Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
duizendzevenhonderdvijftig euro).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod dat op 1 november 2024 door de minister van Asiel en Migratie aan eiser was opgelegd. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P.H. Hillen. De rechtbank heeft het beroep op 13 november 2024 behandeld, waarbij eiser aanwezig was en werd bijgestaan door een tolk. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor het terugkeerbesluit niet in geschil waren en dat verweerder terecht had geconcludeerd dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser voerde aan dat hij onterecht langdurig was gelicht voor een gehoor en dat de informatieplicht van verweerder was geschonden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de gemachtigde van eiser te laat was geïnformeerd over het terugkeerbesluit, dit niet had geleid tot een schending van de belangen van eiser. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde verweerder tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.750. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.