ECLI:NL:RBDHA:2024:19138
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning humanitair niet tijdelijk van een minderjarige met ernstige medische problematiek
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een minderjarige van Armeense nationaliteit, beoordeeld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning onder de beperking 'humanitair niet tijdelijk'. Eiseres heeft ernstige medische problemen, waaronder nierfalen, waarvoor zij momenteel niet in Armenië behandeld kan worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sterke banden heeft opgebouwd in Nederland gedurende haar verblijf van tien jaar. De aanvraag van eiseres werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, die stelde dat er geen sprake was van beschermenswaardig familieleven en dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wogen dan die van eiseres. Eiseres heeft in bezwaar en beroep aangevoerd dat de afwijzing in strijd is met artikel 8 van het EVRM, dat recht geeft op respect voor privé- en gezinsleven. De rechtbank heeft op 15 juli 2024 uitspraak gedaan en geoordeeld dat de minister niet heeft voldaan aan de eerdere uitspraak van 15 december 2023, waarin was bepaald dat een belangenafweging moest plaatsvinden. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen om eiseres een niet-tijdelijke verblijfsvergunning te verlenen op grond van artikel 8 van het EVRM. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiseres.