ECLI:NL:RBDHA:2024:18958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid van Kroatië voor behandeling van verzoek om internationale bescherming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. O.C. Bondam, in beroep ging tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Het bestreden besluit, gedateerd 18 september 2024, hield in dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling werd genomen omdat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn verzoek. Tijdens de zitting op 14 november 2024 is eiser niet verschenen, terwijl de verweerder, vertegenwoordigd door mr. S.J.R.R. Brock, wel aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in beroep niet langer betwist dat hij eerder in Kroatië een asielaanvraag heeft ingediend. Tevens is gebleken dat de Kroatische autoriteiten de claim van Nederland om eiser terug te nemen hebben aanvaard, en dat de termijnen uit de Dublinverordening zijn gerespecteerd. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat Kroatië de verantwoordelijke lidstaat is voor de behandeling van eisers verzoek om internationale bescherming.
De rechtbank heeft de enige beroepsgrond van eiser, dat er geen daadwerkelijke aanvaarding van het terugnameverzoek zou zijn, verworpen. De reactie van de Kroatische autoriteiten op het terugnameverzoek bevestigde expliciet de aanvaarding van de claim van Nederland, en de rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en geanonimiseerd gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.