Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Procesverloop
Inleiding
Het bestreden besluit
Boordeling door de rechtbank (aan de hand van de beroepsgronden)
Gelet op het beginsel van loyale samenwerking neergelegd in artikel 4, lid 3, eerste alinea, VEU, volgens hetwelk de lidstaten elkaar respecteren en elkaar steunen bij de vervulling van de taken die uit de Verdragen voortvloeien (arrest van 6 september 2016, Petruhhin, C‑182/15, EU:C:2016:630, punt 42), en dat concreet is uitgewerkt in artikel 36 van richtlijn 2011/95 en artikel 49 van richtlijn 2013/32, en om zoveel mogelijk de samenhang te waarborgen tussen beslissingen die door de bevoegde autoriteiten van twee lidstaten worden genomen over de behoefte aan internationale bescherming van dezelfde onderdaan van een derde land of staatloze, moet bovendien worden overwogen dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat die over het nieuwe verzoek moet beslissen, zo spoedig mogelijk begint met het uitwisselen van informatie met de bevoegde autoriteit van de lidstaat die eerder aan dezelfde verzoeker de vluchtelingenstatus heeft toegekend. Het staat dus aan de eerste van deze autoriteiten om de tweede in kennis te stellen van het nieuwe verzoek, om zijn standpunt over het nieuwe verzoek mee te delen en om de tweede te verzoeken om binnen een redelijke termijn de informatie mee te delen waarover zij beschikt en die tot de toekenning van deze status heeft geleid.”
Met het christendom.”
Ik was een kind toen mijn ouders uit elkaar gingen en mijn moeder nam ons altijd naar de kerk en vertelde dit is jullie vader. Zij bedoelde hiermee Jezus Christus. God is de vader en hij is degene die jullie beschermd.” (p. 4 NG)
Als kinderen werden wij door onze moeder naar de kerk toegebracht en ze zei tegen ons dat hij onze vader was, Jezus Christus. Mijn vader en moeder waren van elkaar gescheiden toen ik een kind was. Mijn nichten, dochter van de broer van mijn moeder hebben altijd kerstboom versierd en gehouden.” (p. 18 NG)
Omdat ik van jongs af aan ging ik met mijn moeder naar de katholieke kerk en
Nee, nog nooit.”
Ik beschouw mezelf als christen en sinds jongs af aan ging ik samen met mijn moeder naar de kerk.” En “
Ik heb nooit in de Islam geloofd en dus nooit afstand van genomen. Ik ben een christen.” (p. 21 NG)
Van jongs af aan was ik daar geïnteresseerd in maar vanaf mijn zestiende of zeventiende jaar heb ik meer kennis opgedaan en ik ging bidden.”
Ja, dat klopt.” (p. 23 NG)
Jezus Christus beschouw ik als mijn vader. Dat heeft mijn moeder tegen ons verteld en daarom ben ik altijd christen gebleven.” (p. 29 NG)
gebleven” (p. 20 en 29 NG). Ook uit deze verklaringen van eiseres kon verweerder dus niet afleiden dat er bij eiseres een transformatie heeft plaatsgevonden van de islam naar het christendom.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
mr.T.M.M. Plukaard, griffier.