ECLI:NL:RBDHA:2024:19021

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
C/09/663650 / HA ZA 24-283
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de rechtsgeldigheid van de tussentijdse opzegging van een overeenkomst tussen Fourthline B.V. en KPN B.V.

In deze zaak vordert Fourthline B.V. dat de rechtbank de opzegging van de overeenkomst door KPN B.V. op 9 maart 2023 nietig verklaart. Fourthline stelt dat KPN de overeenkomst niet tussentijds mocht opzeggen, omdat er een gegarandeerde contractduur en een minimale afnameverplichting was afgesproken. KPN daarentegen betwist dit en beroept zich op haar inkoopvoorwaarden, waarin staat dat zij de overeenkomst te allen tijde kan opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst tussentijds opzegbaar was en dat KPN de overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd. Fourthline heeft geen voldoende bewijs geleverd dat partijen een andere bedoeling hadden dan wat in de overeenkomst is vastgelegd. De rechtbank wijst de vorderingen van Fourthline af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel
Zaaknummer: C/09/663650 / HA ZA 24-283
Vonnis van 20 november 2024
in de zaak van
FOURTHLINE B.V.te Amsterdam,
eisende partij,
advocaat: mr. T. Nijenhuis te Amsterdam,
tegen
KPN B.V.te Rotterdam,
gedaagde partij,
advocaat: mr. J.L. Naves te Den Haag.
Partijen zullen hierna Fourthline en KPN worden genoemd.

1.De zaak in het kort

1.1.
Fourthline is met KPN een overeenkomst aangegaan voor vier jaar en wil dat deze wordt nagekomen. KPN stelt zich op het standpunt dat zij de overeenkomst niet meer hoeft na te komen, omdat zij deze tussentijds heeft opgezegd. Volgens Fourthline is deze opzegging nietig en moet KPN de betalingsverplichting die uit de overeenkomst volgt nakomen.
1.2.
De rechtbank is van oordeel dat partijen een tussentijdse opzegging niet hebben uitgesloten en dat KPN de overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd. KPN hoeft Fourthline daarom niet meer te betalen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Fourthline d.d. 18 maart 2024, met producties 1 t/m 12;
- de conclusie van antwoord van KPN, met producties 1 t/m 10;
- het tussenvonnis van 31 juli 2024, waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties, tevens houdende vermeerdering van eis van Fourthline, met producties 13 t/m 23;
- de akte houdende overlegging producties van KPN, met producties 11 t/m 15;
2.2.
De mondelinge behandeling heeft op 9 oktober 2024 plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn namens Fourthline verschenen de heer [naam 1] en mevrouw
[naam 2], vergezeld door advocaten mr. Nijenhuis voornoemd en mr. W.N.M. Bouman. Namens KPN zijn verschenen de heer [naam 3], de heer [naam 4] en de heer
[naam 5], vergezeld door advocaten mr. Naves voornoemd en mr. H.M. Haaijer.
Partijen en hun advocaten hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de rechtbank beantwoord. Daarbij hebben de advocaten spreekaantekeningen overgelegd en de griffier heeft aantekeningen gemaakt van het verhandelde tijdens de zitting.
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

3.De feiten

3.1.
Fourthline en KPN hebben op 7 september 2020 een overeenkomst getekend voor de levering van verificatiediensten (hierna: de initiële overeenkomst). Het gaat daarbij om verificatie van de identiteit van gebruikers van bijvoorbeeld bancaire diensten op afstand. In de initiële overeenkomst is – onder meer – het volgende bepaald:

Annex B: Commercial Terms
Duration:
1. Annex B takes effect at the time of signing by all Parties.
2. This annex has a duration of one (3) year from the Go Live Date, with renewal options of 1 (one year) + 1 (one year).
3. After the initial term of three (3) years the Parties may terminate this agreement with nine (9) months’ prior written notice to expire at the end of a month.
4. Go Live Date will be 3 Augusts 2020.
5. Invoicing quarterly.
(…)
1.2.
This Agreement requires, from the Go Live Date onwards, for the first year a minimum commitment from KPN of 25,000 (twenty-five thousand) KYC initiations on a quarterly basis and for the second, the third, the fourth and the fifth year a minimum commitment of 34,375 (thirty-four thousand three hundred seventy five) KYC initiations on a quarterly basis set at the price which is defined in article 1.4 below.”
3.2.
Op de initiële overeenkomst zijn de General Terms and Conditions of Purchase October 2018 van KPN (hierna ook: de inkoopvoorwaarden) van toepassing verklaard. In Annex A van de initiële overeenkomst zijn hierop enkele aanvullingen en uitzonderingen overeengekomen. Hierin is bepaald dat de artikelen 5.1. en 5.2. van de inkoopvoorwaarden (deels) niet van toepassing zijn.
3.3.
In artikel 9.3. van de inkoopvoorwaarden is het volgende bepaald:
“KPN shall further have the right to cancel the Agreement at any time, without stating reasons, subject to a period of notice of at least two months. The supplier shall then be entitled – to the exclusion of other claims including but not limited to claims on the grounds of lost profits, lost savings, impaired goodwill and/or lost coverage of overhead costs – to reimbursement for all work correctly performed in conformity with the Agreement prior to cancellation, based on the prices and rates stated in the Agreement. KPN shall not be obliged to indemnify or hold the Supplier harmless in any other way for the consequences of cancellation of the Agreement.”
3.4.
Kort na het sluiten van de initiële overeenkomst heeft KPN aan Fourthline meegedeeld dat zij de commerciële voorwaarden wilde aanpassen, omdat de prognose niet meer realistisch was door een onverwacht besluit van de belastingdienst.
3.5.
Op 15 december 2020 heeft Fourthline een e-mail verzonden aan KPN met – voor zover relevant – de volgende inhoud:
“De gegarandeerde contractwaarde is een belangrijk punt voor Fourthline om met KPN te werken. Het geeft Fourthline de zekerheid dat er wordt betaald voor ons werk. Om deze reden levert Fourthline al ruim 9 maanden alles op tijd af, terwijl de minimum volumes niet gefactureerd kunnen worden (…)”
3.6.
In haar e-mail van 21 december 2020 heeft Fourthline aan KPN het volgende geschreven:
“De minimum contractwaarde van 375k verificaties (~€0.78mn) was een zeer belangrijke elementaire voorwaarde van onze commerciële overeenkomst.”
3.7.
Op 8 januari 2021 heeft KPN aan Fourthline een voorstel gedaan met de volgende inhoud:
“Het wegvallen van de identificaties van eenmanszaken was en is een overmachtssituatie voor KPN als gevolg van een aantal beleidskeuzes door de overheid. Dergelijke onvoorspelbaarheid en afhankelijkheid van de politiek is altijd aanleiding om een aanpassing in het contract te bespreken.
Na het wegvallen van de identificaties voor eHerkenning voor de eenmanszaken (…) hebben we een realistische inschatting gemaakt van het aantal identificaties op basis van onze historische gegevens: het zijn er maximaal 70.000 per jaar. Dit is dan ook de basis van het voorstel.
De minimum commit wordt 50% daarvan, te weten 35.000 stuks (lager dan thans). Deze lagere commit wordt gecompenseerd middels onderstaand voorstel:
1. De gegarandeerde contractduur wordt verlengd van 3 naar 4 jaar;
2. De prijs per identificatie wordt verhoogd van € 2,08 naar € 2,79, zolang de minimum commit lager is dan 100k per jaar;
3. Bij gewijzigde omstandigheden in de prognose (stel dat de overheid alsnog besluit om eHerkenning verplicht te stellen voor eenmanszaken) zal de minimumcommit dienovereenkomstig worden aangepast, met dien verstande dat de extra contract duur blijft staan, doch de prijs per identificatie wordt verlaagd in overleg (methodiek nader te bepalen).
4. Indien na 4 jaar blijkt dat het bedrag van 780k omzet (benoemd in het eerste contract) niet is behaald, treden partijen met elkaar in overleg om nadere afspraken te maken over het verschil tussen de daadwerkelijke realisatie over 4 jaar minus de 780k.
5. Startdatum nader te bepalen, doch uiterlijk 1 juli 2021.”
3.8.
Na dit voorstel hebben er meerdere gesprekken plaatsgevonden tussen partijen. KPN heeft vervolgens op 22 januari 2021 een aangepast voorstel gedaan aan Fourthline:
“Naar aanleiding van onze gesprekken van de afgelopen 2 weken komen in concept tot het volgende voorstel:
1. Contractduur is 4 jaar plus 1 (waarbij na 4 jaar de voorwaarden opnieuw afgestemd worden).
2. Startdatum wordt 1 mei 2021.
3. 1e “kwartaal” kent een duur van 5 maanden. Minimum commit is 29.166 betaalde verificaties a 2.79 over de periode van 5 maanden.
4. Boven minimum commit betaald KPN ook 2.79 per verificatie.
5. Vanaf 1 oktober start afspraak per kwartaal van 3 maanden met een minimum commit van 17.500 betaalde verificaties a 2.79 per kwartaal.
6. Contract van 4 jaar kent een minimum commit van 280.000 betaalde verificaties a 2.79.
7. Wanneer KPN binnen 4 jaar meer dan 280.000 verificaties betaald heeft zal de prijs 2.49 worden per verificatie tot einde contract.”
3.9.
Op 8 februari 2021 heeft KPN een e-mail verzonden aan Fourthline, met als bijlage een aangepaste overeenkomst. In de e-mail heeft KPN het volgende geschreven:
“In de bijlage het contract, versie 2.0.
Artikelen waar wijzigingen op zijn heb ik aangepast, rest is onveranderd.
Indien akkoord dan mogen jullie in principe direct overgaan tot tekenen.”
3.10.
Fourthline heeft hierop op 16 februari 2021 per e-mail gereageerd. In de e-mail heeft Fourthline het volgende geschreven:
“Dank hiervoor. Ik heb de overeenkomst doorgenomen en nog enkele wijzigingen opgenomen ter verduidelijking en om enig (mogelijk) verschil in interpretatie weg te nemen. Tevens nog wat tekstuele aanpassingen, uiteraard alles met het bijhouden van wijzigingen.
Hoor graag of dit OK is, dan kunnen we overgaan tot afronding en ondertekening.”
3.11.
Op 1 maart hebben Fourthline en KPN de nieuwe overeenkomst getekend (hierna: de overeenkomst). In de overeenkomst is – voor zover relevant – het volgende bepaald:
“This agreement replaces the earlier signed agreement with CPA number 3333013, which was signed by both parties in September 2020, and to lay down the changes as agreed. Terms and Conditions of Purchase and Supplier Code of Conduct (Annex A), commercial conditions (Annex B) (…) each of the Annexes hereto shall be considered to be an integral part of this Agreement, and explicitly incorporated in their entirety herein by reference.
(…)
4. If conflicts exist between provisions in this Master Agreement, KPN’s General Terms & Conditions of Purchase, KPN’s Purchase Order (“PO”) and/or the Offer of Supplier, the following precedence shall apply:
a. This Master Agreement;
b. KPN’s General Terms & Conditions of Purchase and Supplier Code of Conduct;
c. Purchase Order KPN;
d. Offer from Supplier.
(…)
7. This Agreement wits its Annexes and underlying documents constitutes the entire Agreement between the Parties and supersedes all earlier written and oral arrangements and offers regarding the realization of this Agreement between the Parties.
(…)
Annex A: General Terms and Conditions of Purchase and Supplier Code of Conduct
General Terms and Conditions, version October 2018
- Please see attached document consisting of 5 pages
(…)
In additions or Exceptions to certain items in the general terms and conditions of KPN B.V.
 Article 5.1 not applicable
 Article 5.2 first sentence not applicable. Second sentence partial applicable; when certain situation occurs (e.g. bankruptcy, changing business) the Parties will cooperate to discuss and agree on Escrow agreement, to guarantee the business between KPN and customers of KPN.
Annex B: Commercial Terms
Duration:
1. Annex B takes effect at the time of signing by all Parties.
2. This annex has a duration of four (4) years from the Go Live Date, with a renewal option of 1 (one year). Before the optional renewal both parties will negotiate the conditions for this extra year.
3. The renewal option is not an automatic renewal; in other words, after the initial term of four (4) years this agreement does not need an explicit termination for the optional fifth year.
4. Go Live Date will be 1 May 2021.
5. Invoicing quarterly, each quarter at the beginning of that period.
6. The fee for implementation of twenty-five thousand euros (€25.000) has been issued already with PO 3348131.
(…)
1.2.
This Agreement requires, from the Go Live Date onwards, for the first 5 months (i.e. the months May 2021 up to and including September 2021) a minimum commitment from KPN of 29,166 (twenty-nine thousand and one hundred sixty-six) KYC initiations and for the following quarters from October 2021 a minimum commitment of 17.500 (seven-teen thousand five hundred) KYC initiations on a quarterly basis set at the price which is defined in article 1.4 below. All commitment which is related to a certain quarter cannot be transferred to the next quarter. The first 5 months after the Go Live Date will be considered the first quarter (i.e. the months May 2021 up to and including September 2021). Per 1 October 2021 each quarter onwards will be 3 months in total. At the end of the contract the last period to be invoiced will be a period of 4 months.
(…)
1.6.
Taking into account the total contract volume of 280.000 (two hundred and eighty thousand) onboardings of KPN, Fourthline will, from the Go Live Date, apply a default pricing of EUR 2.79 per initiation (as explained in article 1.5 on the basis of tiered pricing).”
3.12.
Fourthline heeft KPN na het sluiten van de overeenkomst elk kwartaal een factuur toegestuurd voor het in de overeenkomst bepaalde minimum aantal verificaties. KPN heeft de facturen tot en met mei 2023 betaald. KPN heeft geen verificaties van Fourthline afgenomen.
3.13.
Op 9 maart 2023 heeft KPN de overeenkomst per e-mail opgezegd:
“Middels deze mail wil KPN je informeren dat zij het besluit heeft genomen dat er geen nieuwe leverstraat komt en dat het project wordt gestopt. Dit heeft tot gevolg dat KPN een beroep doet op artikel 5 onder a van de MFA, waarin KPN gerechtigd is de overeenkomst met u op te zeggen:
The other party winds up its business.
Tevens zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden van toepassing, met daarin artikel 9.3, waarin KPN het recht heeft te allen tijde de overeenkomst zonder opgaaf van redenen op te zeggen, maar met inachtneming van een opzegtermijn in acht nemen van twee maanden.
U mag deze mail dan ook beschouwen als een formele opzegging van de tussen ons geldende overeenkomst. Conform artikel 9.3 van de AIV zal KPN de maandelijkse vergoeding aan u betalen tot en met mei 2023 en vanaf juni 2023 de PO blokkeren en daarmee de mogelijkheid tot het indienen van facturen.”
3.14.
In haar brief van 16 maart 2023 heeft Fourthline aan KPN meegedeeld dat zij het niet eens is met de tussentijdse beëindiging van de overeenkomst en de gevolgen daarvan. Fourthline heeft de facturering per kwartaal ook na mei 2023 voortgezet. KPN heeft deze facturen niet betaald.

4.Het geschil

4.1.
Fourthline vordert - na eiswijziging en samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar verklaard vonnis:
primair:
- verklaart voor recht dat de opzegging van de overeenkomst door KPN van 9 maart 2023 nietig is;
- KPN veroordeelt tot betaling aan Fourthline van vijfmaal een bedrag van € 59.078,25 inclusief btw uit hoofde van evenzoveel facturen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair:
- KPN veroordeelt tot betaling aan Fourthline van een bedrag van € 492.321,00 inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
zowel primair als subsidiair:
- KPN veroordeelt in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
4.2.
Aan haar vorderingen legt Fourthline, naast voornoemde feiten, het volgende ten grondslag. Partijen zijn een overeenkomst aangegaan met een gegarandeerde contractduur en een minimale afnameverplichting. KPN mocht daarom de overeenkomst niet tussentijds opzeggen. Voor zover de overeenkomst toch tussentijds opzegbaar is, moet KPN alsnog op grond van de minimale afnameverplichting de daarbij overeengekomen vergoeding aan Fourthline betalen.
4.3.
KPN voert verweer. KPN concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Fourthline, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Fourthline in de proceskosten en de wettelijke rente daarover. KPN betwist dat zij een gegarandeerde contractduur en een minimale afnameverplichting met Fourthline is overeengekomen. In de tussen partijen gesloten overeenkomst staat dat niet en tussentijdse opzegging is geregeld in haar inkoopvoorwaarden, die onderdeel uitmaakten van de overeenkomst. KPN heeft van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, zodat de overeenkomst is geëindigd en zij geen verdere verplichtingen meer heeft jegens Fourthline.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Voor de beoordeling van de primaire vorderingen van Fourthline moet allereerst worden bepaald of de overeenkomst tussentijds kon worden opgezegd door KPN. Indien dit niet het geval is, is de opzegging van KPN nietig en is KPN in beginsel gehouden tot nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat de overeenkomst tussentijds kon worden opgezegd en dat de overeenkomst door de opzegging door KPN in mei 2023 is geëindigd. De over de perioden daarna door Fourthline aan KPN verzonden facturen hoeven daarom niet te worden betaald. Dit oordeel berust op de volgende overwegingen.
De overeenkomst kon tussentijds worden opgezegd
5.3.
De rechtbank stelt voorop dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De opdracht omvat immers het leveren van diensten (verificaties) door Fourthline aan KPN. In artikel 7:408 lid 1 BW is bepaald dat de opdrachtgever de overeenkomst in beginsel te allen tijde kan opzeggen. Dit artikel geldt zowel voor overeenkomsten van onbepaalde tijd, als voor overeenkomsten van bepaalde tijd. Van deze hoofdregel kan op grond van artikel 7:413 BW tussen professionele partijen worden afgeweken. In artikel 7:400 lid 2 BW is verder bepaald dat de regel van artikel 7:408 BW niet geldt, indien uit de wet, de inhoud of aard van de overeenkomst van opdracht of een andere rechtshandeling, of de gewoonte iets anders voortvloeit. Hieruit vloeit dus voort dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is, tenzij een tussentijdse opzegging is uitgesloten.
5.4.
In de overeenkomst die partijen sloten staat niet, in elk geval niet met zoveel woorden, dat de overeenkomst niet tussentijds kan worden opgezegd. Volgens Fourthline is dat wel zo overeengekomen, omdat partijen bij de onderhandelingen het eens zijn geworden over een gegarandeerde contractduur en een minimale afname door KPN. Een en ander is uitgewerkt in correspondentie. Zij wijst daarbij op de e-mailberichten die zijn weergegeven onder 3.5 tot en met 3.8. KPN stelt daartegenover dat dit niet zo is vastgelegd in de overeenkomst. Zij wijst daarbij op de ‘entire agreement clause’ in de overeenkomst die meebrengt dat eerdere afspraken of verwachtingen niet leidend zijn en op haar inkoopvoorwaarden waarin juist duidelijk staat dat KPN wel tussentijds mag opzeggen. Die voorwaarden zijn door Fourthline ook bekeken en waar nodig is daarvan afgeweken. Er is volgens KPN geen grond om aan te nemen dat tussentijdse opzegging toch was uitgesloten.
5.5.
Bij de beantwoording van de vraag of partijen al dan niet hebben bedoeld om af te spreken dat de overeenkomst niet tussentijds mocht worden opgezegd hecht de rechtbank grote waarde aan de taalkundige uitleg van de overeenkomst. De overeenkomst is namelijk een zuiver commerciële transactie die is gesloten tussen professionele partijen, die bij de formulering van de tekst van de overeenkomst zijn begeleid door juridisch deskundigen en waarbij over de inhoud is onderhandeld. Een relevante omstandigheid daarbij is tevens de
in de overeenkomst opgenomen en onder 3.11 geciteerde “entire agreement clause”. [1] Dit betekent echter niet dat het alleen aankomt op een zuiver taalkundige uitleg van de contractsbepalingen. De overige omstandigheden van het geval kunnen namelijk meebrengen dat een andere (dan de taalkundige) betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht. Beslissend blijft immers de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. [2] Het is daarbij aan Fourthline, als de partij die een andere uitleg bepleit dan de zuiver taalkundige, om voldoende te stellen en zo nodig te bewijzen dat partijen die andere uitleg zijn overeengekomen.
5.6.
Fourthline verwijst met name naar de correspondentie die aan het sluiten van de overeenkomst vooraf is gegaan en waarin partijen spraken over “gegarandeerde contractduur” en “minimum commitment”. De rechtbank begrijpt de door Fourthline gestelde belangen daarbij. Vanwege deze belangen had het op de weg van Fourthline gelegen om dit ook in de overeenkomst voldoende duidelijk tot uitdrukking te brengen. Fourthline heeft echter geen afdoende verklaring gegeven waarom deze begrippen niet in de overeenkomst zijn opgenomen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat bij het opmaken van de overeenkomst de inkoopvoorwaarden uitdrukkelijk onderwerp van gesprek zijn geweest en dat daarbij bepaalde artikelen uit de inkoopvoorwaarden wel (deels) zijn uitgesloten, en de onder 3.3 geciteerde opzegclausule niet. Deze omstandigheden wijzen erop dat partijen zodanige aandacht aan de formulering van de overeenkomst hebben besteed, dat moet worden aangenomen dat dit hun bedoelingen correct weergeeft.
5.7.
De stelling van Fourthline dat artikel 3.3 van de inkoopvoorwaarden geen gelding heeft, omdat dat beding in strijd is met de overeenkomst en de overeenkomst prevaleert, gaat niet op. Op zichzelf is juist dat in de overeenkomst staat dat bij strijdigheid tussen de overeenkomst en de inkoopvoorwaarden, de bepalingen uit de overeenkomst prevaleren. In de overeenkomst staat echter niet dat partijen een minimale contractduur van vier jaren zijn overeengekomen zonder de mogelijkheid tot tussentijdse opzegging. Dit volgt ook niet uit de in Annex B van de overeenkomst opgenomen commerciële voorwaarden. De opzegclausule in de inkoopvoorwaarden is dan ook niet in strijd met de bepalingen van de overeenkomst zelf.
5.8.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft KPN bevestigd dat zij zich niet (langer) beroept op de in artikel 5 onder a van de overeenkomst opgenomen opzeggingsgrond. De vraag of KPN zich terecht op deze opzeggingsgrond heeft beroepen kan daarmee in het midden blijven. KPN heeft in haar opzegging van 9 maart 2023 echter ook een beroep gedaan op de onder 3.3 geciteerde opzegclausule. De rechtbank zal daarom alleen beoordelen of KPN zich op dit opzegbeding mocht beroepen.
KPN mocht een beroep doen op het opzegbeding
5.9.
Fourthline heeft ter zitting aangevoerd dat KPN – ook als een tussentijdse opzegmogelijkheid zou zijn overeengekomen – tijdens de eerste periode van vier jaren geen beroep daarop toekomt. Volgens Fourthline heeft KPN haar namelijk gegarandeerd dat het contract ten minste vier jaar zou lopen en haar daarmee in de waan gebracht dat KPN de overeenkomst gedurende de eerste vier jaar niet zou opzeggen.
5.10.
Voor zover Fourthline met dit betoog heeft bedoeld dat KPN geen beroep op het opzegbeding mocht doen, omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, heeft Fourthline dit niet voldoende gemotiveerd. Fourthline heeft niet toegelicht of inzichtelijk gemaakt welke gevolgen de opzegging voor haar heeft en waarom die – mede in het licht van de verdere omstandigheden – onaanvaardbaar zijn. De enkele stelling van Fourthline dat KPN haar in de waan heeft gebracht dat KPN gedurende de eerste vier jaar niet zou opzeggen is, mede gelet op hetgeen onder 5.6 is overwogen, onvoldoende. KPN heeft deze stelling van Fourthline bovendien betwist. Mede gelet op deze betwisting heeft Fourthline onvoldoende gemotiveerd waarom KPN geen beroep mocht doen op het opzegbeding, zodat haar primaire vordering ook op deze grond niet kan worden toegewezen.
De subsidiaire vordering van Fourthline
5.11.
Fourthline heeft subsidiair, voor zover de opzegging van KPN geldig zou zijn, betaling gevorderd van een bedrag van € 492.321,00 inclusief btw, vermeerderd met rente. Zij voert daartoe aan dat met KPN is overeengekomen dat er in ieder geval 280.000 verificaties zouden worden afgenomen, voor € 781.200,00 exclusief btw. Dat bedrag zou in elk geval betaald worden, zij het verspreid over de looptijd van de overeenkomst. Fourthline voert aan dat zij daarmee rekening heeft gehouden met haar investeringen om de verificatiedienst te kunnen bieden. Van dit bedrag heeft KPN € 374.323,14 exclusief btw betaald, zodat zij het resterende bedrag van € 406.876,86 en de btw daarover nog moet voldoen, ook al is de overeenkomst opgezegd. De rechtbank volgt dit betoog van Fourthline niet en motiveert dit als volgt.
5.12.
In Annex B van de overeenkomst is bepaald dat KPN zich heeft verbonden tot een minimum commitment van 29.166 verificaties voor het eerste “kwartaal” (dat liep van mei 2021 tot en met september 2021) en 17.500 verificaties per kwartaal voor de periode daarna. Dit telt in totaal op tot 280.000 verificaties aan het einde van de initiële looptijd van vier jaren. Uit deze bepaling volgt niet een gegarandeerde minimum commitment van 280.000 verificaties, ongeacht de looptijd van de overeenkomst. Dit kan ook niet worden afgeleid uit de andere bepalingen in Annex B.
5.13.
In de opzegclausule in artikel 9.3 van de inkoopvoorwaarden is bovendien bepaald dat Fourthline bij tussentijdse opzegging (alleen) gerechtigd is tot vergoeding van hetgeen zij tot de opzegging verschuldigd is op basis van de overeenkomst en dat zij niet gehouden is tot schadeloosstelling voor de gevolgen van de opzegging. KPN is dus niet tot meer gehouden dan betaling van hetgeen zij is verschuldigd tot het moment waarop de overeenkomst door de tussentijdse opzegging is geëindigd. KPN heeft de facturen van Fourthline over de periode tot de opzegging betaald, zodat zij niets meer hoeft te voldoen.
Slotsom en proceskosten
5.14.
Het voorgaande betekent dat het verweer van KPN slaagt. De vorderingen van Fourthline zullen daarom worden afgewezen.
5.15.
Fourthline is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van KPN worden begroot op:
- griffierecht
6.617,00
- salaris advocaat
5.428,00
(2 punten conform tarief VI)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.223,00
5.16.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van Fourthline af,
6.2.
veroordeelt Fourthline in de proceskosten van € 12.223,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Fourthline niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt Fourthline tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart de in 6.2 en 6.3 opgenomen veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Nomen en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2024.

Voetnoten

1.Vgl. HR 19 januari 2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ3178 (
2.HR 5 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101 (