Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Mongoolse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 20 oktober 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 11 november 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de minister voldoende gronden heeft aangevoerd voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken en het bestaan van een concreet aanknopingspunt voor een overdracht op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft de gronden van de maatregel niet betwist, en de rechtbank concludeert dat deze gronden feitelijk juist en voldoende gemotiveerd zijn. Eiser heeft aangevoerd dat het onduidelijk is of de minister voortvarend handelt bij de voorbereiding van zijn overdracht naar Frankrijk, maar de rechtbank oordeelt dat de minister dit wel doet, aangezien er op 7 november 2024 een claim akkoord van Frankrijk is ontvangen.
De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring onrechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek en heeft vastgesteld dat dit niet het geval is. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 november 2024, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.