ECLI:NL:RBDHA:2024:19303
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering Schadefonds geweldsmisdrijven wegens termijnoverschrijding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds geweldsmisdrijven. De aanvraag werd afgewezen door de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, omdat eiseres deze niet binnen de wettelijke termijn van tien jaar na het gepleegde geweldsmisdrijf had ingediend. Eiseres, die tussen 1992 en 2003 slachtoffer was van huiselijk geweld, betoogt dat haar termijnoverschrijding verschoonbaar is vanwege psychische overmacht en recente ontwikkelingen die haar hebben doen ontwaakt. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van psychische overmacht, aangezien zij geen medische informatie heeft overgelegd ter ondersteuning van haar claim. De rechtbank stelt vast dat verweerder in redelijkheid kon concluderen dat eiseres niet zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kon worden verlangd, de aanvraag heeft ingediend. De rechtbank bevestigt dat het beleid van verweerder niet onredelijk is en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.