ECLI:NL:RBDHA:2024:18997

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
C/09/670948 / KG ZA 24-747
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van gunningscriteria in aanbestedingsprocedure voor vertaaldiensten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen SIGV Tolken en Vertalers Coöperatie U.A. en de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid). SIGV heeft de Staat gedagvaard naar aanleiding van de gunningsbeslissingen van 26 juli 2024, waarbij de inschrijving van AVB Language Group B.V. als economisch meest voordelig werd aangemerkt voor de percelen 2 en 3 van een openbare Europese aanbesteding voor vertaaldiensten. SIGV vorderde onder andere dat de gunningsbeslissingen zouden worden ingetrokken en dat de inschrijvingen opnieuw beoordeeld zouden worden door een nieuwe beoordelingscommissie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling van de inschrijvingen door de beoordelingscommissie op basis van kwalitatieve gunningscriteria heeft plaatsgevonden. SIGV stelde dat de beoordelingscommissie fouten had gemaakt en dat de motivering van de scores niet steekhoudend was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er enige subjectiviteit inherent is aan de beoordeling van kwalitatieve criteria, maar dat de beoordelingscommissie voldoende beoordelingsruimte toekomt. De rechtbank concludeerde dat SIGV niet aannemelijk heeft gemaakt dat de beoordeling onbegrijpelijk of onjuist was en dat de gunningsbeslissingen niet in strijd waren met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van SIGV afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en objectiviteit in aanbestedingsprocedures, maar erkent ook de beoordelingsvrijheid van deskundige commissies.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/670948 / KG ZA 24-747
Vonnis in kort geding van 30 oktober 2024
in de zaak van
SIGV TOLKEN EN VERTALERS COÖPERATIE U.A.te Zeist,
eiseres,
advocaat mr. A.J. van Heeswijck te Heerenveen,
tegen:
DE STAAT DER NEDERLANDEN (MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. J.E. Palm te Den Haag.
Partijen worden hierna ‘SIGV’ en ‘de Staat’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 augustus 2024, met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;
- de op 16 oktober 2024 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door de advocaat van SIGV pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Tijdens de zitting is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
De Staat heeft een openbare Europese aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor vertaaldiensten ten behoeve van Vluchtelingenwerk Nederland, Stichting Nidos, Raad voor de Kinderbescherming en Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de opdracht). De procedure voor de aanbesteding is beschreven in het ‘Beschrijvend document’.
2.2.
De opdracht bestaat uit drie percelen voor de levering van vertaaldiensten. Het doel van de aanbesteding is het sluiten van een overeenkomst per perceel met één inschrijver die de economisch meest voordelige inschrijving voor de opdracht heeft uitgebracht. De economisch meest voordelige inschrijving wordt vastgesteld op basis van de beste prijs-kwaliteit verhouding, waarbij kwaliteit 65% meetelt en prijs 35%. Dit kort geding heeft betrekking op perceel 2 “Vertaaldienstverlening ten behoeve van Stichting Nidos” en perceel 3 “Vertaaldienstverlening ten behoeve van de Raad voor de Kinderbescherming en Schadefonds Geweldsmisdrijven”.
2.3.
De gunningscriteria voor percelen 2 en 3 zijn uitgewerkt in bijlage 9-P2 respectievelijk bijlage 9-P3 van het Beschrijvend Document. In beide bijlagen is in paragraaf 1.2 “Beoordeling Gunningscriterium Kwaliteit’ bepaald dat de inschrijvingen door een team van materiedeskundigen worden beoordeeld die werkzaam zijn bij de deelnemers (de beoordelingscommissie). De scorecijfertoekenning voor de subgunningscriteria wordt door de beoordelingscommissie gebaseerd op onderstaande scoretabel:
Perceel 2
No
Subgunningscriteriakwaliteit
Maximaal te behalen punten (totaal max. 650).
1
Kwalitatief goede vertalingen binnen de overeengekomen levertermijn
275
2
Borging en monitoring van de kwaliteit van dienstverlening
225
3
IT-voorziening
150
Totaal
650
Perceel 3
No
Subgunningscriteriakwaliteit
Maximaal te behalen punten (totaal max. 650).
1
Kwalitatief goede vertalingen binnen de overeengekomen levertermijn
325
2
Borging en monitoring van de kwaliteit van dienstverlening
225
3
IT-voorziening: bestelproces
100
Totaal
650
2.4.
Elk lid van de beoordelingscommissie beoordeelt eerst individueel de beantwoording van inschrijvers op de subgunningscriteria en kent individueel een score toe aan elk subgunningscriterium. Na een plenair overleg worden de scores per subgunningscriterium in consensus vastgesteld. De beoordeling door de beoordelingscommissie vindt bij zowel perceel 2 als perceel 3 plaats aan de hand van de volgende beoordelingstabel (paragraaf 1.2 van bijlagen 9-P2 en 9-P3):
Score
Omschrijving
Percentage van de maximaal te behalen punten
Uitstekend
Een beschrijving kwalificeert als uitstekend indien:
- uit een kwalitatief volledige beschrijving volgt dat de (bij het betreffende subgunningcriterium geformuleerde) doelstelling van de Deelnemer wordt gehaald, waarbij de inhoudelijke aspecten worden beoordeeld in hun onderlinge samenhang, én
- de beschrijving aanzienlijk meerwaarde voor de Deelnemer biedt boven het gestelde in het Programma van Eisen én
- de beschrijving concreet en realistisch is.
100%
Goed
Een beschrijving kwalificeert als goed indien:
- uit een kwalitatief volledige beschrijving volgt dat de (bij het betreffende subgunningcriterium geformuleerde) doelstelling van de Deelnemer wordt gehaald, waarbij de inhoudelijke aspecten worden beoordeeld in hun onderlinge samenhang én
- de beschrijving geen of beperkte meerwaarde voor de Deelnemer biedt boven het gestelde in het Programma van Eisen én
- de beschrijving concreet en realistisch is.
85%
Voldoende
Een beschrijving kwalificeert als voldoende indien;
- uit de beschrijving volgt dat de (bij het betreffende subgunningcriterium geformuleerde) doelstelling van de Deelnemer wordt gehaald, waarbij wordt beoordeeld aan de hand van de inhoudelijke aspecten in hun onderlinge samenhang, én
- de beschrijving niet geheel, maar in voldoende mate volledig, concreet en realistisch is.
55%
Matig
Een beschrijving kwalificeert als matig indien:
- uit de beschrijving volgt dat de (bij het betreffende subgunningcriterium geformuleerde) doelstelling van de Deelnemer niet wordt gehaald, en
- de beschrijving in onvoldoende mate volledig, en/of concreet en/of realistisch is en/of gedeeltelijk ontbreekt.
25%
Slecht
Een beschrijving kwalificeert als slecht indien:
- uit de beschrijving volgt dat de (bij het betreffende subgunningcriterium geformuleerde) doelstelling van de Deelnemer niet wordt gehaald en
- de beschrijving inhoudelijk niet relevant is en/of de beschrijving in het geheel tekort schiet en/of ontbreekt.
KO
2.5.
In paragraaf 2.1 van bijlagen 9-P2 en 9P-3 staat omschreven dat de inschrijver als onderdeel van zijn inschrijving een document ‘Uitwerking subgunningscriteria’ moet indienen, waarin hij antwoord geeft op de bij de subgunningscriteria gestelde vragen. Bij het opstellen van de antwoorden moet de inschrijver rekening houden met de doelstelling en vraagstelling die per subgunningscriterium zijn omschreven. De uitvraag voor de percelen is opgenomen in paragraaf 2.2 van bijlagen 9-P2 en 9-P3 en komt grotendeels overeen. Hieronder wordt volstaan met een vermelding van de uitvraag op subgunningscriteria 1, 2 en 3 voor perceel 2, waarbij de verschillen met de uitvraag bij perceel 3 voor zover van belang inzichtelijk zijn gemaakt [1] :

2.2.1 Subgunningscriterium kwaliteit 1: Kwalitatief goede vertalingen
binnen de overeengekomen levertermijn
(…)
Doelstelling
Inschrijver dient de volgende doelstellingen te realiseren:

Kwalitatief goede vertalingen (nauwkeurige vertaling, borging van expertisegebied, aansluiting op de doelgroep);
  • beperken / voorkomen van het aantal gegronde klachten;
  • binnen de overeengekomen levertermijn;
  • toepassen van innovatieve maatregelen om proces van vertalen efficiënter te maken;
  • proactief signaleren/adviseren ten einde het aantal foutieve of onnodige vertalingen terug te dringen.
[De laatste twee doelstellingen gelden niet voor perceel 3, toevoeging vzr.]
Vraagstelling
Inschrijver dient een heldere beschrijving te geven van de wijze, waarop genoemde
doelstellingen binnen de aangeboden Vertaaldienstverlening worden gerealiseerd. Ga in uw
beschrijving minimaal in op de volgende aspecten:
Op welke wijze Inschrijver zorgdraagt voor een adequate opdrachtverwerking;
Op welke wijze Inschrijver zorgdraagt voor een adequate uitvoering van de Vertaalopdracht;
Op welke wijze Inschrijver ervoor zorgt dat de vertaling taal technisch correct en in context van het vakgebied (vakinhoudelijke terminologie) juist vertaald wordt;
Op welke wijze Inschrijver borgt dat de Vertaalopdrachten binnen de afgesproken levertermijn opgeleverd worden, ook bij spoed Vertaalopdrachten.
Welke innovatieve maatregelen Inschrijver neemt om een efficiëntere/effectievere uitvoering van Vertaalopdrachten te realiseren.
Op welke wijze Inschrijver proactief adviseert ten einde het aantal foutieve of onnodige vertalingen terug te dringen.
[Vragen 5 en 6 gelden niet voor perceel 3. Voor perceel 3 geldt als aanvullende vraag:
“Op welke wijze Inschrijver ervoor zorgt dat middels de vertaling een passende en inhoudelijk juiste informatieoverdracht aan de doelgroep wordt gegarandeerd”, toevoeging vzr.]”
(…)
2.2.2
Subgunningscriterium kwaliteit 2: Borging en monitoring van de
kwaliteit van de dienstverlening
(…)
Doelstelling
Inschrijver dient de volgende doelstellingen te realiseren:
  • Juiste en volledige sturingsinformatie;
  • Doorontwikkeling van dienstverlening (lerend vermogen);
  • Borging van goed opdrachtgever- en opdrachtnemerschap (intensieve samenwerking).
Vraagstelling
Inschrijver dient een heldere beschrijving te geven van de wijze, waarop genoemde
doelstellingen binnen de aangeboden Vertaaldienstverlening worden gerealiseerd. Ga in uw
beschrijving minimaal in op de volgende aspecten:
Op welke wijze Inschrijver invulling geeft aan de monitoring van de kwaliteit van de uitvoering van de Vertaaldienstverlening en de juistheid en volledigheid van sturingsinformatie wordt geborgd;
De maatregelen die Inschrijver neemt om de kwaliteit van de Vertaaldienstverlening te borgen en continu te verbeteren;
Op welke wijze Inschrijver omgaat met tussentijdse feedback op dewijze van vertalengeleverde dienstverleningen hoe uit feedback een verbetering van kwaliteit wordt bereikt;[deze wijziging geldt niet voor perceel 3, toevoeging vzr.]
Wat verwacht Inschrijver van de Deelnemers om dit professioneel opdrachtnemerschap optimaal in te kunnen vullen.
(…)
2.2.3
Subgunningcriterium kwaliteit 3: IT-voorziening
(…)
Doelstelling
Inschrijver dient de volgende doelstellingen te realiseren:
  • Eenvoudig: De IT-voorziening is eenvoudig in gebruik en dus intuïtief opgebouwd. De IT-voorziening kan worden ingericht op basis van specifieke behoeften van de Deelnemer (bijvoorbeeld maar niet uitsluitend instellen van voorkeurstalen);
  • Eenduidig: De werkwijze die de IT-voorziening ondersteunt zijn gelijk, logisch en herkenbaar. Schermopbouw, begrippen en definities zijn overal gelijk;
  • Eenmalig: Informatie t.a.v. vertaalopdrachten hoeft slechts eenmaal te worden ingevoerd, de voorziening is zo ingericht dat fouten maken vrijwel onmogelijk is, bestellers hoeven slechts eenmaal in te loggen;
  • Optimaliseren van het aantal bestellers / gebruikersaccount, waarbij rekening wordt gehouden met veiligheid en werkbaarheid.
Vraagstelling
Inschrijver dient een heldere omschrijving te geven van de technische en functionele
maatregelen welke zijn genomen binnen de IT-voorziening van Inschrijver om de
bovenstaande doelstellingen te realiseren. Ga in uw beschrijving minimaal in op de
volgende aspecten:
Beschrijf welke stappen een Besteller dient te doorlopen om een vertaalopdracht in te voeren in de IT-voorziening van Inschrijver;
Beschrijf de maatregelen die door Inschrijver zijn genomen in de IT-voorziening om foutieve invoer van vertaalopdrachten door Bestellers te beperken;
Beschrijf de door Inschrijver aangeboden accountstructuur t.a.v. van bestellers. Besteed hierbij aandacht aan wat naar oordeel van Inschrijver de meest efficiënte werkwijze hiervoor is;
De wijze waarop Bestellers op de hoogte worden gehouden van de voortgang van vertaalopdrachten (track en trace-opties).
De wijze waarop Bestellers vertaalopdrachten kunnen goedkeuren en afkeuren in de IT-voorziening van Inschrijver.
Beschrijf op welke wijze het account van de DCM toegang heeft tot SLA rapportages.
2.6.
De uitwerking van de inschrijvers wordt kwalitatief beoordeeld, waarbij het beoordelingsteam kijkt naar het ‘totaalbeeld’ van de uitwerking en de geleverde onderbouwing.
2.7.
De Staat heeft verder twee Nota’s van Inlichtingen ter beschikking gesteld.
2.8.
SIGV heeft op percelen 2 en 3 van de aanbesteding ingeschreven. Bij brieven van
26 juli 2024 heeft de Staat aan SIGV medegedeeld dat de inschrijving van AVB Language Group B.V. (hierna: AVB) op percelen 2 en 3 is aangemerkt als de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding en dat de Staat voornemens is de opdracht aan AVB te gunnen (hierna: de gunningsbeslissingen). De inschrijvingen van SIGV voor de percelen 2 en 3 zijn als derde respectievelijk vierde in de rangorde geëindigd. Verder heeft de Staat in deze brieven een score-overzicht verstrekt waarin de aan SIGV toegekende scores zijn afgezet tegen de maximaal haalbare scores en de scores van AVB.
2.9.
Uit het score-overzicht van perceel 2 blijkt dat AVB bij het gunningscriterium Kwaliteit op subgunningscriteria 1 en 3 de score ‘goed’ heeft behaald en op subgunningscriterium 2 ‘uitstekend’. SIGV heeft bij perceel 2 op alle subgunningscriteria de score ‘voldoende’ behaald. Daarnaast blijkt uit het score-overzicht van perceel 3 dat AVB bij het gunningscriterium Kwaliteit op alle subgunningscriteria de score ‘goed’ heeft behaald. SIGV heeft op subgunningscriterium 1 en 2 ‘voldoende’ behaald en op subgunningscriterium 3 ‘matig’. In de bijlagen bij de brieven wordt tot slot een toelichting verschaft op de door SIGV behaalde scores en de relatieve voordelen van de winnende inschrijving.
2.10.
Op 14 augustus 2024 heeft SIGV de Staat in kort geding gedagvaard.

3.Het geschil

3.1.
SIGV vordert – zakelijk weergegeven – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de Staat te gebieden de gunningsbeslissingen van 26 juli 2024 voor perceel 2 en perceel 3 van de opdracht in te trekken;
II. de Staat te gebieden de inschrijvingen voor perceel 2 en perceel 3 van de opdracht opnieuw te beoordelen, door een nieuw samen te stellen beoordelingscommissie, als hij de betreffende percelen nog wenst te gunnen;
III. de Staat te gebieden voor perceel 2 en perceel 3 van de opdracht een nieuwe gunningsbeslissing te nemen en daarbij opnieuw de opschortende termijn als bedoeld in artikel 2.127 Aw 2012 in acht te nemen, als hij de betreffende percelen nog wenst te gunnen;
IV. de Staat te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
SIGV stelt dat het door de Staat samengestelde beoordelingsteam fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de inschrijvingen en in redelijkheid niet tot de toegekende scores kon komen.
3.3.
De Staat voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

Vooraf
4.1.
SIGV is het niet eens met de beoordeling van de (kwalitatieve) subgunningscriteria 1, 2 en 3 van perceel 2 en subgunningscriteria 1 en 2 van perceel 3. Zij stelt dat de motivering van de beoordelingscommissie op onderdelen niet steekhoudend is en dat zij op sommige punten is afgeweken van de vooraf bekendgemaakte subgunningscriteria. Volgens SIGV handelt de Staat daarmee in strijd met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie. Dat moet er volgens haar toe leiden dat de gunningsbeslissingen aan AVB worden ingetrokken en dat er een integrale herbeoordeling van alle inschrijvingen door een nieuwe beoordelingscommissie moet plaatsvinden. De Staat betwist dit allemaal gemotiveerd.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling voorop dat aan enige mate van subjectiviteit bij de beoordeling van de hier gehanteerde kwalitatieve subgunningscriteria niet te ontkomen valt. Dat brengt weliswaar enige spanning teweeg met de objectieve beoordelingssystematiek van het aanbestedingsrecht en de daarop toepasselijke beginselen van transparantie en gelijke behandeling, maar het behoeft nog niet mee te brengen dat ook daadwerkelijk sprake is van strijd met dat recht en/of die beginselen. Van belang is dat (i) het voor een potentiële inschrijver duidelijk is wat er van hem wordt verwacht, (ii) de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld en (iii) de gunningsbeslissing zodanig inzichtelijk wordt gemotiveerd dat het voor een afgewezen inschrijver mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen. Voor het overige komt aan de voorzieningenrechter slechts een beperkte toetsingsvrijheid toe wanneer het aankomt op de beoordeling van kwalitatieve criteria. Aan de aangewezen beoordelingscommissie, waarvan de deskundigheid in beginsel moet worden aangenomen, moet de nodige beoordelingsruimte worden gegund, mede omdat de rechter geen specifieke deskundigheid bezit op het gebied van het onderwerp van de opdracht. Alleen als sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling, dan wel procedurele of inhoudelijke onjuistheden en/of onduidelijkheden, die zouden kunnen meebrengen dat de gunningsbeslissing niet deugt, is plaats voor ingrijpen door de rechter.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt verder dat de Staat er terecht op heeft gewezen dat SIGV zowel bij perceel 2 als bij perceel 3 geen bezwaren heeft geuit tegen diverse andere kanttekeningen die de beoordelingscommissie bij elk van de afzonderlijke subgunningscriteria heeft geplaatst. Volgens de beoordelingscommissie ontbreekt bij diverse door SIGV voorgestelde maatregelen een concrete toelichting of uitwerking daarvan en heeft zij op onderdelen onvoldoende duidelijk gemaakt wat de gevolgen van die maatregelen zijn. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat die kanttekeningen terecht zijn gemaakt, nu SIGV kennelijk geen reden heeft gezien die oordelen als evident onjuist dan wel onbegrijpelijk aan te merken. Reeds daarom is het niet aannemelijk dat SIGV voor alle afzonderlijke subgunningscriteria in aanmerking zou zijn gekomen voor een hogere score dan ‘voldoende’. Voor ‘goed’ is immers vereist dat de beschrijving concreet en realistisch is en voor ‘uitstekend’ geldt dat aanzienlijke meerwaarde is vereist.
4.4.
De stelling van SIGV dat de beoordeling van de inschrijvingen desondanks over moet, wordt door de voorzieningenrechter verworpen. Zoals hierna zal worden toegelicht, is ook niet gebleken dat de beoordeling op de wél aangevoerde punten evident onjuist althans onbegrijpelijk is.
4.5.
De bezwaren van SIGV tegen de beoordeling van perceel 2 en 3 vertonen een grote overlap en verschillen inhoudelijk nauwelijks van elkaar. Nu ook de uitvraag op beide percelen niet wezenlijk van elkaar verschilt, zal de voorzieningenrechter bij de bespreking van de bezwaren geen onderscheid maken tussen beide percelen. De voorzieningenrechter zal hierna achtereenvolgens de bezwaren van SIGV bij subgunningscriteria 1, 2 en 3 bespreken.
Subgunningscriterium 1: Kwalitatief goede vertalingen binnen de overeengekomen levertermijn
Bezwaar servicedesk
4.6.
SIGV maakt ten eerste bezwaar tegen de kritiekpunten van de Staat over de manier waarop SIGV haar servicedesk heeft ingericht. De voorzieningenrechter acht die kritiekpunten zijdens de Staat echter niet onbegrijpelijk. SIGV heeft er kennelijk voor gekozen geen servicedesk of call center op te zetten, maar met een projectmanagersteam te werken dat 24 uur per dag en 7 dagen per week rechtstreeks bereikbaar is via een uniek telefoonnummer of e-mail. Het is de beoordelingscommissie echter niet duidelijk geworden of die werkwijze ertoe leidt dat er sneller een geschikte vertaler wordt gevonden. SIGV stelt weliswaar dat daarmee onnodige communicatielagen en tijdverlies worden voorkomen, maar zij licht in haar inschrijving niet toe hoe de door haar aangeboden maatregel de snelheid concreet bevordert. Het komt de voorzieningenrechter daarom niet onlogisch voor dat deze afwijkende opzet van SIGV bij de beoordelingscommissie heeft geleid tot onduidelijkheden, nu bijvoorbeeld niet is vermeld hoeveel projectmanagers betrokken zijn. Dat zijdens de Staat ook zorgen zijn geuit over de aanstelling van één vaste overkoepelende projectmanager (met vaste vervanger), acht de voorzieningenrechter evenmin onbegrijpelijk. De inschrijving van SIGV vermeldt weliswaar dat deze vaste projectmanager waar nodig zal worden ondersteund door de rest van het team van projectmanagers, maar hoe die ondersteuning er precies uitziet blijkt niet uit de inschrijving. Dat de beoordelingscommissie graag had gezien dat SIGV daarover meer duidelijkheid had verschaft, ook in relatie tot de omvang van de opdracht en de telefonische bereikbaarheid, acht de voorzieningenrechter daarom navolgbaar. Datzelfde geldt voor het oordeel dat de opzet van SIGV volgens de Staat geen meerwaarde biedt.
Bezwaar uitzetten vertaalopdrachten in voorgeselecteerde groep
4.7.
SIGV heeft verder bezwaren geuit tegen de beoordeling zijdens de Staat over de manier waarop SIGV de vertaalopdrachten uitzet aan haar vertalers. Bij het uitzetten van een vertaalopdracht ontvangen alle vertalers in een voorgeselecteerde groep tegelijkertijd de potentiële opdracht via sms en e-mail, waarbij de vertaler die als eerste de vertaalopdracht accepteert wordt geselecteerd. De Staat heeft in zijn beoordeling opgemerkt dat hij er niet van is overtuigd dat deze aanpak leidt tot een betere en snellere opdrachtverwerking, maar dat hij juist een risico ziet voor de kwaliteit van de geleverde diensten. Die zorg acht de voorzieningenrechter niet onbegrijpelijk. Met het uitzetten van vertaalopdrachten via competitie is immers niet gezegd dat de vertaler die de vertaalopdracht accepteert ook de meest geschikte vertaler is. SIGV heeft in haar inschrijving weliswaar vermeld dat de groep vertalers wordt voorgeselecteerd op basis van taal, specialisatie, relevante werkervaring en specificaties van de opdracht, maar zij heeft daarin niet toegelicht wanneer en hoe die voorselectie plaatsvindt en hoe wordt geborgd dat de vertaler die zich meldt, ook het meest geschikt is voor de vertaalopdracht. De voorzieningenrechter acht het niet onbegrijpelijk dat de beoordelingscommissie daarin niet alleen een risico ziet voor de kwaliteit van de vertaling maar zich ook afvraagt of competitie niet tot gevolg zal hebben dat vertalers teveel opdrachten aannemen.
Bezwaar korte communicatielijnen
4.8.
SIGV verzet zich verder tegen het oordeel van de Staat dat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat kortere communicatielijnen bijdragen aan de snelheid en kwaliteit van de dienstverlening. Volgens SIGV is de opmerking van de beoordelingscommissie gezocht, omdat de projectmanager alle vertaaldiensten coördineert en er dus één contactpersoon is tussen de besteller en vertaler en revisor. Dat draagt volgens SIGV bij aan de snelheid en kwaliteit van de dienstverlening. De voorzieningenrechter gaat aan dit bezwaar van SIGV voorbij. De Staat heeft er terecht op gewezen dat SIGV in haar inschrijving niet is ingegaan op wat die korte communicatielijnen tussen besteller, vertaler én revisor precies zijn en waarom dat concreet bijdraagt aan de snelheid en kwaliteit van de dienstverlening. Dat klemt te meer nu de bestellingen voor de vertaalopdrachten in een IT-voorziening moeten worden gedaan en niet via de projectmanager. De beoordeling van de beoordelingscommissie acht de voorzieningenrechter daarom niet onbegrijpelijk.
Bezwaar kwaliteitseisen
4.9.
SIGV stelt ook dat de Staat haar ten onrechte verwijt dat zij onvoldoende heeft toegelicht hoe invulling wordt gegeven aan de kwaliteitseisen “technische correctheid” en “passend in de context van het vakgebied”. De Staat heeft dat gemotiveerd weersproken. Volgens de Staat berust die stelling van SIGV op een verkeerde aanname, omdat de beoordelingscommissie doelde op de invulling van de kwaliteitseisen “nauwkeurige vertaling” en “borging van expertisegebied. In zijn conclusie van antwoord heeft de Staat vervolgens nog nader toegelicht waarom SIGV in zijn visie niet aan deze eisen voldoet en wat concreter omschreven had kunnen worden. Kort en goed komt die visie erop neer dat SIGV voornamelijk is ingegaan op kwaliteitseis “aansluiting op de doelgroep”, maar dat de beoordelingscommissie een link mist met de kwaliteitseisen “nauwkeurige vertaling” en “borging van expertisegebied”. Daarbij is ook gewezen op het ontbreken van een toelichting op wat moet worden verstaan onder vertalers met een juridische of medische specialisatie en hoe die specialisatie tot stand is gekomen. Ook die aandachtspunten acht de voorzieningenrechter niet onbegrijpelijk.
Bezwaar piketdiensten
4.10.
De voorzieningenrechter gaat verder voorbij aan het bezwaar dat SIGV maakt tegen de opmerking in de beoordeling dat zij onvoldoende heeft toegelicht hoe de wekelijks ingeroosterde piketdiensten bijdragen aan een snellere afhandeling van spoedopdrachten. Volgens SIGV is evident dat de piketdiensten meebrengen dat er altijd vertalers/revisors direct ter beschikking staan en draagt dat bij aan een snelle afhandeling van spoedopdrachten. De beoordelingscommissie heeft echter gesignaleerd dat SIGV de omvang van de groep vertalers en revisors onvoldoende heeft onderbouwd en dat SIGV niet heeft toegelicht voor welke talen de piketdienst wordt aangeboden. De beoordelingscommissie is er ook niet van overtuigd geraakt dat er steeds (voldoende) vertalers/revisors beschikbaar staan. Kennelijk had de beoordelingscommissie op dit punt meer toelichting van SIGV gewenst, hetgeen binnen de beoordelingsvrijheid van de commissie valt. Ook de stelling van SIGV dat de Staat de inschrijvingen willekeurig heeft beoordeeld, heeft zij onvoldoende aannemelijk gemaakt. De Staat heeft gemotiveerd toegelicht dat en waarom AVB op dit punt de score “goed” heeft behaald. Zo heeft AVB, anders dan SIGV, volgens de Staat een concretere uitwerking en onderbouwing gegeven van het aantal vertalers op basis van de benodigde capaciteit en ook die capaciteit zelf is door AVB onderbouwd. Dat een dergelijke onderbouwing volgens de beoordelingscommissie meerwaarde biedt is begrijpelijk. Daarmee is een betere beoordeling dan die van SIGV zonder meer verklaarbaar. Van enige willekeur in de beoordeling is dan ook geen sprake.
4.11.
De voorzieningenrechter concludeert dat de beoordelingscommissie bij subgunningscriterium 1 in redelijkheid heeft kunnen komen tot de aan SIGV gegeven beoordeling ‘voldoende’.
Subgunningscriterium 2: Borging en monitoring van de kwaliteit van de dienstverlening
Bezwaar bespreken evaluaties
4.12.
De voorzieningenrechter volgt SIGV evenmin in haar standpunt dat de beoordelingscommissie buiten het beoordelingskader is getreden door op te merken dat onvoldoende aandacht wordt besteed aan de rol van/samenwerking met deelnemer om de door SIGV beschreven wekelijkse evaluaties te bespreken. De Staat heeft er terecht op gewezen dat uit de bij subgunningscriterium 2 genoemde doelstellingen en uitvraag blijkt dat de Staat inzicht wenst te verkrijgen in de werkwijze/processen van de inschrijver op het gebied van borging en monitoring van de kwaliteit van de dienstverlening en de voorgestelde samenwerking. Onderdeel van de vraagstelling is volgens de Staat ook dat de inschrijver inzichtelijk maakt wat hij van de deelnemer verwacht om zijn opdrachtnemerschap optimaal in te kunnen vullen. In de beantwoording van SIGV werd voldoende aandacht voor de rol van de deelnemer in dat proces gemist, nu het door SIGV geschetste proces voornamelijk naar binnen is gekeerd. SIGV heeft niet weersproken dat het wekelijkse projectteamoverleg zich intern afspeelt. Het valt dan ook niet in te zien waarom in dit geval sprake zou zijn van een onbegrijpelijke beoordeling, dan wel van procedurele of inhoudelijke onjuistheden en/of onduidelijkheden, die moeten leiden tot rechterlijk ingrijpen.
Bezwaar audits
4.13.
Ook de stelling van SIGV dat het oordeel van de beoordelingscommissie over de door SIGV uit te voeren audits berust op een onvolledige lezing van de inschrijving kan haar niet baten. SIGV merkt weliswaar terecht op dat zij de frequentie van de audits in haar inschrijving heeft benoemd en heeft aangegeven dat de audits conform de ISO 17100:2015 norm worden uitgevoerd, maar zij gaat er ten onrechte aan voorbij dat zij punten heeft laten liggen door onvoldoende toelichting te geven. Zo ontbrak nadere informatie over de relatie tussen de interval en inhoud van de audits en de monitoring van kwaliteit en juistheid en volledigheid van sturingsinformatie. Dat dit door de beoordelingscommissie kennelijk niet als volledig en concreet is aangemerkt valt binnen de beoordelingsvrijheid van de beoordelingscommissie en is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onbegrijpelijk.
4.14.
De voorzieningenrechter concludeert dat de beoordelingscommissie bij subgunningscriterium 2 in redelijkheid heeft kunnen komen tot de gegeven beoordeling ‘voldoende’.
Subgunningscriterium 3: IT-voorziening
Bezwaar pupiltraject
4.15.
Een andere klacht van SIGV is dat de beoordelingscommissie de door haar voorgestelde maatregel met betrekking tot het pupiltraject ten onrechte niet op waarde heeft geschat. SIGV stelt dat zij als huidige opdrachtnemer voor vertaalopdrachten bij Nidos een probleem heeft gesignaleerd dat leidt tot vertraging van het pupiltraject. In haar inschrijving heeft SIGV een voorstel gedaan om dit probleem te verhelpen, te weten het toevoegen van individuele gebruikersaccounts per besteller. De beoordelingscommissie heeft geoordeeld dat het probleem niet wordt herkend, aangezien het risico bij de deelnemer (in dit geval Nidos) ligt en in de praktijk geen probleem vormt. Anders dan SIGV meent, komt dit oordeel de voorzieningenrechter niet onbegrijpelijk voor. De Staat heeft gemotiveerd toegelicht dat het door SIGV gesignaleerde probleem zover bekend een incident betreft en SIGV heeft haar andersluidende stellingen ter zake niet nader onderbouwd. Verder heeft de Staat er op gewezen dat de beoordelingscommissie voor perceel 2 bestond uit beoordelaars die allemaal werkzaam zijn voor het Nidos, zodat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat zij voldoende deskundig zijn op het gebied waar de aanbesteding op ziet. SIGV heeft haar stellingen vervolgens ook op dit punt niet nader onderbouwd. Bij die stand van zaken kan de voorzieningenrechter, die terughoudend moet toetsen, niet vaststellen dat het oordeel van de beoordelingscommissie evident onjuist en de gunningsbeslissing ondeugdelijk is. De stellingen van SIGV op dit punt worden daarom verworpen.
Bezwaar SLA rapportages
4.16.
Tot slot heeft SIGV aangevoerd dat de door haar voorgestelde wijze van het versturen van SLA-raportages – via e-mail, in een beveiligd Excel-bestand – staande praktijk is bij het Nidos en de beoordelingscommissie deze toepassing ten onrechte niet op waarde heeft geschat. Ook dit bezwaar wordt door de voorzieningenrechter verworpen. De Staat heeft er onweersproken op gewezen dat het per e-mail versturen van een beveiligd Excel bestand, waarvan de toegangscode wordt ge-sms’t, niet wenselijk is, nu dat tot fouten in de verzending van de SLA-rapportages dan wel de toegangscode kan leiden. SIGV heeft haar standpunt ter zake niet nader onderbouwd en bovendien geldt ook hier dat de beoordelingscommissie voor perceel 2 bestond uit beoordelaars die allemaal werkzaam zijn voor het Nidos. Het oordeel van de beoordelingscommissie dat de toepassing van een beveiligd Excel-bestand zoals door SIGV is voorgesteld niet wenselijk is, is voorbehouden aan de beoordelingscommissie en niet onbegrijpelijk of evident onjuist.
4.17.
De voorzieningenrechter concludeert dat de beoordelingscommissie bij subgunningscriterium 3 in redelijkheid heeft kunnen komen tot de gegeven beoordeling ‘voldoende’.
Slotsom
4.18.
Slotsom is dat SIGV niet aannemelijk heeft weten te maken dat op de door haar genoemde punten sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling, dan wel procedurele of inhoudelijke onjuistheden en/of onduidelijkheden, die ertoe zouden moeten leiden dat de voorzieningenrechter – ondanks de beperkte toetsingsruimte zoals vermeld onder 4.2 – moet concluderen dat de beoordeling van de inschrijving van SIGV door de beoordelingscommissie niet deugt. Niet gebleken is dat de Staat in strijd heeft gehandeld met de beginselen van gelijke behandeling en transparantie. Voor de gevorderde hernieuwde beoordeling is dus geen plaats. De vorderingen van SIGV zullen daarom worden afgewezen.
Proceskosten
4.19.
SIGV is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Staat worden begroot op:
- griffierecht € 688,--
- salaris advocaat € 1.107,--
- nakosten € 178,-- (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 1.973,--
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van SIGV af;
5.2.
veroordeelt SIGV in de proceskosten van € 1.973,--, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als SIGV niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet SIGV € 92,-- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
veroordeelt SIGV in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.
fjs

Voetnoten

1.De verschillen zijn alleen weergegeven bij subgunningscriteria 1 en 2, omdat SIGV bij perceel 3 geen bezwaren heeft geuit over de beoordeling van subgunningscriterium 3.