt of ' [profielnaam 1] ' naar hem toe wilt komen en geeft zijn adres. [naam 21] vraagt of ' [profielnaam 1] ' wilt laten weten als zij er bijna waarop ' [profielnaam 1] ' stuurt:
" Sorry!' en dan begint de afpersing met: "Luister heel goed [naam 21] ! lk heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie je bent en wat je doet waar je woont, werkt en wie al je dierbaren zijn. Ik weet alles over je! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's en app gesprekken online zet en doorstuur naar al je dierbaren [namen familie en vrienden 4] en al je andere vrienden, familie en collega’s kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te NEGEREN of BLOKKEREN want ik weet thuis aderes te vinden n [plaatsnaam 4] [adres 3] ! en contacteer je via je hele familie [familienaam 2] ...!!!"
Op 30 september 2019 om 0:41 :01 uur start er een WhatsApp gesprek met [naam 22] ,
telefoonnummer [telefoonnummer 10] . Nadat er over en weer naaktfoto's zijn gestuurd begint ' [profielnaam 1] ' met de afpersing met: "Luister heel goed [naam 22] Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie je bent en wat je doet waar ie woont, werkt en wie al ie dierbaren zijn. Ik weet alles over je! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's en app gesprekken online zet en doorstuur naar al je dierbaren [namen familie en vrienden 5] en al je andere vrienden, familie en collega's kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te NEGEREN of BLOKKEREN want ik weet thuis aderes te vinden in [plaatsnaam 5] ! en contacteer ik je via je eigen bedrijf [bedrijfsnaam 1] .. .!!!"
Op 30 september 2019 om 14:04:54 uur start er een WhatsApp gesprek met [naam 23] met telefoonnummer [telefoonnummer 11] . Nadat er over en weer naaktfoto's zijn verstuurd begint ' [profielnaam 1] ' begint met de afpersing met: "Luister heel goed [naam 23] ! Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan en ik weet nu precies wie je bent en wat je doet waar je woont, werkt en wie al ie dierbaren zijn. ik weet alles over je! Als je niet wilt dat ik deze SCHANDALIGE foto's en app gesprekken online zet en doorstuur naar al je dierbaren [namen familie en vrienden 6] en al je andere vrienden, familie en collega's kunnen we nu een oplossing zoeken. EN durf me niet te NEGERE / of BLOKKEREN want ik weet thuis aderes te
vinden in kloosterzande ! en contacteer ik je werk [bedrijfsnaam 2] ...!!!"
Bij alle hierboven omschreven afpersingen wordt dezelfde werkwijze gebruikt. In alle gevallen wordt dezelfde tekst gebruikt. Je ziet dat bij elke afpersing dezelfde tekst wordt gestuurd waarin ook woorden met hoofdletters is geschreven. Je ziet in al deze berichten 'aderes' staan waar adres moet staan. In deze berichten wordt de naam van het slachtoffer aangepast en de namen van de familie en of vrienden worden veranderd. Ook worden in alle afpersingen dezelfde foto's van de vrouw gebruikt afkomstig van de internetsite www.xhamster. com.
Tijdens het onderzoek in de telefoon zag ik dat er 15 notities in stonden. De eerste notitie is van [geboortedatum 2] 2019 en de laatste notitie is van 30 september 2019. Ik zag dat er op 29 september 2019 om 14:30:44 een notitie is aangemaakt waarin een tekst staat vanuit de naam van [profielnaam 1] . In deze tekst staat telefoonnummer [telefoonnummer 1] waarop [profielnaam 1] te bereiken is. Dit betreft het zelfde telefoonnummer als die op de lijst van het imei nummer stond toen deze werd gebruikt door de verdachte [verdachte 3] .
(…) Wel zag ik dat er een snapchat account was aangemaakt en de account naam [snapchataccount] betrof. Ik zag dal het account was geactiveerd met e-mail adres [e-mail adres] en het telefoonnummer [telefoonnummer 12] .
Ik zag dat er in totaal 25.182 afbeeldingen op de telefoon staan en dat er 364 video's op de telefoon staan. lk heb onderzoek gedaan naar deze afbeeldingen. Ik zag dat er heel veel foto's en video's van naakte mannen en vrouwen op de telefoon staan. Ook zag ik dat er printscreens op de telefoon staan afkomstig van Facebook accounts. Uit onderzoek blijken dat de Facebook accounts te zijn van vrienden en familie van de slachtoffers zoals al eerder hierboven omschreven.
Ik zag meerdere filmpjes op de telefoon staan waar ik de verdachte [verdachte 3] voor 100% herkende.
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 7] , opgemaakt op 7 november 2019, voor zover inhoudende (p. 4040):
Uit hoeveel jongens bestaat de groep van [bijnaam 2] en die [bijnaam 3] ?
Ik denk een stuk of 10. De harde kern bestaat uit 5 a 8 personen zoals [bijnaam 2] en die [bijnaam 3] . De rest komt en gaat weer. Het zijn jongens uit [plaatsnaam 1] . Bij hun staat geld op nummer 1. Ze doen daar alles voor. Bij [bijnaam 4] komen ze bij elkaar. Dat is dan of in zijn tuin of in de speeltuin op het gras. Ze spreken met elkaar af hoeveel procent ze krijgen van een klus. En dan regelen ze dingen met elkaar. Dan laten ze iemand komen die weer kan helpen met de klus. Ze communiceren via Snap, want dan verdwijnt het bericht.
We hebben het de hele tijd over [bijnaam 2] . We tonen jou een foto 23 Wie is dit?
Dat is mijn neef, [de veroordeelde] .
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 juni 2019, voor zover inhoudende (p. 4045 en p. 4046):
Op 7 juni 2019 is verdachte [verdachte 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1997 te [geboorteplaats 2] , aan het hoofdbureau Eenheid Den Haag, gehoord als verdachte van diefstal met geweld in vereniging. Tijdens dit verhoor zijn er meerdere foto's met verdachten uit het onderzoek aan de verdachte [verdachte 7] getoond.
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1]
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 januari 2019, voor zover inhoudende (p. 7825):
Op [geboortedatum 11] 2018 waren wij werkzaam als wijkagent binnen het werkgebied van Delft .
De kinderrechter had een voorlopige onder toezicht stelling (VOTS) afgegeven. De minderjarige betreft [minderjarige] , geboren [geboortedatum 3] 2002.
Op het moment dat wij [minderjarige] in ons surveillance voertuig naar [instelling] brachten, begon zij te vertellen over de situatie waar zij in beland was.
Alvorens [minderjarige] vertelde in welke situatie zij zat, zei [minderjarige] ;
Ik vertel jullie gewoon alles wat ik weet, ik vertel jullie wel hoe ze te werk gaan.
[verdachte 3] zit vast omdat hij mensen heeft opgelicht en bedreigd heeft. Hij heeft mij zelf verteld wat hij allemaal gedaan heeft. [verdachte 3] licht mensen op als zij een afspraak maken via een sexsite. Via verschillende sexsites worden advertenties geplaatst. Als mannen op deze advertentie reageren volgt er een chatsessie. [verdachte 3] doet zich voor als vrouw tijdens de gesprekken via de chat. Als de man of jongen reageert, wordt om een foto gevraagd, meestal is dit een naaktfoto of een gedeeltelijke naaktfoto. [verdachte 3] voert de gesprekken met verschillende telefoons. Als de persoon een foto gestuurd heeft, zoeken "ze" via facebook, twitter, snapchat en dergelijk of ze informatie over deze man of jongen kunnen vinden qua werk, thuissituatie enz. Als ze informatie hebben gevonden benaderen ze de man of jongen die de foto gestuurd en wordt deze afgeperst. Ze zeggen dan bijvoorbeeld dat ze de foto naar de vrouw of vriendin zullen sturen of naar de werkgever sturen. Om te voorkomen dat de foto's gedeeld worden, willen ze geld. Op deze manier verdienen [verdachte 3] en zijn broer [de veroordeelde] veel geld. Ja, [de veroordeelde] doet ook mee met deze oplichtingen. Ze doen dat met een aantal jongens uit de wijk. [verdachte 3] vertelde mij dat hij dit al vanaf zijn 13e jaar deed.
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 4] , opgemaakt op 17 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 478 tot en met p. 488):
Aan de verdachte wordt foto nummer 19 getoond en gevraagd of zij deze persoon herkent en waarvan zij deze persoon kent
Ja, die ken ik. Hij was de bestuurder van de auto toen [de veroordeelde] naar Rotterdam kwam om het
geldbedrag van 500,- euro op te halen wat ik had gepind. Ik weet alleen zijn bijnaam, ze noemen hem [bijnaam 3] .
Aan de verdachte wordt foto nummer 23 getoond en gevraagd of zij deze persoon herkent en waarvan zij deze persoon kent
Ja, dat is [de veroordeelde] waarover ik heb verklaard.
Heeft [de veroordeelde] er weleens over gesproken dat hij personen oplicht of afperst?
Ik weet dat ze met dat internet bankieren bezig zijn. Ze sturen dan een Snapchat van wie er snel geld wil verdienen. Ze noemen dan een bedrag wat je kan verdienen. Ze zoeken dan iemand die een bankrekening ter beschikking heeft om geld te laten storten. Degene krijgt daar dan een bedrag voor.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op [geboortedatum 10] 2019, voor zover inhoudende (p. 489 en p. 490):
Foto 19: [verdachte 5] geboren op [geboortedatum 4] 1999 te [geboorteplaats 3]
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1]
7. Het proces-verbaal, opgemaakt op 4 november 2020 voor zover inhoudende (p. 63):
Hieronder een aantal berichten van het Snapchat account van [verdachte 5] . In de berichten
worden bankpassen gevraagd van verschillende banken in Nederland en België.
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
8. Het proces-verbaal, opgemaakt op 4 november 2020 voor zover inhoudende (p. 59):
Hieronder ziet u een WhatsApp-gesprek van [de veroordeelde] waaruit blijkt dat hij samenwerkt met zijn broer [verdachte 3] .
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
9. Het proces-verbaal, opgemaakt op 4 november 2020 voor zover inhoudende (p. 53):
Hieronder staan enkele WhatsApp-gesprekken waaruit blijkt dat [de veroordeelde] de ronselaars aanstuurt om bankpassen te regelen.
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
10. Het proces-verbaal, opgemaakt op 4 november 2020 voor zover inhoudende (p. 56):
Hieronder een WhatsApp-gesprek waaruit blijkt hoe [de veroordeelde] de buit wil verdelen.
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
Hieronder WhatsApp-gesprekken over de verdeling van het geld aangetroffen op de telefoon van [de veroordeelde] .
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 7727 tot en met p. 7748):
Op 13 december 2019 deed ik onderzoek in de veiliggestelde WhatsApp contacten van de inbeslaggenomen mobiele telefoon van de verdachte [de veroordeelde] . Uit onderzoek blijkt dat [de veroordeelde] gebruik maakt van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 13] .
Chat 4
Participants: [whatsapp id 1] [bijnaam 5] , [whatsapp id 2]
Betreft ontvangen en verzonden berichten met betrekking tot het regelen van verschillende Spa's (bankpassen). Het nippen (pinnen) van geldbedragen, verhogen van dag limiet van de Spa's, kinder
Spa's (bankrekening minderjarige). In de WhatsApp gespreken wordt ook de naam [bijnaam 1]
( [verdachte 3] ) genoemd. Ook de naam [bijnaam 3] ( [verdachte 5] ) wordt genoemd.
Chat 6
Participants: [Facebook messenger id 1] [de veroordeelde] , [Facebook messenger id 2] [verdachte 8]
Betreft verzonden en ontvangen Facebook Messenger berichten tussen [de veroordeelde] en [verdachte 8]
( [verdachte 8] ) over het regelen van Spa's (bankpassen)
Chat 23
Participants [whatsapp id 3] [bijnaam 6] , [whatsapp id 2] ?
Betreft het regelen van Spa's (bankpassen) en hoeveel procent van de opbrengst er voor het
gebruik / regelen van de bankpas wordt betaald. Dat de passen zijn gevuld, het regelen van een zakelijke rekening, het aanvragen van een Spa (bankpas). [de veroordeelde] ontvangt berichten met inlogcodes van een bankrekening.
Chat 25
Participants: [whatsapp id 4] [bijnaam 7] , [whatsapp id 2] i,
Betreft het regelen van Spa's en het betalen van borg voor het gebruik ervan.
Chat 34
Participants : [whatsapp id 5] [bijnaam 8] , [whatsapp id 2]
Betreft dat er een N26 (debetcard) in bedrijf is en dat die van [bijnaam 3] ( [verdachte 5] ) vol gestort moet worden.
Chat 44
Participants: [whatsapp id 6] [bijnaam 9] , [whatsapp id 2] v
Betreft het regelen van Spa's, het verhogen en het doen van betaalverzoeken.
Chat 49
Participants: [whatsapp id 7] [bijnaam 10] en, [bijnaam 11] ( [telefoonnummer 14] ),
[whatsapp id 2]
Betreft over verdeling van de opbrengst dat dit lastig is omdat ze met drie man moeten eten (delen).
Ontvangen van een ABN AMRO bankrekening nummer waarop gestort kan / gaat worden. Het versturen van betaalverzoek zogenaamde Tikkies. Of het geld clean is, dat de bankrekening is geblokkeerd en het regelen van Spa's(bankrekeningen).
Chat 55
Participants: [whatsapp id 8] [bijnaam 12] ( [telefoonnummer 15] ),
[whatsapp id 2]
Betreft het regelen van Spa's (bankpassen) en hoeveel procent van de opbrengst er voor het
gebruik / regelen van de bankpas wordt betaald. Over het nippen(pinnen) van geld. Er een job is van 10K (tienduizend).
Tijdens het onderzoek van de veiliggestelde bestanden van mobiele telefoon zag ik dat er 187 WhatsApp contacten waren opgeslagen.
Naar aanleiding hiervan heb ik onderzoek gedaan over inkomende / verzonden berichten "betaalverzoeken" in de WhatsApp contacten.
In de WhatsApp gesprekken 6, 29, 44, 49, 51, 54, 56 verzoekt verdachte [de veroordeelde] aan zijn contacten om betaalverzoeken aan te maken. Na deze verzoeken krijgt verdachte [de veroordeelde] via WhatsApp betaalverzoeken van de ING bank toegezonden.
Een betaalverzoek is tot een bepaalde datum geldig. Een betaalverzoek kan meerdere keren
doorgestuurd worden. Een aantal van de betaalverzoeken worden voorzien van de tekst "Cadeau".
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 7772 en p. 7773):
Tijdens het onderzoek van de veilig gestelde bestanden van mobiele telefoon van de verdachte [de veroordeelde] zag ik in het foto bestand (Images) een foto van een internet App van de ING bank op naam van [verdachte 9] . Betreft een foto van de instelling van de internet bankieren ING bank App waar men het dag limiet kan verhogen.
Uit onderzoek blijkt dat op donderdag 21 februari 2019 [naam 24] aangifte deed ter zake afdreiging en oplichting. Hij had via WhatsApp een bericht en een foto van een schaars geklede dame ontvangen. Hij werd benaderd door een voor hem onbekende persoon. Vervolgens kreeg hij foto's van zijn vrouw, dochter, schoonzoon en zichzelf toegestuurd. Deze foto's werden gevolgd door een aantal naaktfoto's van zichzelf,. Om te voorkomen dat de naaktfoto's zouden worden verstuurd heeft [naam 24] tweemaal een bedrag van 1000,- euro middels een betaalverzoek overgemaakt naar ING bankrekening [bankrekening 5] . Onder omschrijving stond [omschrijving 1] Cadeau.
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 7782 tot en met p. 7784):
Tijdens het onderzoek van de veiliggestelde digitale bestanden van mobiele telefoon van de
verdachte [de veroordeelde] zag ik in het foto bestand( Images) een foto van een Rabobankpas op naam van [verdachte 10] .
Op 12 november 2018 deed [naam 25] aangifte ter zake afdreiging. Hij verklaarde via de erotische site chatgirl in contact was gekomen met een persoon genaamd [profielnaam 2] . Hij van deze [profielnaam 2] een naaktfoto via de WhatsApp kreeg toegestuurd met de vraag of hij van zichzelf ook een naaktfoto wilde sturen. [naam 25] had een naaktfoto van zichzelf gestuurd naar [profielnaam 2] . Na enkele dagen nam [profielnaam 2] contact op met hem over dat hij een bedrag van 1500,- euro moest overmaken om te voorkomen dat zijn naaktfoto naar zijn ex vriendin zou worden gestuurd. [profielnaam 2] schreef dat dit ook "zijn gym kon gaan kosten". Hij verklaarde dat hij eigenaar was van een sportschool. Hij heeft in totaal een bedrag van 1700,- euro overgemaakt naar Rabobank rekeningnummer [bankrekening 6] , tav [verdachte 10] om te voorkomen dat zijn naaktfoto’s zouden worden verspreid.
Uit onderzoek blijkt dat het Rabobank rekeningnummer [bankrekening 6] , op naam stond van [verdachte 10] geboren [geboortedatum 5] 2000 te [geboorteplaats 3] .
Op 10 januari 2019 werd [verdachte 10] als verdachte gehoord en verklaarde dat zij op een feestje een jongen was benaderd met de vraag of hij geld naar haar kon sturen.
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 januari 2020, voor zover inhoudende (p. 7785 tot en met p. 7787):
Tijdens het onderzoek van de in de veilig digitale gestelde bestanden van mobiele telefoon van de verdachte [de veroordeelde] zag ik in het foto bestand (Images) een foto van een ING betaalpas [bankrekening 7] op naam van [verdachte 11] .
Op 16 januari 2019 deed [naam 26] aangifte ter zake chantage / afpersing. Hij verklaarde dat hij middels een WhatsApp bericht was benaderd door een persoon die zich [profielnaam 3] noemde. Hij op zaterdag 12 januari 2019 een WhatsApp bericht kreeg van een persoon die betrokken was bij een escort bureau. [naam 26] een bedrag moest betalen om te voorkomen dat dit bekend zou worden bij zijn dochter. Hij 500,- euro had overgemaakt op ING bankrekeningnummer [bankrekening 7]
15. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 1] , opgemaakt op 19 november 2019, voor zover inhoudende (p. 4336):
Er word geld op je rekening gestort. Je hebt eerder verklaard dat je bankpas was afgepakt,
Je krijgt natuurlijk ook afschriften?
Ik moest deze aan hun. [bijnaam 2] geven of één van hun.
Wie heeft de leidende rol?
[de veroordeelde] .
16. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] , opgemaakt op 26 juni 2019, voor zover inhoudende (p. 4067):
Wie bepaalt er wat er gebeurt?
[de veroordeelde] .
17. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 februari 2020, voor zover inhoudende (p. 8457):
In de opgeslagen foto's van de mobiele telefoon van verdachte [verdachte 3] zag ik meerdere opgeslagen schermafdrukken van meerdere geldtransacties naar de bankrekeningnummers [bankrekening 8] en [bankrekening 9] .
Op 12 februari 2020 heb ik onderzoek gedaan naar de bankrekeningnummers in de bedrijfsprocessensystemen Blueview en BVH. Uit onderzoek blijkt dat de bankrekeningnummers [bankrekening 8] en [bankrekening 9] in 2019 en 2020 veelvuldig zijn gebruikt bij oplichtingen, afdreiging en phishing.
Ten aanzien van feit 1 en feit 2 (parketnummer 09/807694-19)
18. Het proces-verbaal van aangifte [naam 1] , opgemaakt op 17 februari 2018, voor zover inhoudende (p. 137 tot en met p. 141):
Ik was [geboortedatum 4] 2018 thuis in [plaatsnaam 6] , toen ik mij op de website Novamora inschreef. Ik kreeg al snel bericht van ene ' [profielnaam 4] ' die mij een berichtje stuurde met de tekst; 'wil je bij mij langskomen of ik bij jou'? Via whatsapp berichten heb ik met ' [profielnaam 4] ' contact gehad. Ik ontving sexy foto’s van haar waarvan ik dacht dat deze foto's van haar waren. Ik heb aan ' [profielnaam 4] ' zelf ook foto's van mezelf gestuurd waar ik in ondergoed en soms helemaal naakt op stond.
Ik kreeg vervolgens een adres in [plaatsnaam 1] door. Ik sprak af voor die zondag 4 februari 2018 omstreeks 20.00 uur. Op verzoek van ' [profielnaam 4] ' moest ik een selfie maken als ik voor de deur stond wat ik vervolgens deed.
Nadat ik deze selfie naar ' [profielnaam 4] ' had gestuurd kreeg ik vervolgens een bericht terug waarin stond; 'Hallo [naam 1] Je spreek met de pooier. Je moet je dood gaan schamen! Ik ken je familie genaamd [familienaam 3] ! En je vrienden iedereen! Ik heb SCHANDALIGE foto's van jou en dat je wilt daten met een hoer!! Blokkeren heeft geen nut we kunnen dit nu normaal oplossen zonder problemen en gezeik en anders verspreid ik dit bij je familie en vrienden via messenger!!
Bij dit bericht zag ik een printscreen van mijn familieleden. Ik realiseerde mij dat deze persoon op facebook onder mijn naam familieleden had zien staan en hiervan een foto had gemaakt en deze naar mij toe had gestuurd.
Uiteindelijk heb ik op 5 februari 2018 1000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 10] ten name van Gift en de dagen erna;
op 7 februari 2018 een bedrag van 4000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 11] ten name van [verdachte 12] ;
op 8 februari 2018 een bedrag van 4000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 11] ten name van [verdachte 12] ;
Op 10 februari 2018 een bedrag van 500 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 10] ten name van [verdachte 13] ;
op 10 februari 2018 een bedrag van 400 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 10] ten name van [verdachte 13] ;
op 10 februari 2018 een bedrag van 600 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 10] ten name van [verdachte 13] ;
op 10 februari 2018 een bedrag van 4000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 11] ten name van [verdachte 12] ;
op 11 februari 2018 een bedrag van 750 euro op een Abn Amrorekening [bankrekening 8] met de omschrijving [omschrijving 2] ten name van ABN AMRO Bank NV;
op 12 februari 2018 een bedrag van 4.250 euro op een Abn Amrorekening [bankrekening 12] ten name van [verdachte 14] ;
op 12 februari 2018 een bedrag van 1000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 13] ten name van [verdachte 15] ;
op 12 februari 2018 een bedrag van 2100 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 13] ten name van [verdachte 15] ;
op 12 februari 2018 een bedrag van 2000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 13] ten name van [verdachte 15] en
op 13 februari 2018 een bedrag van 2000 euro op een Rabobankrekening [bankrekening 14] ten name van [verdachte 16] ;
Ik ben totaal voor een bedrag van ruim 32.600 euro afgedreigd en gechanteerd.
Ik heb deze betalingen gedaan omdat ik niet wilde dat er naaktfoto's van mij zouden worden verspreid.
19. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 31 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 314):
Aangever [naam 1] heeft naar aanleiding van een afdreiging geld moeten overmaken naar acht bankrekeningnummers. Met een vordering werden de identificerende gegevens van de bankrekeningen bij de banken.
Bankrekeningnummer [bankrekening 10] staat op naam van [verdachte 13] , geboren [geboortedatum 6] 1998, [adres 5] , [postcode 3] te [plaatsnaam 1] .
Bankrekeningnummer [bankrekening 11] staat op naam van [verdachte 17] , geboren [geboortedatum 7] 1964 en [verdachte 12] , geboren [geboortedatum 8] 1992, [adres 4] , [postcode 2] te [plaatsnaam 1]
Bankrekeningnummer [bankrekening 8] blijkt een tussenrekening van de ABN AMRO bank.
Bankrekeningnummer [bankrekening 13] staat op naam van [verdachte 15] , geboren [geboortedatum 9] 1994, [adres 6] , [postcode 4] te [plaatsnaam 1]
Bankrekeningnummer [bankrekening 12] staat op naam van [verdachte 18] , [adres 7] , [postcode 5] te [plaatsnaam 1] .
Bankrekeningnummer [bankrekening 14] staat op naam van [verdachte 16] , geboren [geboortedatum 10] 1997, [adres 8] , [postcode 6] te [plaatsnaam 1] .
Bankrekeningnummer [bankrekening 1] staat op naam van [verdachte 2] , geboren [geboortedatum 11] 2001, [adres 9] , [postcode 7] te [plaatsnaam 7]
Bankrekeningnummer [bankrekening 2] staat op naam van [verdachte 4] , geboren [geboortedatum 12]
1999, [adres 10] , [postcode 8] te [plaatsnaam 8] .
20. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 februari 2019, voor zover inhoudende (p. 301 tot en met p. 306):
Op 17 februari 2018 deed [naam 1] aangifte van oplichting / afpersing. [naam 1] verklaarde naar diverse bankrekeningen bedragen te hebben overgemaakt met zijn persoonlijk bankrekening met nummer: NL16RABO0135339308.
Overboekingen op bankrekeningnummer: [bankrekening 1] op naam van [verdachte 2]
Op 4 februari 2018 om 19.33 uur en om 19:50 uur heeft de aangever [naam 1] twee keer een bedrag van 750 euro overgemaakt op bankrekeningnummer: [bankrekening 1] .
Op 5 februari 2018 werd van bankrekeningnummer [bankrekening 1] drie geldbedragen opgenomen.
Om 17:27 uur werd een geldopname gedaan van 250 euro.
Om 22:24 uur werd een geldopname gedaan van 200 euro.
Om 22:25 uur werd een geldopname gedaan van 200 euro.
Op d6 februari2018 werd van bankrekeningnummer [bankrekening 1] vijf
geldbedragen opgenomen.
Om 19:45 uur werd een geldopname gedaan van 155,05 euro.
Om 23:05 uur werd een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 23:06 uur werd een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 23:07 uur werd een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 23:07 uur werd een geldopname gedaan van 150 euro.
Op 8 februari 2018 werd van bankrekeningnummer [bankrekening 1] één
geldbedrag opgenomen.
Om 17:41 uur werd een geldopname gedaan van 100 euro.
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 10] op naam van [verdachte 13]
Op 4 februari 2018 heeft aangever [naam 1] twee geldbedragen overgemaakt op bankrekeningnummer: [bankrekening 10] onder naam van “gift”.
Om 21:16 uur heeft aangever [naam 1] 2000 euro overgemaakt op rekeningnummer
[bankrekening 10]
Om 21:51 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 10] een geldopname gedaan van 1970 euro.
Om 23:30 uur heeft de aangever [naam 1] 2000 euro overgemaakt op rekeningnummer [bankrekening 10] .
Op 5 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 00:04 uur 1000 euro overgemaakt op rekeningnummer [bankrekening 10] .
Om 14:46 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 10] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 14:56 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 10] geldopname gedaan van 250 euro.
Om 15:03 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 10] een geldopname gedaan van 750 euro.
Op 10 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] drie geldbedragen overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 10] op naam van [verdachte 13] .
Om 15:35 uur heeft aangever [naam 1] 400 euro overgemaakt op rekeningnummer
[bankrekening 10] . Met beschrijving "cadeau".
Om 15:51 uur heeft aangever [naam 1] 600 euro overgemaakt op rekeningnummer
[bankrekening 10] . Met beschrijving "cadeau".
Om 17:37 uur heeft aangever [naam 1] 500 euro overgemaakt op rekeningnummer
[bankrekening 10] . Met beschrijving "cadeau".
Om 19:26 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 10] een geldopname gedaan van 1470 euro.
Nadat aangever [naam 1] het laatste bedrag om 17:37 uur had overgemaakt op
rekeningnummer [bankrekening 10] , werd er binnen 2 uur een geldbedrag van 1470 euro opgenomen van bankrekeningnummer [bankrekening 10] .
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 2] op naam van [verdachte 4]
Op 4 februari 201 8 om 20:24 uur heeft de aangever [naam 1] een bedrag van 500euro overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 2] op naam van "gift".
Op 5 februari 2018 om 12:09 uur werd van bankrekening [bankrekening 2] werd een geldopname gedaan van 500 euro.
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 11] op naam van [verdachte 12]
Op 7 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 22:22 uur 4000 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 11] .
Om 22:30 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 22:48 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 1890 euro.
Nadat aangever [naam 1] op 7 februari 2018 om 22:22 uur een bedrag van 4000 euro had overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 11] wordt er binnen acht minuten een bedrag van 2000 euro opgenomen door bankrekeningnummer
[bankrekening 11] en binnen achttien minuten daarna nog eens 1890 euro.
Op 8 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 15:43 uur 4000 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 11] .
Om 15:53 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 16:00 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 19:33 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 150 euro.
Op 10 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 17:18 uur 4000 euro
overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 11] .
Om 20:03 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 50 euro.
Om 20:04 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 20:11 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 20 euro.
Om 20:12 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 11] een geldopname gedaan van 1900 euro.
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 8] op naam van [verdachte 14] tnv abn
Op 11 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 21:38 uur een bedrag van 750 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 8] . Dit betrof een bankrekeningnummer die gebruikt wordt door de ABN Amro bank voor betalingen die worden gedaan via Ideal of "tikkie". Later bleek deze betaling op bankrekeningnummer [bankrekening 12] op naam van [verdachte 18] te zijn bijgeschreven.
Op 11 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 23:15 uur een spoedbetaling van 4250 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [bankrekening 12] .
Om 11:37 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 12] een geldopname gedaan van 2000 euro.
Om 11 .47 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 12] een geldopname gedaan van 1000 euro.
Om 1l:52 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 12] een geldopname gedaan van 960 euro.
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 13] op naam van [verdachte 15]
Op maandag 12 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 20:10:27 uur een bedrag van 2100 euro overgemaakt naar bankrekeningnummer [bankrekening 13] met beschrijving "cadeau".
Om 20:12:31 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 1250 euro.
Om 20:36:53 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 20:37:24 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 20:37:53 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 20:38:25 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 20:39:00 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 21:30:49 uur heeft aangever [naam 1] een bedrag van 2000 euro overgemaakt op
bankrekeningnummer [bankrekening 13] met beschrijving "cadeau".
Om 21:46:58 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21:48:16 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21:49:55 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21:51:46 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21.5243 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21:57:23 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 21:59:21 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 22:2610 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 200 euro.
Om 22:27:19 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 200 euro
Om 22:28:46 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 200 euro
Om 22:30:40 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 200 euro
Om 22:32:59 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 22:33:30 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 22:3454 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 150 euro.
Om 22:35:53 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 13] een geldopname gedaan van 100 euro.
Om 22:44:10 uur heeft aangever [naam 1] een bedrag van 1000 euro overgemaakt op
bankrekeningnummer [bankrekening 13] met beschrijving "cadeau"
Overboeking op bankrekeningnummer: [bankrekening 14] op naam van [verdachte 16] .
Op maandag 12 februari 2018 heeft de aangever [naam 1] om 23:42 uur 2000 euro
overgemaakt naar bankrekeningnummer [bankrekening 14] met beschrijving "cadeau".
Om 23:45 uur werd van bankrekeningnummer [bankrekening 14] een geldopname gedaan van 1250 euro.
Op donderdag 22 januari 2018 werd om 0:09 uur van bankrekeningnummer
[bankrekening 14] een geldopname gedaan van 750 euro.
21. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 405):
Tijdens het verhoor van [verdachte 16] , heb ik meerdere foto's van verdachten uit het onderzoek aan hem getoond. Op het moment dat ik foto 19 aan de verdachte toonde hoorde ik dat hij zei "was er niet bij". Ik hoorde dat de verdachte bij foto 19 mompelde " [bijnaam 3] ". Ik zag dat de verdachte zijn hoofd heen en weer bewoog. Dit kan ik omschrijven als nee knikken. Ik hoorde dat hij aan mij verklaarde "nee niets laat maar. Hij was er toen niet bij maar ik ken hem wel". Ik vroeg aan de verdachte of hij de bijnaam van foto 19 noemde. lk hoorde dat de verdachte verklaarde dat dat zo was.
22. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 17] , opgemaakt op 13 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 431 tot en met p. 446):
Hoe vaak heb jij je bankpas als onderpand gegeven om verdovende middelen te kopen?
Meerdere keren, aan "die [bijnaam 3] ". Ook aan een dealer genaamd [naam 27] .
Ik ben met [naam 27] mee geweest om grote bedragen te pinnen vanwege een schuld bij hem. [naam 27] kwam langs en wilde gebruik maken van onze bankrekening omdat hij een groot geldbedrag wilde laten storten. Hij zei dat ik hierdoor van mijn schuld af zou zijn.
[naam 27] was alleen bij mij thuis binnen, maar hij was met drie anderen naar mij toegekomen. Het waren twee donker gekleurde jongens en een (1) was minder gekleurd.
Hoe vaak is [naam 27] bij je langs geweest om je op te halen om mee te gaan pinnen?
Ik denk wel een keer drie of vier keer. Elke keer hoge bedragen.
Aan de verdachten worden een twee foto's getoond van een geldopname op 7 februari 2018 en een (1) van 1 februari 2018. Aan de verdachte wordt gevraagd wie de personen zijn die op de bewakingsbeelden te zien zijn. Wie zijn de personen op bewakingsfoto voorzien van nummer 1?
Dat ben ik. De persoon die naast mij staat is de persoon [naam 27] waarover ik heb verklaard.
Wie is de personen op bewakingsfoto voorzien van nummer 2?
Dat is de persoon waarover ik heb verklaard en die ik [naam 27] noem.
Wie is de personen op bewakingsfoto voorzien van nummer 3?
Dat is ook [naam 27] , hij was hier ook aanwezig bij een geldopname
23. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 17] , opgemaakt op 14 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 12.135 en 12.136):
We tonen de verdachte foto 19. Herken je deze persoon?
Hij was de chauffeur van [naam 27] .
Hoe vaak heb je hem gezien?
Ik heb hem denk ik wel zo een drie keer gezien toen samen met [naam 27] .
24. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 25 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 12.139):
Op 14 maart 2019 is [verdachte 17] gehoord. Tijdens dit verhoor zijn meerdere foto’s getoond. De identiteit van de personen op deze foto’s zijn:
Foto 19: [verdachte 5] , geboren op [geboortedatum 4] 1999 te [geboorteplaats 3] .
Getoonde foto is afkomstig uit SKDB.
25. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 september 2019, voor zover inhoudende (p. 451 en p. 452):
Foto 1: [verdachte 17] geboren op [geboortedatum 7] 1964 te [geboorteplaats 3] en [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3] . Getoonde foto is afkomstig van de camerabeelden van de pinautomaat.
Foto 2: [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3] . Getoonde foto is afkomstig van de camerabeelden van de pinautomaat.
Foto 3: [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3] . Getoonde foto is afkomstig van de camerabeelden van de pinautomaat.
26. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 12] , opgemaakt op 13 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 453 tot en met p. 468):
Uit onderzoek van de historische bankgegevens bleek dat op 7 februari 2018 om 22:22 uur
door [naam 1] een bedrag van 4000 euro is overgemaakt op jullie rekeningnummer,
[bankrekening 11] . Wat kun je hierover verklaren?
Ik weet dat [naam 27] met [verdachte 17] is meegegaan. Ik weet dat [verdachte 17] met [naam 27] dat heeft geregeld.
Verbalisanten tonen foto 19 en 20 aan de verdachte
Wie zie je op deze foto?
[verdachte 17] en [naam 27]
Wie zie je op foto 2?
[verdachte 17] en [naam 27] .
Verbalisanten tonen foto 23 en 21 aan de verdachte"
Wie zie je op deze beelden?
Op foto 24 staat [naam 27] en aan de zijkant [verdachte 17] en op foto 25 [verdachte 17] .
27. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op [geboortedatum 10] 2019, voor zover inhoudende (p. 476 en p. 477):
Foto 19: [verdachte 17] geboren op [geboortedatum 7] 1964 te [geboorteplaats 3] en [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3]
Foto 20: [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3]
Foto 24: [verdachte 19] geboren op [geboortedatum 13] 1998 te [geboorteplaats 3]
Foto 25: [verdachte 17] geboren op [geboortedatum 7] 1964 te [geboorteplaats 3]
28. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 4] , opgemaakt op 17 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 478 tot en met p. 488):
Wat is de reden dat [naam 1] op 5 februari 2018 een bedrag van 500, - euro overgemaakt op jouw bankrekeningnummer [bankrekening 2] ?
Een kennis had gezegd dat zijn geld op mijn rekening was gestort. Deze kennis die dit tegen mij zei heet [de veroordeelde] . Hij had 500,- naar mijn rekening gestort. Hij had al mijn bankrekeningnummer, ik had een keer tien euro naar hem overgemaakt. Ik zat op school en hij stuurde een Snapchat dat hij geld op mijn rekening had gestort en of hij dit in mijn pauze kon ophalen. [de veroordeelde] is naar mij toegekomen in de pauze, hij was met een vriend.
Het was een licht getint persoon. Hij had een bollig postuur.
Ik ben alleen naar de pinautomaat gegaan om het bedrag van 500, - euro te pinnen. Dat was bij de ING in de Zwart Janstraat in Rotterdam. Ik heb het geld in de auto aan [de veroordeelde] gegeven.
Aan de verdachte wordt foto nummer 19 getoond en gevraagd of zij deze persoon herkent en waarvan zij deze persoon kent
Ja, die ken ik. Hij was de bestuurder van de auto toen [de veroordeelde] naar Rotterdam kwam om het
geldbedrag van 500,- euro op te halen wat ik had gepind. Ik weet alleen zijn bijnaam, ze noemen hem [bijnaam 3] .
Aan de verdachte wordt foto nummer 23 getoond en gevraagd of zij deze persoon herkent en waarvan zij deze persoon kent
Ja, dat is [de veroordeelde] waarover ik heb verklaard.
Ik weet dat ze met dat internet bankieren bezig zijn. Ze sturen dan een Snapchat van wie er snel geld wil verdienen. Ze noemen dan een bedrag wat je kan verdienen. Ze zoeken dan iemand die een bankrekening ter beschikking heeft om geld te laten storten. Degene krijgt daar dan een bedrag voor.
29. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op [geboortedatum 10] 2019, voor zover inhoudende (p. 489 en p. 490):
Foto 19: [verdachte 5] geboren op [geboortedatum 4] 1999 te [geboorteplaats 3]
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1]
30. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 2] , opgemaakt op 19 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 513 tot en met p. 513):
Er is twee keer 750 euro op mijn rekening gekregen door [naam 1] .
Een vriend van mij heb ik ooit een keer 500 euro op mijn rekening laten storten. Een maand erna werd er ineens twee keer 750 euro op mijn rekening gestort en wilde die vriend mijn pinpas lenen maar dat heb ik niet gedaan. Ik ben toen zelf eerst 250 gaan pinnen bij mijn eigen bank en toen 250 euro bij een andere bank. Toen had ik pas 500 euro. Toen ben ik naar Den Haag gegaan, naar Scheveningen en toen kon ik wel pinnen.
Toen jij dat geld aan je vriend gaf was er toen iemand bij aanwezig?
Ik was samen met mijn neef [verdachte 7] . En die vriend was ook met iemand
Met wie was die vriend samen?
[verdachte 3]
En wat is de naam van die vriend?
[de veroordeelde]
Aan wie heb jij het geld gegeven?
Aan [de veroordeelde]
Heb je voor [de veroordeelde] die 500 euro hebt gepind?
Ja. Ik heb samen met hem gepind.
Wat heb jij ervoor gekregen?
Voor die 500 heb ik 50 euro gekregen en die 1500 euro heb ik 100 euro gekregen.
(…) Foto 19
Ja! Ik ben zijn naam even kwijt maar ik heb vaker gezien
In wat voor omstandigheden en met wie?
Met [de veroordeelde] en [verdachte 3] sowieso vaker. Hij heeft wel een bijnaam maar die kan ik niet met zekerheid zeggen.
Foto 23
Ja die ken ik. Dat is [de veroordeelde]
31. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 524 en p. 525):
Foto 19: [verdachte 5] geboren op [geboortedatum 4] 1999 te 's-Gravenhage.
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1] .
32. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 13] , opgemaakt op 13 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 526 tot en met p. 538):
Ongeveer een jaar geleden werd ik benaderd door een jongen. Hij zei dat hij een rekening van de Rabobank nodig had, nog diezelfde avond nog geld moest opnemen.
Ik ben met hem meegelopen om het geldbedrag voor hem te pinnen.
Een tijdje later heeft hij mij weer telefonisch benaderd en hij zei hij dat hij weer mijn rekeningnummer nodig had. Het ging toen om een vergelijkbaar bedrag
En de derde keer, hoe ging dat?
Hij nam telefonisch contact met mij op en hij zei dat het geld al op mijn rekening stond. Dit had hij niet aan mij gevraagd terwijl hij de keren daarvoor dat wel deed
Hoe heet de jongen die jou telefonisch benaderd heeft?
[verdachte 5] ik weet niet wat zijn achternaam is.
Kan je hem beschrijven?
Dik postuur zwart haar, licht getint en een zuid Amerikaanse afkomst, volgens mij Colombiaans. Ze noemen hem ' [bijnaam 3] ', tenminste de buurt noemt hem zo.
Wat weet je over de persoon die naast hem zat?
Ik weet dat hij [verdachte 3] heet, hij heeft een donkere huidskleur.
Hoe vaak heeft [naam 1] geldbedragen op je rekening gestort?
3 keer.
Voor wie was het geld bestemd wat op je rekening werd gestort?
Voor [bijnaam 3] en [verdachte 3] .
33. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 13] , opgemaakt op 14 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 542 tot en met p. 544):
We tonen de verdachte FOTO 19. Herken je deze persoon?
Dat is [bijnaam 3] , waarover ik gisteren heb verklaard. Zijn voornaam is [verdachte 5]
We tonen de verdachte FOTO 20. Herken je deze persoon?
Ja, dat is [verdachte 3] (fonetisch). Dit is de jongen die met de [bijnaam 3] mij heeft opgehaald
34. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op [geboortedatum 10] 2019, voor zover inhoudende (p. 545):
Foto 19: [verdachte 5] geboren op [geboortedatum 4] 1999 te [geboorteplaats 3] .
Foto 20: [verdachte 3] geboren op [geboortedatum 11] 1999 te [geboorteplaats 4]
35. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 16] , opgemaakt op 18 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 546 tot en met p. 559):
Via snapchat werd er contact met mij opgenomen door een oude klasgenoot, hij is genaamd [naam 28] . Via Snapchat vroeg hij namelijk of hij geld naar mij kon overmaken. Ik zei dat dit goed was. Bij de pinautomaat in de buurt van de Vataan hebben wij elkaar ontmoet.
Ik zag dat die oud klasgenoot samen was met nog 1 persoon, genaamd [naam 29] en ik zag ook dat er nog 4 andere jongens aan de overkant stonden. Ik herkende 1 van de jongens van school, dit was de jongen die bij zijn auto stond.
Die dikke jongen, dus jongen 1, gaf aan dat er geld op mijn rekening moest staan.
Wij tonen foto nummer 20, wat kan jij hierover verklaren?
Ja! Hij is met die bril. Die skinny die ik had beschreven. Dat is jongen 4 die ik had beschreven
36. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 563 en p. 564):
Foto 20: [verdachte 3] geboren op [geboortedatum 11] 1999 te [geboorteplaats 4] .
37. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 18] , opgemaakt op 12 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 580 tot en met p. 589):
Er werd aangebeld door die 2 mannen. Zij gaven aan dat hun via een kennis van hun hadden gehoord dat ik een ABN pas had. En hun vroegen of hun gebruik mochten maken van mijn bankpas om geld te storten omdat hun zelf geen ABN rekening hadden. Zij wilden namelijk 200 zoveel euro direct opnemen en hadden zelf geen ABN rekening. Toen hoorde ik dat die twee mannen aangaven dat ik geld kon krijgen voor het gebruik maken van mijn bankpas. Ik zou dan ongeveer een paar tientjes krijgen. Op dat moment kon ik het geld wel goed gebruiken, dus had ik akkoord gegeven om mijn bankpas te geven. Zij hebben dus ongeveer 6 dagen mijn pas gehad.
38. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte 19] , opgemaakt op 2 oktober 2019, voor zover inhoudende (p. 837 tot en met p. 873):
Ik wist niet waar dat geld vandaan kwam maar ik heb wel samen met de persoon van wie deze pas is overlegd of hij wat geld wilde verdienen om wat geld te laten storten. Wij zijn toen gaan pinnen.
Op het bankrekeningnummer van [verdachte 17] en [verdachte 12] werd, naar aanleiding van de afpersing, door [naam 1] een totaal bedrag van 12.000 euro overgemaakt. Wist jij dat het om zoveel geld ging?
Nee we wisten pas dat het om zoveel geld ging toen het op de rekening kwam
Ik heb het geld overgedragen aan een persoon.
En wie is dat?
De gene die het aan mij had gevraagd
39. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 346):
Uit onderzoek van de historische bankgegevens [bankrekening 11] op naam van [verdachte 12] e/o [verdachte 17] werden in de periode 7 februari 2018 tot en met 10 februari 2018 meerdere geldbedragen opgenomen bij geldautomaatnummers 358206 en 358208.
Op de bewakingsbeelden zijn tijdens de geldopnames twee mannen te zien. Deze twee mannen werden in het onderzoek herkend als:
[verdachte 17] , geboren op [geboortedatum 7] 1964 en [verdachte 19] , geboren op [geboortedatum 13] 1964.
Ik zag dat [verdachte 17] en [verdachte 19] op 8 februari 2018 te 16:52 uur bij geldautomaatnummer 358206 staan. De geldautomaat bevindt zich op de Papsouwselaan te [plaatsnaam 1] .
Ik zag dat [verdachte 17] en [verdachte 19] op 8 februari 2018 te 16:58 uur bij geldautomaatnummer 358208 staan. De geldautomaat bevindt zich op de Buitenhofdreef te [plaatsnaam 1] .
Ten aanzien van feit 4 (parketnummer 09/807694-19)
40. Het proces-verbaal van aangifte [verdachte 6] , opgemaakt op 23 januari 2018, voor zover inhoudende (p. 3971 tot en met p. 3982):
Op 3 januari 2018, omstreeks 22:00 uur bevond ik mij thuis bij jeugdformaat te Zoetermeer. Ik was buiten aan het roken en toen kwam [verdachte 7] aanrijden. [verdachte 7] zei: " Kom we gaan nu naar buiten." Ik stapte voorin in en we reden naar een tankstation om sigaretten te halen. Op een gegeven moment moest ik van [verdachte 7] achterin zitten, omdat we nog andere mensen gingen ophalen. [verdachte 7] reed naar een parkeerplaats ergens in Zoetermeer. [verdachte 7] parkeerde daar. Na ongeveer drie minuten werden beide deuren aan de rechterzijde geopend. Degene die voorin instapte had een bivakmuts op. Degene die mijn deur opende gaf mij gelijk een klap in mijn gezicht. Hierbij viel mijn bril op de grond en mijn pet viel ook af. De man duwde mij verder de auto in, waardoor ik achter [verdachte 7] terecht kwam. De man stapte vervolgens in en trok een mes. Het betrof een zwart klapmes. Ik moest van hem naar beneden kijken en de man met de bivakmuts op zei tegen [verdachte 7] dat hij moest gaan rijden. We hebben ongeveer twintig minuten gereden. De mannen zeiden onderweg dat ze wel geld wilde zien. Ik was heel erg bang dat ze ons iets aan wilde doen. Toen stopten we op een rustige plek. De man naast mij voelde in mijn jaszakken en broekzakken. Hierin zaten mijn pinpas, identiteitskaart, OV chipkaart, mobiele telefoon en het pakje sigaretten die ik eerder had gekocht bij het tankstation. Hij pakte de pasjes uit mijn rechter jaszak. Mijn telefoon en pakje sigaretten zaten in mijn linker binnenzak. Deze heeft hij er ook uitgehaald. Ik heb een patroon beveiliging op mijn Samsung SB en deze moest ik ontgrendelen. Ik zag dat er bloed op mijn scherm zat, omdat ik een wondje op mijn duim had. Hierna deed hij weer mijn telefoon voor mijn gezicht, terwijl ik nog steeds naar beneden keek, en ik zag dat de ING app was geopend. Ik moest inloggen op de ING app, maar dat lukte niet, omdat ik zag dat er een bevestigingscode ingevoerd moest worden. Vervolgens vroeg hij mijn pincode.
We reden toen weer verder en stopten weer bij een pinautomaat denk ik, want de man naast mij stapte uit. De man achter het stuur bleef rijden. Even later stapte de man naast mij weer in. We reden toen verder. Op een rustige plek zijn we gestopt. Toen ze weg gingen heeft die man naast me ook mijn pet meegepakt. Deze had ik net gekocht voor 105 euro.
Toen ik thuis kwam, zag de leiding dat er iets met me was. Ze hebben mijn wondje verbonden op mijn linkerhand. Hierna heb ik ingelogd op de ING via de computer en zag ik dat er bij de ING Goeverneurlaan Den Haag een bedrag van l80 euro van mijn rekening was gehaald.
41. Het proces-verbaal van verhoor aangever [verdachte 6] , opgemaakt op 10 juli 2019, voor zover inhoudende (p. 3988 tot en met p. 3991):
De man naast de bestuurder zat had een bivakmuts op, ik herkende hem als "" [bijnaam 2] of [bijnaam 2] " De stem was overduidelijk die van " [bijnaam 2] ". Ik was veel met " [bijnaam 2] " de weken hiervoor omgegaan.
V: Wat voor geweld heeft de persoon, welke naast jou op de achterbank zat, tegen jou gebruikt?
A: Hij heeft mij met een vuist geslagen in mijn gezicht en ik zag later pas dat ik in mijn handgesneden was. Ik zag dat ik bloed aan mijn hand had, de hand is later in huis verbonden.
V:Wat hebben de twee onbekende mannen tegen elkaar gezegd in de auto?
A: Degene voor ken ik en dat was " [bijnaam 2] ". Ik hoorde " [bijnaam 2] tegen de man die naast mij achterin zat, zeggen "kijk in zijn zakken" ....en dat deed de man achterin. Hij pakte mijn pinpas en ID pas en mijn Samsung Galaxy S8 telefoon. Tevens pakte hij mijn pet die ik op had van Disquard, die was mzwart met hierop" ICON" erop.
Noot verbalisant: aangever laat op Google een zelfde pet zien van hetzelfde merk en type en laat ons tevens een foto zien van een Instagram account van " [bijnaam 2] " waarop " [bijnaam 2] " met de pet op staat. De naam van zijn account is.... [Instagram account] .
42. Het proces-verbaal van verhoor aangever [verdachte 6] , opgemaakt op 14 mei 2019, voor zover inhoudende (p. 3998 tot en met p. 4008):
Wij tonen foto 23 wat kan je hier over verklaren?
[bijnaam 2] . 100% dat is [bijnaam 2] . Hij is de [bijnaam 2] over wie ik heb verklaard. Hij heeft mij beroofd.
43. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 juni 2019, voor zover inhoudende (p. 4009 en p. 4010):
Op 14 mei 2019 is verdachte [verdachte 6] , geboren op [geboortedatum 14] 1999 te [geboorteplaats 3] , aan politiebureau te Delft gehoord. Tijdens dit verhoor zijn er meerdere foto's met verdachten uit het onderzoek aan de verdachte [verdachte 6] getoond.
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1] .
44. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 mei 2019, voor zover inhoudende (p. 4011 en p. 4012):
Op 14 mei 2019 werd bij de verdachte [verdachte 6] , twee mobiele telefoons voor nader onderzoek inbeslaggenomen.
Ik hoorde de verdachte verklaarde: [Instagram account] is de persoon met de bijnaam ' [bijnaam 2] '. Ik volg deze persoon via Instagram en ik zag dat hij eerder op 7 mei 2018 een foto van zich zelf had geplaats op zijn Instaprofiel. Ik zag dat [bijnaam 2] met een zwarte pet met Icon erop op de straat liep. De pet met de tekst ICON was mijn petje. Hierop had ik gereageerd op de foto via Instagram. Mijn reactie is online nu niet meer terug te lezen. Waarschijnlijk heeft [bijnaam 2] de opmerking zelf verwijderd. Na het plaatsen van mijn reactie onder de foto kreeg ik een privé bericht van [bijnaam 2] . Hierop heb ik via het Instagram account van de verdachte onderzoek gedaan naar het profiel van [Instagram account] . Ik zag dat de persoon diverse foto's zichtbaar online op zijn profiel had staan. Ik herkende de persoon op de foto's als de persoon van het lopende Limpopo onderzoek als de verdachte [de veroordeelde]
45. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 7] , opgemaakt op 7 november 2019, voor zover inhoudende (p. 4029 tot en met p. 4044):
Ik had die dag mijn auto uitgeleend aan mijn neef. Hij is toen naar [verdachte 2] gegaan. [bijnaam 2] heeft toen aan [verdachte 2] gevraagd naar [verdachte 6] . [verdachte 2] heeft toen verteld dat hij spullen en geld had. [verdachte 2] en [bijnaam 2] hebben mij daarna opgehaald bij mijn woning. [verdachte 2] vertelde mij toen wat [bijnaam 2] van plan was met [verdachte 6] . Hij wilde spullen van [verdachte 6] afpakken.
Wat is en toen bij de Annaplaats gebeurd?
[bijnaam 2] ging toen helemaal hysterisch doen in de auto. Hij bedreigde ons met een mes en sloeg ons. [bijnaam 2] riep steeds [bijnaam 13] (fon). Hij vroeg om onze spullen.
Ik zat rechts voorin, [bijnaam 13] zat links achter. En [verdachte 6] zat rechts achter
Wat moest [verdachte 6] afgegeven?
Al zijn dure spullen.
We hebben het de hele tijd over [bijnaam 2] . We tonen jou een foto 23 Wie is dit?
Dat is mijn neef, [de veroordeelde] .
46. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 juni 2019, voor zover inhoudende (p. 4045 en p. 4046):
Op 7 juni 2019 is verdachte [verdachte 7] , geboren op [geboortedatum 2] 1997 te [geboorteplaats 2] , gehoord als verdachte van diefstal met geweld in vereniging. Tijdens dit verhoor zijn er meerdere foto's met verdachten uit het onderzoek aan de verdachte [verdachte 7] getoond.
Foto 23: [de veroordeelde] geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1]
47. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 2] , opgemaakt op 26 juni 2019, voor zover inhoudende (p. 4062 tot en met p. 4075):
Aan de verdachte wordt fotonummer 23 getoond en gevraagd wie de persoon op de foto is en waarvan hij deze kent.
[de veroordeelde]
We waren met [verdachte 6] geweest. Hij had studiefinanciering gekregen ongeveer 1500 euro. [de veroordeelde] zei: we moeten het pakken.
[verdachte 6] zat met [verdachte 7] in de auto. [verdachte 7] wist ervan en hij heeft meegedaan alsof hij zelf ook beroofd was. Hij heeft zijn spullen teruggekregen.
Wie hebben de beroving gedaan?
[de veroordeelde] en [bijnaam 13] .
Ten aanzien van feit 7 (parketnummer 09/807694-19): witwassen
48. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 oktober 2019, voor zover inhoudende (p. 5657 en p. 5658):
Op 23 juli 2019 werd bij de ING bank een vordering, 126nd lid 1 Sv, verstrekking historische financiële gegevens gedaan over de periode van 1 januari 2017 tot en met 23 juli 2019 van rekeningnummer [bankrekening 4] , op naam van verdachte [de veroordeelde] . Tijdens het onderzoek heb ik gekeken naar verdachte transactie waarbij er grote of [bijnaam 9] geldbedragen zijn overgemaakt en kort daarna werd opgenomen. Uit de bankgegevens kwamen de volgende verdachte transacties naar voren:
1-3-2017: [naam 4] € 175,- [bankrekening 16]
5-6-2017: [naam 2] € 600,- [bankrekening 15]
25-05-2017: [naam 3] [bankrekening 17] € 1000
49. Het proces-verbaal van aangifte [naam 4] , opgemaakt op 26 december 2017, voor zover inhoudende (p. 5659 tot en met p. 5660):
Op 1 maart 2017 zal ik op de site Kinky.nl. Ik had contact met een vrouw die als escort werkte. Ik heb via de WhatsApp contact gehad. We waren een afspraak voor sex overeen gekomen. De afspraak was 175,- euro, voor een uur sex, bij mij thuis. Ze wilde dat ik eerst het geld zou overmaken. Dan wist ze dat ik een echte klant was. Ik moest 175,- euro overmaken op rekeningnummer: [bankrekening 4] . Dit heb ik ook gedaan. Bij het overmaken moest ik de naam “ [profielnaam 5] ” vermelden. Toen ze er na ongeveer 3 kwartier niet was, heb ik haar een bericht gestuurd via WhatsApp. Ik vroeg of ze er al was, of ze in de buurt was. Ik zag dat mijn bericht wel verstuurd was (1 vinkje), maar dat het bericht niet aankwam. Ik begreep dat ik in de maling was genomen.
50. Het proces-verbaal van aangifte [naam 2] , opgemaakt op 28 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 5707 en p. 5708):
Op 5 juni 2017 had ik contact via een erotische site met een dame. We hadden onze mobiele telefoonnummers uitgewisseld en via de WhatsApp vroeg zij of ik foto's van mezelf wilde sturen. Ik heb een naakt foto van mezelf gestuurd. Naar enige stilte kreeg ik een WhatsApp dat ik mij moest schamen dat ik getrouwd was en kinderen had. Ik zag dat ze foto's van mijn kinderen welke op Facebook staan naar mij toe stuurde. Ik zag dat ze stuurde dat ik een som geld moest overmaken en als ik dit niet deed mijn foto op social media geplaatst zou worden. Ik moest van haar 600 euro overmaken. Ik heb toen direct 250 euro overgemaakt, maar dit was niet genoeg. Ik heb toen toch maar het resterende bedrag van 350 euro overgemaakt. Ik heb dus een totaalbedrag van 600 euro overgemaakt naar rekeningnummer [bankrekening 4] . Ik heb deze bedragen van mijn zakelijke rekening [bankrekening 15] overgemaakt. Ik heb deze twee betalingen gedaan omdat ik niet wilde dat mijn naaktfoto van mij verspreid zou worden.
51. Het geschrift, te weten een schema betreffende de storting van € 600,- in zaak 44, opgemaakt door analist [analist] (p. 5704).
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
52. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 augustus 2019, voor zover inhoudende (p. 6797):
Uit dit onderzoek is het volgende gebleken: Op 25 mei 2017 werd van rekeningnummer [bankrekening 17] , op naam van [naam 3] , naar rekeningnummer [bankrekening 4] , op naam staat van [de veroordeelde] , een bedrag van 200,- euro overgemaakt. Op 25 mei 2017 werd van rekeningnummer [bankrekening 17] , op naam van [naam 3] , naar rekeningnummer [bankrekening 4] , op naam staat van [de veroordeelde] , een bedrag van 400,- euro overgemaakt. Op 25 mei 2017 werd van rekeningnummer [bankrekening 17] , op naam van [naam 3] , naar rekeningnummer [bankrekening 4] , op naam staat van [de veroordeelde] , een bedrag van 400,- euro overgemaakt. Op 20 augustus 2019 heb ik telefonisch contact gehad met [naam 3] . Ik heb gevraagd naar de verdachte transacties. Ik hoorde dat [naam 3] verklaarde dat hij was opgelicht. Hij had op een datingsite genaamd Kinky.nl gezeten waar hij met een vrouw in contact was gekomen. Hij heeft naar deze vrouw een naaktfoto van zich zelf gestuurd. Hij wilde afspreken, maar hij moest geld overmaken omdat ze anders zijn naaktfoto naar zijn familie zouden sturen. Hij heeft hierdoor een totaalbedrag van 1000 euro overgemaakt.
53. Het geschrift, te weten een schema betreffende de storting van € 1.000,- in ambtshalve zaak 7, opgemaakt door analist [analist] (p. 6790).
[afbeelding verwijderd i.v.m. privacygevoelige informatie]
II. De bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 (parketnummer 09/807694-19): deelname aan een criminele organisatie
Juridisch kader
Naar vaste rechtspraak is van een ‘organisatie’ als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) sprake als het gaat om een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, dat het plegen van misdrijven als oogmerk heeft. Dit samenwerkingsverband kan blijken uit gemeenschappelijke regels of doelstellingen, maar ook uit het bestaan van een zekere gelaagdheid en/of rolverdeling tussen de verschillende deelnemers. Er is reeds sprake van een dergelijke organisatie wanneer één persoon en minimaal één of meer anderen voor een door hen gesteld doel samenwerken. Het optreden als eenheid is geen absolute voorwaarde. Ook hoeft er geen sprake te zijn van formeel afgebakende taken, maar het samenwerkingsverband moet wel meer dan een incidenteel karakter hebben. Van een duurzaam, min of meer gestructureerd samenwerkingsverband kan al blijken als er gedurende een vaste periode door bepaalde personen volgens een vast patroon wordt samengewerkt. Niet noodzakelijk is daarbij dat het steeds dezelfde personen betreft, wel dient er sprake te zijn van een vaste kern.
Het gaat bij het misdrijf van artikel 140 Sr niet om het daadwerkelijk gepleegd zijn van misdrijven, maar om het ‘oogmerk’ tot het plegen van misdrijven. Voor dat oogmerk kan ook het naaste doel van de organisatie volstaan. Het is niet vereist dat het plegen van misdrijven de voornaamste bestaansgrond van de organisatie is.
Het oogmerk hoeft niet in de tenlastelegging nader te zijn omschreven, maar moet uit de bewijsvoering blijken. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie al zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals dat kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Van ‘deelneming’ aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr kan slechts dan sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is niet vereist dat vast komt te staan dat de betrokkene heeft samengewerkt met of bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie. De deelneming moet voor de betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijkere rol vervulden dan de betrokkene.
Voor ‘deelneming’ is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De betrokkene hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. Niet elke bijdrage kan leiden tot het oordeel dat iemand deel uitmaakt van een criminele organisatie. De bijdrage dient een zekere duur en intensiteit te hebben.
De rechtbank zal aan de hand van het juridisch kader beoordelen of er sprake is geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband, of dat samenwerkingsverband tot oogmerk had het plegen van misdrijven en, zo ja, of [de veroordeelde] heeft deelgenomen aan die criminele organisatie en in welke rol.
Duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat er sprake is van een samenwerking tussen verschillende personen en dat die samenwerking kan worden gekwalificeerd als een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband. Daarvoor is redengevend dat de samenwerking die de rechtbank in dit dossier ziet, zich kenmerkt door een zekere gelaagdheid en rolverdeling, professionaliteit en duurzaamheid. Hieronder licht de rechtbank dat toe.
Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt dat er in de ten laste gelegde periode sprake was van de volgende specifieke werkwijze, waarbij telkens meerdere personen, ieder met een eigen rol, betrokken waren.
Op datingsites werden door leden van de organisatie valse profielen van vrouwen aangemaakt. Als een man in contact raakte met zo’n vals profiel, dan gaf de ‘vrouw’ aan dat zij graag via WhatsApp verder wilde communiceren en werd het gesprek voortgezet op WhatsApp. Ondertussen werd door de leden van de organisatie op social media (vaak Facebook) gezocht naar familie, vrienden en werkgevers van de man. Op het moment dat de man een naaktfoto had gestuurd, sloeg de toon van het gesprek om en kreeg hij een bericht, zoals het onderstaande bericht (of een bericht met een soortgelijke strekking) van de afdreiger(s) toegestuurd:
“Luister nu heel goed naar mij (naam slachtoffer) ik heb uitgebreid onderzoek naar je gedaan en ik weet nu precies wie je bent, wat je doet, waar je woont, werkt en wie al je dierbaren zijn! Als je niet wil dat ik deze SCHANDALIGE foto’s/video’s en app gesprekken doorstuur naar (namen partner etc) en al je familie, vrienden en collega’s kunnen we samen naar een oplossing zoeken. En durf me niet te negeren of blokkeren want ik weet je te vinden”.
Vervolgens moest de man één of meer geldbedragen overmaken. Deze bedragen werden op bankrekeningen van ‘katvangers’ gestort. De ‘katvangers’ werden ingeschakeld door ‘ronselaars’ en de ‘ronselaars’ werden op hun beurt weer aangestuurd om een ‘katvanger’ te regelen. De ‘ronselaars’ haalden vervolgens de ‘katvanger’ op om te pinnen of gebruikten diens bankpasje om het geldbedrag zo snel mogelijk van de bankrekening te halen.
Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt een duidelijke stelselmatigheid en dus een meer dan incidenteel karakter, gelet op het grote aantal slachtoffers, waarbij telkens de voornoemde werkwijze werd toegepast. Voor de handelingen die gepaard gingen met de hierboven beschreven werkwijze, was een grote mate van samenwerking en coördinatie tussen meerdere personen met elk een eigen rol vereist. Uit het dossier (en de voornoemde werkwijze) blijkt dat de organisatie kort gezegd kan worden ingedeeld in drie lagen, die in het dossier de ‘kernleden’, de ‘ronselaars’ en de ‘katvangers’ worden genoemd. De kernleden hadden een sturende rol. Ze pleegden de afdreigingen, stuurden ronselaars/katvangers aan en profiteerden het meest van de afdreigingen. Daaronder zat de laag die onder meer bestond uit de ronselaars, die na een afdreiging werden aangestuurd om een katvanger te regelen, op wiens bankrekening het geld kon worden gestort en/of er voor te zorgen dat het geld cash werd opgenomen.
Dat sprake is van een samenwerking tussen twee of meer personen en niet van allemaal op zichzelf staande incidenten, zoals de raadsman bepleit, blijkt uit het volgende.
[de veroordeelde] , [verdachte 3] , [verdachte 5] en [verdachte 19] kunnen ieder, in verschillende rollen, aan meerdere van deze verschillende zaaksdossiers worden gerelateerd en die zaaksdossiers kunnen ook weer, gelet op onder meer de werkwijze en de betrokken personen, met elkaar in verband worden gebracht.
Uit het dossier blijkt dat [de veroordeelde] in ieder geval samenwerkte met [verdachte 3] en [verdachte 5] , dat hij met hen een groep vormde en dat [de veroordeelde] en [verdachte 5] samenwerkten met ‘ronselaars’/‘katvangers’. Dit blijkt onder meer uit de chatgesprekken in het dossier. Zo zegt [de veroordeelde] in een chatgesprek: “Bro, [bijnaam 1] zit vast (..) alles is weg, al onze spullen”. En in een ander gesprek waarin hij een ronselaar aanstuurt, zegt hij dat de ronselaar met [bijnaam 1] moet ‘meeten’ en een foto naar [bijnaam 3] moet sturen. In de telefoon van [verdachte 5] zijn voorts berichten aangetroffen van zijn Snapchat-account waarin om bankpassen wordt gevraagd. In de chatgesprekken wordt daarnaast ook gesproken over de verdeling van de opbrengst, hetgeen ook duidt op een samenwerking.
Verder zijn relevant de verklaringen van diverse getuigen die in onderzoek Limpopo zijn gehoord.
Zo heeft [verdachte 7] verklaard over de groep van ‘ [bijnaam 2] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’, die bestaat uit ongeveer tien man, de harde kern uit vijf à acht mensen. De rest komt en gaat weer. Het zijn jongens uit [plaatsnaam 1] en bij hen staat geld op nummer 1. Daar doen ze alles voor.
[minderjarige] (de ex-vriendin van [verdachte 3] , hierna: [minderjarige] ) heeft verklaard hoe ‘ze’ te werk gaan. [minderjarige] heeft kort en zakelijk weergegeven verklaard dat er een profiel op een sekssite wordt aangemaakt, dat vervolgens een chatsessie volgt en dat hierna mannen worden afgeperst. Deze werkwijze komt overeen met de hiervoor omschreven methode die naar voren komt in het dossier. [minderjarige] heeft verklaard dat ‘ [verdachte 3] ’ en zijn broer ‘ [de veroordeelde] ’ op die manier veel geld verdienen en dat de broers de oplichtingen plegen met een aantal jongens uit de wijk.
De rechtbank overweegt dat [minderjarige] voornoemd verhaal ongevraagd heeft verteld toen zij, in verband met een voorlopige ondertoezichtstelling, door de politie werd vervoerd naar [instelling] . Hoewel zij haar verklaring hierna heeft ingetrokken en ook weer (bij de rechter-commissaris) heeft bevestigd, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank haar verklaring niet onbetrouwbaar. De rechtbank acht haar verklaring namelijk gedetailleerd en concreet en de uitleg die [minderjarige] heeft gegeven voor het intrekken van haar verklaring (namelijk dat zij dit heeft gedaan omdat zij bang voor was voor [de veroordeelde] ), acht de rechtbank geloofwaardig. De verklaring vindt daarnaast steun in de overige bewijsmiddelen, zoals de verklaringen van ‘katvangers’ en informatie die in de telefoons van [verdachte 3] , [de veroordeelde] en [verdachte 5] is aangetroffen (het standaard bericht dat is aangetroffen in de telefoon van [verdachte 3] en berichten die zijn gestuurd met de telefoons van [de veroordeelde] en [verdachte 5] , die betrekking hebben op het regelen van bankpassen).
Voorts zijn relevant de verschillende verklaringen van personen van wie naar het oordeel van de rechtbank gebleken is dat die dienst deden als ‘katvangers’ en ‘ronselaars’.
‘Katvanger’ [verdachte 4] (hierna: [verdachte 4] ) heeft verklaard dat ‘ze’ een Snapchat sturen met de vraag wie er snel geld wil verdienen. Hierbij wordt het bedrag genoemd dat kan worden verdiend. Ze zoeken dan iemand die een bankrekening ter beschikking heeft om geld te laten storten.
‘Katvanger’ [verdachte 1] heeft verklaard dat hij zijn bankpas moest afgeven aan ‘ [bijnaam 2] ’ of één van hun.
‘Katvangers’ [verdachte 13] (hierna: [verdachte 13] ) en [verdachte 2] hebben verklaard over geldbedragen die ongevraagd op hun bankrekening werden gestort en die ze af moesten dragen aan [de veroordeelde] , [verdachte 3] en [verdachte 5] .
De periode waarin de organisatie actief is geweest, bestrijkt een periode van bijna twee jaar, van 1 december 2017 tot en met 1 oktober 2019. Dit vindt voor wat betreft het begin van de periode bevestiging in de verklaring van [minderjarige] , voor zover inhoudende dat zij van [verdachte 3] had begrepen dat hij dit (de rechtbank begrijpt: de afpersingen) al vanaf zijn dertiende jaar doet. Voor de periode is verder onder meer relevant het onder 2 bewezen verklaarde witwassen van geld afkomstig van de afdreiging van [naam 1] in februari 2018, waarbij [de veroordeelde] , [verdachte 3] , [verdachte 5] en [verdachte 19] alle vier betrokken waren. Voor het einde van de periode is relevant dat [de veroordeelde] , [verdachte 3] , [verdachte 5] en [verdachte 19] op 1 oktober 2019 zijn aangehouden. Blijkens in de telefoon van [verdachte 3] aangetroffen chats, zijn in de dagen hiervoor nog diverse chats gevoerd met mannen die werden afgedreigd.
Oogmerk
Dat de organisatie als oogmerk had het plegen van afdreigingen, blijkt onder meer uit de veelheid aangetroffen berichten in de telefoons van [de veroordeelde] en [verdachte 3] en de verklaring van [minderjarige] .
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de criminele organisatie ook als oogmerk had witwassen. Meer specifiek gaat het dan om het witwassen van de geldbedragen die afkomstig waren van gepleegde afdreigingen. Het gemeenschappelijk einddoel van de criminele organisatie was immers het binnenhalen van geld, oftewel zelfverrijking. Daarvoor waren de afdreigingen het middel.
Deelneming
De deelneming moet voor iedere betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Daarom zal de rechtbank hierna per persoon beoordelen of en in hoeverre hij heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
[de veroordeelde]
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat [de veroordeelde] een sturende, leidinggevende rol had bij de gepleegde strafbare feiten. Hij gaf de opdrachten aan de andere kernleden, ronselaars en katvangers. De ronselaars moesten na de geldopnames het geld aan hem afgeven.
Op zijn telefoon zijn meerdere WhatsApp-gesprekken aangetroffen die te relateren zijn aan zijn leidende rol binnen de criminele organisatie en de gepleegde strafbare feiten. Zo stuurt [de veroordeelde] bijvoorbeeld op 17 september 2019: “ga snel spa (de rechtbank begrijpt: passen) halen, verhoog die limiet opnieuw, haal die oude weg, hoog t snel en stuur foto naar [bijnaam 3] ”. Ook zijn in zijn telefoon betaalverzoeken aangetroffen ter hoogte van bedragen die uit afdreigingen worden verkregen en zijn foto’s van bankpassen aangetroffen die eveneens kunnen worden gerelateerd aan afdreigingen.
[verdachte 3]
Dat [verdachte 3] eveneens als kernlid deelnam aan de organisatie blijkt uit de gegevens die zijn aangetroffen in zijn telefoon. Hieruit blijkt dat hij zich bezig hield met de afdreigingen. Op zijn telefoon is de profieltekst voor een sexsite aangetroffen, het tekstbericht dat wordt gebruikt op het moment dat het afdreigen begint, vele chatgesprekken die kunnen worden gerelateerd aan afdreigingen en (naakt) foto’s en video's van slachtoffers. De avond voor zijn aanhouding op 1 oktober 2019 was [verdachte 3] nog actief via WhatsApp in contact met (mogelijke) potentiële slachtoffers. Ook hield hij zich bezig met het aansturen van de mensen die het pinnen regelden. Zo blijkt uit de verklaringen van [verdachte 13] en [verdachte 2] dat hij aanwezig was op het moment dat (een deel van) het geld afkomstig van de afdreiging van [naam 1] (zaak 1) werd gepind en in ontvangst werd genomen.
[verdachte 5]
Voor [verdachte 5] geldt dat hij eveneens een van de kernleden was binnen de organisatie. Zijn rol bestond er met name uit om mensen te regelen die hun bankpas ter beschikking wilden stellen. In een bericht, afkomstig van het Snapchat-account van [verdachte 5] , wordt gezegd: “deze week zoek ik:” en vervolgens worden dan de soort bankpassen genoemd die hij nodig heeft. [verdachte 5] had een sturende rol ten aanzien van de ‘ronselaars’ en ‘katvangers’, hetgeen blijkt uit de verschillende verklaringen van ‘katvangers’ waarin wordt aangegeven dat [verdachte 5] , die in het dossier ook wel vaker wordt genoemd als ‘de chauffeur van’, aanwezig was bij het pinnen van het geld en dat het geld aan hem afgegeven moest worden.
[verdachte 19]
heeft over een langere periode een relatief gering aantal witwashandelingen verricht. Hij heeft Van Baarle, [verdachte 17] en Van Ommeren benaderd en heeft ervoor gezorgd dat geld afkomstig van afdreigingen op hun bankrekeningen kon worden gestort en ging hierna (met ze mee om te) pinnen. Afgezet tegen de ten laste gelegde periode waarbinnen het criminele samenwerkingsverband actief was, was de bijdrage van [verdachte 19] van geringere omvang. Uit het dossier blijkt daarnaast niet duidelijk of [verdachte 19] welbewust een (geringe) bijdrage leverde aan de activiteiten van de criminele organisatie. De vaststelling dat hij bewust de kans heeft aanvaard dat hij crimineel geld voorhanden had en de omstandigheden dat twee kernleden van de organisatie ( [de veroordeelde] en [verdachte 3] ) als contacten staan vermeld in zijn telefoon en [verdachte 5] is gezien als zijn chauffeur, zijn daarvoor onvoldoende. De rechtbank is, gelet op het vorengaande van oordeel dat het dossier onvoldoende concreet, direct bewijs bevat dat [verdachte 19] onderdeel was van het hiervoor omschreven crimineel samenwerkingsverband.
Conclusie
De rechtbank is op basis van de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien van oordeel dat er sprake is geweest van een criminele organisatie, waarvan het oogmerk was het plegen van afdreiging en witwassen en dat aan deze criminele organisatie in elk geval hebben deelgenomen [de veroordeelde] , [verdachte 3] en [verdachte 5] .
Ten aanzien van feit 2 primair (parketnummer 09/807694-19): medeplegen witwassen € 32.600,-
Uit de op 17 februari 2018 gedane aangifte van [naam 1] blijkt dat hij op [geboortedatum 4] 2018 via de website Novamora in contact is gekomen met ' [profielnaam 4] '. Nadat hij op haar verzoek een naaktfoto had verstuurd, kreeg hij het bericht dat hij geld moest overmaken, omdat anders zijn familie en vrienden zouden worden ingelicht. Er was dus sprake van afdreiging.
[naam 1] heeft vervolgens in de dagen daarna in totaal € 32.600,- overgemaakt naar diverse bankrekeningnummers, op naam van [verdachte 2] , Rivers, [verdachte 4] , [verdachte 12] (hierna: [verdachte 12] ) / [verdachte 17] (hierna: [verdachte 17] ), [verdachte 18] , [verdachte 15] en [verdachte 16] (hierna: [verdachte 16] ). Uit de bankrekeninggegevens is gebleken dat telkens kort na het storten, de bedragen weer zijn gepind.
De ‘katvangers’ die hun bankrekening beschikbaar hebben gesteld, hebben als volgt verklaard.
[verdachte 17] heeft verklaard dat hij een drugsschuld had bij [verdachte 19] en dat hij voor het aflossen van die schuld de bankrekening van hem / zijn partner ter beschikking heeft gesteld. Het geld dat door [naam 1] op zijn bankrekening is gestort, heeft hij samen met [verdachte 19] opgenomen. [verdachte 5] was de chauffeur van [verdachte 19] . Na het pinnen heeft [verdachte 17] het geld aan [verdachte 19] gegeven.
[verdachte 4] heeft verklaard dat [de veroordeelde] haar op een dag benaderde en zei dat er geld op haar bankrekening was gestort en vroeg of ze dit op konden halen. [verdachte 4] is vervolgens samen met [de veroordeelde] en [verdachte 5] het geld gaan pinnen en zij heeft het bedrag van € 500,- aan [de veroordeelde] gegeven.
[verdachte 2] heeft verklaard dat hij ooit zijn bankrekeningnummer aan [de veroordeelde] had gegeven en dat er opeens diverse geldbedragen op zijn bankrekening werden gestort, waarna [de veroordeelde] contact met hem opnam met de vraag of hij het geld voor hem van zijn bankrekening wilde halen. Het geld is uiteindelijk naar [de veroordeelde] gegaan.
[verdachte 13] heeft verklaard dat gevraagd en ongevraagd geld op zijn bankrekening werd gestort. Hij werd opgehaald door [verdachte 3] en [verdachte 5] en heeft het geld vervolgens aan hun gegeven.
[verdachte 16] heeft ten slotte verklaard dat hem via Snapchat werd gevraagd om geld op zijn bankrekening te laten storten en dat [verdachte 3] erbij was toen hij geld moest pinnen van zijn bankrekening.
De rechtbank kan niet vaststellen wie de afdreiging heeft gepleegd, maar kan wel vaststellen dat [de veroordeelde] , [verdachte 3] , [verdachte 5] en de ‘katvangers’ (delen van) het geldbedrag dat werd overgemaakt naar aanleiding van die afdreiging voorhanden hebben gehad, op basis van de verklaringen van de hiervoor genoemde katvangers.
Gelet op hetgeen is overwogen over feit 1, namelijk dat [de veroordeelde] , [verdachte 3] en [verdachte 5] ‘kernleden’ van de criminele organisatie waren en in die hoedanigheid betrokken waren bij het incasseren van het van afdreiging afkomstige geldbedrag, kan niet alleen worden vastgesteld dat ze (mede)plegers zijn ten aanzien van het bedrag dat ze zelf hebben geïncasseerd, maar kan ook worden vastgesteld dat ze als leden van de criminele organisatie nauw en bewust hebben samengewerkt ten aanzien van het volledige bedrag, door verschillende ‘katvangers’ met bankrekeningen bij verschillende banken te benaderen, door met de ‘katvangers’ te gaan pinnen en door vervolgens in wisselende samenstellingen het geld in ontvangst te nemen (en zo de werkelijke herkomst van het geld en wie de rechthebbende is te verhullen). Ze hebben allen ten aanzien van het volledige bedrag een bijdrage van voldoende gewicht geleverd. In het licht van de criminele organisatie waar ze deel van uitmaakten, kan het niet anders dan dat ze wisten dat de geldbedragen die werden gepind, afkomstig waren van enig misdrijf. Aldus waren [de veroordeelde] , [verdachte 3] en [verdachte 5] als medeplegers betrokken bij het (opzet)witwassen van de € 32.600,-.
Ten aanzien van feit 4 (parketnummer 09/807694-19): diefstal met geweld; slachtoffer [verdachte 6]
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [verdachte 7] en [verdachte 2] betrouwbaar zijn en kunnen worden gebruikt voor het bewijs. Deze verklaringen ondersteunen elkaar over en weer en worden ook ondersteund door de verklaring van [verdachte 6] (hierna: [verdachte 6] ), van wie niet gebleken is dat hij een reden heeft om belastend te verklaren ten aanzien van [de veroordeelde] .
Gelet op de verklaringen van [verdachte 7] , [verdachte 2] en [verdachte 6] dat [de veroordeelde] samen met nog een andere persoon [verdachte 6] heeft beroofd en gelet op de foto op de Instagram-pagina van [de veroordeelde] , waarop [de veroordeelde] te zien is met precies eenzelfde pet als die gestolen is van [verdachte 6] , is de rechtbank van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend is bewezen.
Ten aanzien van feit 7 (parketnummer 09/807694-19): witwassen zaken 43, 44 en ambtshalve zaak 7
Op de bankrekening van de verdachte zijn in de periode van 1 maart 2017 tot en met 5 juni 2017 stortingen gedaan van € 175,- door [naam 4] , van in totaal € 600,- door [naam 2] en van in totaal € 1.000,- door [naam 3] .
Deze bedragen zijn afkomstig van twee afdreigingen en een oplichting en zijn daarmee uit enig misdrijf afkomstig. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat de verdachte wist dat dit geld van misdrijf afkomstig was. Dit blijkt wel uit de omstandigheid dat hij (een groot deel van) het geld telkens, kort na de storting, gelijk heeft opgenomen. Bovendien storten personen niet zomaar, zonder enige (legale) aanleiding, geld op de bankrekening van een voor hen onbekend persoon.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte deze geldbedragen heeft witgewassen.
III. De bewezenverklaring
1.
hij in de periode 1 december 2017 tot en met 1 oktober 2019 te [plaatsnaam 1] , althans in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [verdachte 5] , [de veroordeelde] en [verdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikelen 318 en 420bis Wetboek van Strafrecht;
2.
hij in de periode van 03 februari 2018 tot en met 15 februari 2018 in Nederland,
tezamen en in vereniging met ander
en, van geldbedragen van in totaal (ongeveer) EUR 32.600,-
  • de herkomst heeft verhuld en heeft verhuld, wie de rechthebbende is en
  • die geldbedragenheeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij wist,
dat
die geldbedragen, geheel, onmiddellijk of middellijk, afkomstig waren uit enig misdrijf;
4.
hij op 3 januari 2018 te Zoetermeer en 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (EUR 180 ,-) en een pinpas en ID-bewijs en mobiele telefoon en een pakje sigaretten en een pet,
toebehorendeaan [verdachte 6] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [verdachte 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden, dat hij, verdachte en/of zijn mededaders die [verdachte 6]
- in een auto hebben meegenomen en
- hebben geslagen en
- een mes hebben getoond en hebben
- gedwongen zijn telefoon te ontgrendelen en
- hebben gedwongen in te loggen in de ING app;
7.
hij in de periode van 1 maart 2017 tot en met 5 juni 2017 in Nederland,
van geldbedragen van EUR 175,- en EUR 600,- en EUR 1.000,- de werkelijke aard heeft verhuld en
deze geldbedragenvoorhanden heeft gehad en heeft omgezet, terwijl hij wist, dat
deze geldbedragen,onmiddellijk of middellijk, afkomstig waren uit enig misdrijf.

Voetnoten

1.Bewijsmiddelen genummerd 1 tot en met 39.
2.Aangifte door [naam 1] , bewijsmiddel genummerd 18, onderzoek naar het bankrekeningnummer op naam van [verdachte 2] , bewijsmiddel genummerd 20 onderzoek naar het bankrekeningnummer op naam van [verdachte 4] , bewijsmiddel genummerd 20.
3.Aangifte door [naam 1] , bewijsmiddel genummerd 18 en onderzoek naar de bankrekening op naam van [verdachte 2] , bewijsmiddel genummerd 20.
4.Onderzoek naar het bankrekeningnummer op naam van [verdachte 2] , bewijsmiddel genummerd 20 en verhoor [verdachte 2] van 19 maart 2019, bewijsmiddel genummerd 30.
5.Aangifte door [naam 1] , bewijsmiddel genummerd 18 en onderzoek naar de bankrekening op naam van [verdachte 4] , bewijsmiddel genummerd 20.
6.Verhoor van [verdachte 4] van 17 maart 2019, bewijsmiddel genummerd 5.
7.Aangifte door [verdachte 6] , bewijsmiddel genummerd 40.
8.Aangifte door [naam 5] , bewijsmiddel genummerd 49, aangifte door [naam 2] , bewijsmiddel genummerd 50, verklaring van [naam 3] , bewijsmiddel genummerd 52 en het onderzoek naar de rekening op naam van de veroordeelde, bewijsmiddel genummerd 48.
9.Aangifte door [naam 9] , onderzoek naar de bankrekening op naam van [verdachte 1] , en verhoor [verdachte 1] van 19 november 2019.
10.Aangifte door [naam 10] , onderzoek naar de bankrekening op naam van [verdachte 1] , en verhoor [verdachte 1] van 19 november 2019.
11.Aangifte door [naam 11] , onderzoek naar de bankrekening op naam van [verdachte 1] , en verhoor [verdachte 1] van 19 november 2019.
12.Verklaring van [naam 6] en onderzoek naar de banrekening op naam van de veroordeelde.
13.Verklaring van [naam 7] en onderzoek naar de bankrekening op naam van de veroordeelde.
14.Verklaring van [naam 8] en onderzoek naar de bankrekening op naam van de veroordeelde.
15.Verklaring van [naam 12] en onderzoek naar de bankrekening op naam van de veroordeelde.