Uitspraak
[de veroordeelde]
De vordering
De procesgang
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. P.R.L.V.M. Kruik;
Het advies
De standpunten
De beoordeling
Beslissing
met 18 maanden.
Rechtbank Den Haag
Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige, geboren op 25 [geboortedatum] 2006, die verblijft in [jeugdinrichting]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de PIJ-maatregel met 18 maanden te verlengen, toegewezen. De jeugdige was eerder veroordeeld tot de PIJ-maatregel op 11 oktober 2022, onherroepelijk geworden op 25 oktober 2022, en heeft sindsdien interventies ondergaan gericht op het verminderen van criminogene factoren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen en rapporten, waaronder een advies van mw. S. Derks, behandelcoördinator bij [jeugdinrichting].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de jeugdige lijdt aan een licht verstandelijke beperking en sterke aanwijzingen heeft voor een stoornis in het autismespectrum, evenals gedragsproblemen die passen bij een normoverschrijdende-gedragsstoornis. De behandeling binnen de PIJ-maatregel is gericht op het verbeteren van de zelfregulatie, identiteit en sociale vaardigheden van de jeugdige. De deskundigen hebben geadviseerd om de PIJ-maatregel te verlengen, omdat zonder verdere behandeling en begeleiding de kans op recidive hoog wordt ingeschat.
Tijdens de zitting heeft de raadsvrouw van de jeugdige betoogd dat de gevorderde verlenging van 18 maanden onvoldoende is onderbouwd en heeft zij gepleit voor een kortere periode van 12 maanden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat een langere verlenging noodzakelijk is voor een goede behandeling en ontwikkeling van de jeugdige. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de jeugdige, en heeft de PIJ-maatregel met 18 maanden verlengd.