Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Asielaanvraag
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring opgelegd aan een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Minister van Asiel en Migratie op 3 oktober 2024, met als doel de identiteit of nationaliteit van de eiser vast te stellen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 14 oktober 2024 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de zware gronden voor de maatregel van bewaring, zoals vermeld door de Minister, niet heeft betwist. De rechtbank concludeert dat de gronden voldoende gemotiveerd zijn en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is. Eiser heeft ook verduidelijking gevraagd over zijn asielaanvraag, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat deze aanvraag niet was ingetrokken. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring onrechtmatig was, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 oktober 2024, en er is een rechtsmiddel voorzien tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.