ECLI:NL:RBDHA:2024:19108

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
NL24.27394
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Somalië op basis van ongeloofwaardige verklaringen en onvoldoende bewijs voor reëel risico op ernstige schade

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, van Somalische nationaliteit, heeft op 30 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister op 28 juni 2024 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt de aanvullende gronden die eiseres op 14 juli en 11 oktober 2024 heeft ingediend, evenals de reactie van de minister op 14 oktober 2024. Tijdens de zitting op 15 oktober 2024 zijn eiseres, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig.

De rechtbank concludeert dat de minister de problemen van eiseres met Al-Shabaab ongeloofwaardig heeft geacht, omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat haar situatie in Somalië zodanig is dat zij een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank wijst erop dat eiseres geen overtuigende argumenten heeft aangedragen die de afwijzing van haar asielaanvraag kunnen weerleggen. De rechtbank oordeelt dat de minister op goede gronden heeft geconcludeerd dat de asielmotieven van eiseres niet geloofwaardig zijn en dat er geen sprake is van een situatie die bescherming onder artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn rechtvaardigt.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiseres terecht is afgewezen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27394

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. W. Volkers),
en
de minister van Asiel en Migratie [1] , de minister
(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2007. Zij heeft op 30 januari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 28 juni 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
Op 14 juli 2024 en op 11 oktober 2024 heeft eiseres aanvullende gronden ingediend.
1.2.
De minister heeft op 14 oktober 2024 op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 15 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, U. Omar Amir als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres aan de hand van haar beroepsgronden.
3. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Op het moment dat eiseres aanwezig was op een Koranschool kwam Al-Shabaab daar langs. Een van de leiders van Al-Shabaab, de Muddir Mustaf, wilde eiseres als zijn vierde vrouw. De Koranleraar heeft dit aan de vader van eiseres bericht. De ouders van eiseres vonden dit geen goed idee. Om die reden is eiseres naar een vriendin van haar moeder gebracht. De vader en de broer van eiseres zijn door Al-Shabaab om het leven gebracht. De buurvrouw van de vriendin van de moeder van eiseres heeft eiseres in huis genomen nadat de vriendin van haar moeder haar de deur had gewezen en heeft de moeder van eiseres gebeld. De moeder van eiseres gaf aan dat eiseres gevaar zou lopen als ze naar huis zou komen. De buurvrouw heeft eiseres vervolgens geholpen om naar Mogadishu te komen. De buurvrouw werd daar gebeld door Al-Shabaab en er werd tegen haar gezegd dat ze eiseres terug moest brengen. Dit heeft ze niet gedaan, ze heeft een mensensmokkelaar gezocht en gevonden. Een dag later is eiseres met deze vrouwelijke mensensmokkelaar vertrokken met het vliegtuig naar Kenia. Daarna zijn ze doorgereisd naar Nederland. Eiseres vreest bij terugkeer voor Al-Shabaab omdat ze is weggelopen. Ze zal worden gedood of moet trouwen met een lid van Al-Shabaab. Ook vreest ze dan nogmaals te worden besneden.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
1. nationaliteit, identiteit en herkomst;
2. problemen met Al-Shabaab.
De minister stelt zich hierover op het standpunt dat de nationaliteit, identiteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn. De problemen met Al-Shabaab zijn niet geloofwaardig. De minister heeft de asielaanvraag daarom afgewezen als ongegrond.
Beroepsgrond: besnijdenis is een los asielmotief
6. Eiseres heeft gesteld dat ze bang is nogmaals besneden te worden als ze zou moeten trouwen met een lid van Al-Shabaab. Ze heeft echter ook verklaard dat het in haar stam normaal is dat vrouwen een tweede keer worden besneden als ze gaan trouwen. Ook als ze met iemand anders zou trouwen bestaat de kans dat ze opnieuw wordt besneden. De minister heeft dit daarom ten onrechte niet als een afzonderlijke asielmotief aangemerkt.
6.1.
De rechtbank stelt vast dat de minister de vrees voor besnijdenis niet als afzonderlijke asielmotief heeft aangemerkt. De stelling van eiseres dat de minister dit wel had moeten doen, volgt de rechtbank niet. In het aanmeldgehoor heeft eiseres aangegeven dat de problemen met Al-Shabaab de reden zijn voor haar vertrek uit Somalië. Op de vraag of er nog andere redenen zijn waarom ze is gevlucht antwoord eiseres dat die er niet zijn. [2] In het nader gehoor wordt voor het eerst ingegaan op het feit dat ze is besneden en de angst voor herbesnijdenis. Eiseres geeft aan dat het heel gebruikelijk is dat als leden van Al-Shabaab gaan trouwen zij eerste checken hoe je bent besneden en dat je dan vaak een tweede keer besneden moet worden. [3] Later is in het nader gehoor specifiek ingegaan op de angst voor besnijdenis. Daar verklaart eiseres dat haar stam volgens haar het ergst is met betrekking tot het laten besnijden van meisjes en vrouwen. Nadat om een toelichting is gevraagd waarom eiseres bang is om, nu ze al besneden is, nogmaals te worden besneden verklaart ze dat wanneer je met een lid van Al-Shabaab gaat trouwen je nog een keer besneden zal worden. [4] Nu de angst voor de herbesnijdenis steeds wordt gekoppeld aan het trouwen met een lid van Al-Shabaab heeft de minister dit onderdeel naar het oordeel van de rechtbank dan ook kunnen scharen onder het asielmotief “Problemen met Al-Shabaab”.
Beroepsgrond: het bestreden besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen
7. Eiseres voert aan dat zij gedurende de gehele procedure niet de rechtsbijstand heeft gehad waar zij recht op heeft. Ze is vlak achter elkaar verschillende keren gehoord met enkel mannelijke tolken en zonder begeleiding van NIDOS. Daarnaast heeft eiseres enkel kort de kans gehad om met haar gemachtigde overleg te hebben. Wanneer alles goed was gegaan, had veel opgehelderd kunnen worden en had de beoordeling van de asielaanvraag van eiseres op grond van de juiste informatie kunnen plaatsvinden. Daarbij moet rekening worden gehouden met het referentiekader en de cultuur van eiseres. Ze is een meisje in een mannencultuur, heeft slechts enkele jaren Koranschool gehad en is beschermd en afgelegen opgegroeid. Daardoor is het voor haar lastig een tijdsindicatie te geven.
7.1.
De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat het besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. Uit het verslag van het aanmeldgehoor blijkt niet dat eiseres heeft aangegeven dat zij vanwege de (mannelijke) samenstelling niet heeft durven verklaren over bepaalde onderwerpen. Daarbij was bij het nader gehoor een vrouwelijke gehoormedewerker aanwezig en een vrouwelijke begeleider van NIDOS. Ook daar is niet gebleken dat ze eerder niet volledig heeft kunnen verklaren. De rechtbank is van oordeel dat het niet aan de inspanningen van de minister is te wijten dat bij het aanmeldgehoor geen begeleider van NIDOS aanwezig was. In de WI voor de leeftijdsbepaling is opgenomen: “Nidos wordt op de hoogte gesteld van de te houden schouw middels planningslijsten die de IND dagelijks doet toekomen met alle aanmeld- en schouwgehoren die op die dag worden gehouden. Nidos mag – als wettelijk vertegenwoordiger – bij de schouw aanwezig zijn.”. De aanwezigheid van een voogd is niet verplicht en de keuze ligt bij NIDOS. Dat eiseres stelt dat ze na het nader gehoor slechts kort contact heeft gehad met haar gemachtigde, geeft eveneens geen blijk van onvoldoende bijstand. Kort contact met een gemachtigde betekent immers niet dat niet de rechtsbijstand is verleend waar eiseres recht op had. Er zijn correcties en aanvullingen ingediend op het nader gehoor en er is een zienswijze ingediend. Dat de huidige gemachtigde andere punten naar voren zou hebben gebracht in de correcties en aanvullingen en dat de zienswijze niet met eiseres zou zijn besproken maakt niet dat eiseres onvoldoende is bijgestaan. Voor zover eiseres aangeeft dat haar scholing beperkt is geweest, verklaart eiseres hiermee niet dat zij niet in staat was om op eenvoudige vragen te antwoorden. Als vragen niet duidelijk waren, had het in de rede gelegen om verduidelijking te vragen. Evenmin is uit de gehoren dan wel de correcties en aanvullingen gebleken dat eiseres door haar beperkte scholing de vragen niet goed begreep of dat zij daardoor onjuiste antwoorden heeft gegeven. Eiseres wordt niet gevolgd in haar stelling dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt dat vragen in begrijpelijk taal zijn gesteld en zijn verduidelijkt waar nodig.
Beroepsgrond: de problemen met Al-Shabaab zijn ten onrechte ongeloofwaardig geacht
8. Eiseres stelt dat het relaas, zoals opgenomen in het aanmeldgehoor en het nader gehoor, op veel punten niet klopt. Daardoor lijkt het of eiseres tegenstrijdig heeft verklaard, maar dit is niet het geval, aldus eiseres. Dit had al in de correcties en aanvullingen of in de zienswijze rechtgezet kunnen worden, maar dat is helaas niet gebeurd. In de gronden van 14 juli 2024 en de aanvullende gronden van 11 oktober 2024 heeft eiseres verklaard hoe de gebeurtenissen zich daadwerkelijk hebben afgespeeld.
8.1.
De rechtbank volgt eiseres hierin niet. De minister heeft zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat eiseres op een aantal punten wisselende en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van haar verklaringen. Zo stelt eiseres in eerste instantie niet te zijn gecontroleerd door Al-Shabaab tijdens haar vlucht maar stelt ze later dat ze dat ze eenmaal langs een controlepost zijn gekomen, maar dat alleen de voorkant van de auto is gecontroleerd en eiseres daarom niet gevonden is. De minister heeft bij zijn standpunt over de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres terecht betrokken dat eiseres haar asielrelaas voornamelijk baseert op verklaringen van derden en niet weet hoe deze derden aan deze informatie zijn gekomen. Zo heeft zij van de vriendin van haar moeder vernomen dat haar vader en broer zijn vermoord maar weet niet hoe deze vriendin aan deze informatie komt. Daarnaast heeft de minister het ongerijmd kunnen vinden dat Al-Shabaab terwijl zij eiseres slechts één keer niet thuis aantroffen direct daarop overging tot het doden van haar vader en broer. Ook heeft de minister het ongerijmd kunnen vinden dat Al-Shabaab binnen een dag heeft weten te achterhalen dat eiseres met de buurvrouw van de vriendin van haar moeder naar Mogadishu was gevlucht, dat Al-Shabaab het telefoonnummer van de buurvrouw heeft weten te achterhalen en meteen heeft gebeld om te eisen dat eiseres teruggebracht zou worden. Eiseres heeft geen verklaringen kunnen geven voor deze ongerijmdheden.
8.2.
Eiseres stelt dat het relaas zoals weergegeven in het aanmeldgehoor en het nader gehoor niet klopt en komt in haar beroepsgronden met nieuwe verklaringen. Zo stelt zij dat ze niet weet of er een controle plaatsvond tijdens haar vlucht voor Al-Shabaab omdat ze verstopt zat tussen het hooi achterin de auto. Ook voert ze nu aan dat haar vader en broer niet tegelijkertijd zijn meegenomen door Al-Shabaab maar dat dit op verschillende dagen is gebeurd. Verder voert zij aan dat zij niet via de vriendin van haar moeder heeft vernomen dat haar vader en broer zijn vermoord maar dat zij op dat moment thuis aanwezig was en haar moeder heeft gehoord wat zich op hun buitenplaats heeft afgespeeld. Eiseres heeft echter niet kunnen aangeven waarom haar verklaringen zoals weergegeven in het aanmeldgehoor en het nader gehoor niet zouden kloppen. Zoals de rechtbank hiervoor onder 7.1 heeft overwogen volgt zij eiseres niet in haar standpunt dat de procedure onzorgvuldig is geweest en kan dit naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen verklaring vormen voor de wisselende en tegenstrijdige verklaringen van eiseres. Gelet daarop heeft de minister zich op het standpunt kunnen stellen dat de gestelde problemen van eiseres met Al-Shabaab niet geloofwaardig zijn. Deze beroepsgrond slaagt dan ook niet.
Beroepsgrond: er is wel een reëel risico op ernstige schade zoals bedoel in artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Somalië
9. Eiseres voert aan dat in het bestreden besluit wordt verwezen naar pagina 91 van het Algemeen Ambtsbericht Somalië van juni 2023 ter onderbouwing dat [woonplaats] in de macht is van de regering. Dit betreft echter slechts een kaart met de titel ‘approximate territorial control’ waarop te zien is dat het gebied van [de stad] geel is, wat ‘mixed, onclear, and/or local control’ betekent. Eiseres meent dat dit niet betekent dat Al-Shabaab daar niet de macht heeft. Eiseres heeft zelf meegemaakt dat Al-Shabaab regelmatig bij de Koranschool aanwezig was en voorlichting gaf en jongens rekruteerde. Volgens eiseres is het gebied dus wel onder controle van Al-Shabaab. In het landenbeleid is opgenomen dat de mensenrechtensituatie in gebieden waar Al-Shabaab aan de macht is of het gebied controleert zodanig is dat voor iedere terugkeerder een reëel risico bestaat op ernstige schade.
9.1.
Deze beroepsgrond slaagt evenmin. De enkele stelling van eiseres dat ze heeft meegemaakt dat leden van Al-Shabaab regelmatig aanwezig waren op de Koranschool waar zij lessen volgde is, zonder nadere onderbouwing, onvoldoende om te kunnen stellen dat Al-Shabaab de macht heeft in het gebied waar eiseres vandaan komt. De minister heeft uit kunnen gaan van hetgeen in het Algemeen Ambtsbericht is opgenomen nu niet door stukken of anderszins aannemelijk is gemaakt dat de situatie in de woonplaats van eiseres zodanig is dat voor iedere terugkeerder een reëel risico bestaat op ernstige schade.
Beroepsgrond: er is sprake van een situatie zoals bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn
10. De algemene veiligheidssituatie in Somalië is volgens de algemene landeninformatie niet dusdanig slecht dat er sprake is van een 15c-situatie, maar het Hof van Justitie heeft bepaald dat er sprake is van een glijdende schaal waardoor de algemene veiligheidssituatie in combinatie met persoonlijke factoren toch kan leiden tot een 15c-situatie. Eiseres meent dat daar in haar geval sprake van is. Somalië is in het algemeen onveilig, ze is een jong meisje dat zal moeten trouwen bij terugkeer, zij heeft geen mannelijke familieleden meer die haar kunnen beschermen en zij weet niet of haar moeder en zusjes nog in Somalië zijn of zelfs nog leven. Eiseres is daarnaast laag opgeleid en heeft geen ontwikkelkansen in Somalië. Eiseres loopt vanwege deze omstandigheden wel degelijk een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer, ten onrechte is ook dit niet ingezien.
10.1.
Niet in geschil is dat de algemene veiligheidssituatie in Somalië volgens de algemene landeninformatie niet dusdanig slecht is dat er sprake is van een 15c-situatie. Ook is niet in geschil dat er willekeurig geweld plaatsvindt in de omgeving van Mogadishu, waar eiseres vandaan komt, als gevolg van aanvallen van Al-Shabaab. De rechtbank is van oordeel dat de minister op goede gronden heeft geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanwege individuele factoren een verhoogd risico loopt op ernstige schade vanwege dit willekeurige geweld. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij als jonge alleenstaande vrouw een reëel risico op ernstige schade loopt bij terugkeer. De minister heeft daarbij kunnen meewegen dat eiseres, blijkens de gehoren, in Somalië in ieder geval een moeder en vier zussen heeft. Bij aankomst in Nederland heeft eiseres nog telefonisch contact met haar moeder gehad. Dat zij daarna geen contact meer heeft gehad en ook geen contact heeft gezocht, maakt niet dat moet worden aangenomen dat ze geen familie meer heeft in Somalië. Het ligt op de weg van eiseres om te onderbouwen dat de familieband is verbroken en niet hersteld kan worden. Dat eiseres geen mannelijke familieleden meer heeft bij terugkeer heeft zij niet onderbouwd. Ook heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij zal moeten trouwen bij terugkeer. De rechtbank wijst er in dit verband ook op dat de problemen van eiseres met Al-Shabaab niet geloofwaardig zijn geacht. Dat eiseres laag opgeleid is en geen ontwikkelkansen heeft in Somalië, maakt evenmin dat het niveau van willekeurig geweld meebrengt dat aan haar toch subsidiaire bescherming vanwege het reële risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn (Kri) moet worden geboden. Deze beroepsgrond slaagt ook niet.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de asielaanvraag van eiseres terecht is afgewezen als ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van
N. Walstra, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is bekendgemaakt. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Pagina 8 van het verslag gehoor aanmeldfase.
3.Pagina 11 van het verslag nader gehoor.
4.Pagina 24 van het verslag nader gehoor.