ECLI:NL:RBDHA:2024:18978
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.F.I. Sinack
- B.F.Th. de Roos
- S.E. van de Merbel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen en toepassing van nieuwe werkinstructie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Guinese nationaliteit, had op 7 april 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen dit besluit behandeld op 23 oktober 2024. Eiser stelde dat hij werkzaam was bij het ministerie van Milieu en dat hij na zijn arrestatie en detentie in Guinee was ontsnapt. De rechtbank oordeelde dat de geloofwaardigheid van eisers asielmotieven niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank volgde de beoordeling van de minister, die had geconcludeerd dat eisers verklaringen niet samenhangend en aannemelijk waren. De rechtbank wees erop dat eiser geen originele documenten had overgelegd om zijn identiteit te staven en dat zijn verklaringen over zijn detentie en ontsnapping tegenstrijdig waren. Eiser had ook niet alle relevante elementen overgelegd die zijn asielaanvraag konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond was en dat het bestreden besluit in stand bleef. Eiser kreeg geen gelijk en de rechtbank wees de proceskosten af.