ECLI:NL:RBDHA:2024:18874
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep tegen maatregel van vreemdelingenbewaring
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring die op 6 juni 2024 door de Minister van Asiel en Migratie aan de eiser is opgelegd. De eiser, die stelt van Algerijnse nationaliteit te zijn, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister een voortgangsrapportage heeft overgelegd en dat de eiser hierop heeft gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat de eiser zijn actieve en volledige medewerking moet verlenen aan het verkrijgen van verifieerbare gegevens die nodig zijn voor zijn uitzetting. De eiser heeft tijdens een vertrekgesprek op 26 september 2024 gesteld dat zijn echte naam Soufiane Bendoukhane is en dat hij een paspoort heeft in Algerije. Echter, de rechtbank oordeelt dat de eiser niet voldoende heeft onderbouwd dat hij voldoet aan zijn medewerkingsverplichting, aangezien hij geen verifieerbare informatie heeft aangeleverd.
De rechtbank concludeert dat de minister niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de door de eiser gestelde gegevens niet aan de Algerijnse autoriteiten te overleggen. De rechtbank is van oordeel dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld in de procedure. Het beroep van de eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.