ECLI:NL:RBDHA:2024:18841

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
23/7422
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart passagiers op basis van continu afhankelijkheid van hulp

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart passagiers. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden afgewezen op basis van een medisch advies dat stelde dat eiseres niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder. Eiseres had op 7 juli 2023 de aanvraag ingediend, maar het college handhaafde de afwijzing na een bezwaarprocedure. De rechtbank heeft de zaak op 14 november 2024 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar neef en de gemachtigde van het college aanwezig was.

De rechtbank oordeelt dat de criteria voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart passagiers strikte voorwaarden vereisen, waaronder een loopbeperking en continu afhankelijkheid van hulp van de bestuurder. De rechtbank concludeert dat het college zich terecht heeft gebaseerd op het medisch advies, dat stelde dat eiseres niet continu afhankelijk is van de bestuurder. Eiseres kan zich met behulp van een rollator over korte afstanden verplaatsen en kan in bepaalde situaties alleen gelaten worden. De rechtbank erkent de vervelende situatie voor eiseres, maar benadrukt dat de regels voor het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart niet alleen op basis van een loopbeperking kunnen worden verstrekt.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. Eiseres kan echter een nieuwe aanvraag indienen als haar gezondheid verder is verslechterd, en het college heeft toegezegd deze aanvraag met spoed te behandelen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/7422

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, het college

(gemachtigde: I. Specker).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart passagiers.
1.1.
Het college heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 24 juli 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 26 september 2023 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, bijgestaan door haar neef [naam] en de gemachtigde van het college.

Wat aan de procedure vooraf ging

2. Eiseres heeft op 7 juli 2023 een aanvraag ingediend om een gehandicaptenparkeerkaart. Het college heeft naar aanleiding van deze aanvraag medisch advies gevraagd aan Salude Medisch Advies. Eiseres is bij de adviserende arts op het spreekuur geweest op 19 juli 2023. In de rapportage ‘Rapportage Advies Parkeervoorziening’ van 19 juli 2023 heeft de adviserende arts geconcludeerd dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor een gehandicaptenparkeerkaart als bijrijder.
2.1.
Vervolgens heeft het college bij het primaire besluit, met verwijzing naar het medisch advies, de aanvraag afgewezen. Om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerkaart passagiers moet onder andere sprake zijn van een situatie waarin de betrokken passagier continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder voor het vervoer van deur tot deur. Dat daarvan sprake is bij eiseres, is niet vastgesteld door de adviserende arts, aldus het college.
2.2.
Bij het bestreden besluit heeft het college het primaire besluit gehandhaafd. Eiseres voldoet slechts aan een van de twee voorwaarden van artikel 1, eerste lid, onder b, van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. De adviserende arts heeft vastgesteld dat eiseres niet meer dan 30 meter kan lopen met behulp van een rollator. Hiermee voldoet ze aan een van de voorwaarden. Eiseres is echter niet de hele tijd afhankelijk van de hulp van de bestuurder. Eiseres kan even alleen gelaten worden terwijl de bestuurder de auto parkeert. Er kan geen uitzondering worden gemaakt voor eiseres, aldus het college.
3. Eiseres stelt dat zij wel voldoet aan beide voorwaarden van artikel 1, eerste lid, onder b, van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. De arts van Salude heeft op 19 juli 2023 al vastgesteld dat zij niet in staat is om zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan één stuk kan lopen. Eiseres stelt dat zij zich niet 100 meter kan verplaatsten zonder de hulp van de bestuurder. Zij is afhankelijk van een rollator of een rolstoel om zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter af te leggen. Zij kan haar rolstoel of rollator niet uit het voertuig halen en weer terugplaatsen in het voertuig. Hieruit volgt dat zij hulp van de bestuurder nodig heeft aan het begin en aan het einde van het af te leggen traject. Zij heeft dus hulp nodig bij het in- en uitstappen van het voertuig. Ter onderbouwing heeft zij verwezen naar punt 57 en punt 58 van het document over de gehandicaptenparkeerkaart van de Vereniging Nederlandse Gemeenten van augustus 2019. [1]
Eiseres stelt verder dat zij door de afwijzing noodgedwongen in het donker, in de kou en/of stromende regen moet blijven staan terwijl de bestuurder de auto gaat halen of verderop parkeert. Zij lijdt aan longfibrose en gure weersomstandigheden kunnen ernstige nadelige gevolgen veroorzaken voor haar lichamelijke conditie. Daarnaast is er de mogelijkheid dat zij overvallen wordt als ze alleen is en zij kan zich onmogelijk verzetten door haar lichamelijke conditie.
Ter zitting heeft eiseres nog aangevoerd dat haar lichamelijke conditie inmiddels verder achteruit is gegaan.

Beoordeling door de rechtbank

4. De toepasselijke wet- en regelgeving staat in de bij deze uitspraak horende bijlage.
5. Om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerkaart passagiers moet er bij de aanvrager in elk geval sprake zijn van een loopbeperking. Daarnaast moet er sprake zijn van continu afhankelijkheid van hulp van de bestuurder van deur tot deur. Dit staat in artikel 1 van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. In dit geschil zijn partijen enkel verdeeld over de vraag of eiseres voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder.
6. Het criterium van ‘continu afhankelijk zijn van de bestuurder’ is uitgewerkt in de Richtlijn Gehandicaptenparkeerkaart 2022 van de Vereniging Artsen Volksgezondheid. Het college heeft in het verweerschrift ook naar die richtlijn verwezen. Uit de richtlijn (punt 2.4) blijkt dat onder continu hulp wordt verstaan: de medische noodzaak tot het non-stop aanwezig zijn van fysieke en/of mentale begeleiding, toezicht en oppassing buitenshuis. Dit betekent dat de aanvragende passagier in een onbekende omgeving niet (even) alleen gelaten kan worden, omdat zich dan een ernstig probleem zou kunnen voordoen als gevolg van een kwetsbaarheid op somatisch, psychiatrisch of verstandelijk gebied.
7. De rechtbank is van oordeel dat het college zich heeft mogen baseren op het medisch advies. Uit dat advies blijkt dat de adviserende arts van mening is dat eiseres niet continu afhankelijk is van hulp van de bestuurder. Er zijn geen aanwijzingen dat de keuringsarts de gezondheidstoestand van eiseres daarbij niet juist heeft beoordeeld. Dat betekent dat moet worden aangenomen dat eiseres, wanneer zij zich buiten het voertuig met behulp van een rollator over een korte afstand verplaatst, niet voortdurend afhankelijk is van de hulp van de bestuurder, en dat zij in voorkomend geval even alleen gelaten kan worden terwijl de bestuurder van de auto, nadat hij heeft geholpen met het uitladen van de rollator, een parkeerplaats zoekt. De rechtbank begrijpt goed dat dit voor eiseres, gezien haar loopbeperking, een vervelende situatie is. Voor de toekenning van een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier gelden echter strikte voorwaarden en criteria, die tijdens een medisch onderzoek worden beoordeeld. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat een gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt aan passagiers enkel op basis van een loopbeperking.
8. Ter zitting is aan de orde geweest dat de beoordeling van het college ziet op de medische situatie van eiseres ten tijde van de aanvraag, medio juli 2023. Indien de gezondheid van eiseres inderdaad verder achteruit is gegaan dan kan zij een nieuwe aanvraag bij het college indienen. Het college heeft ter zitting toegezegd dat de aanvraag dan met spoed zal worden behandeld.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van mr. H.J. Verspuij-Fung, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage

Regeling gehandicaptenparkeerkaart
Artikel 1
1. Voor een gehandicaptenparkeerkaart kunnen in aanmerking komen:
a. bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;
b. passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;
c. bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;
d. bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, andere dan bedoeld onder a en b, die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, andere dan loopbeperkingen hebben;
e. het bestuur van instellingen ten behoeve van het personeel belast met het vervoer van bewoners die voldoen aan de criteria onder b, c of d.
2. Op de gehandicaptenparkeerkaart wordt met een hoofdletter B aangegeven of het een gehandicapte bestuurder betreft en een hoofdletter P of het een gehandicapte passagier betreft. Een combinatie van beide is mogelijk. Een gehandicaptenparkeerkaart, bestemd voor een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt aangeduid met een hoofdletter I.
3. De afgifte van de gehandicaptenparkeerkaart geschiedt niet elektronisch.
Artikel 2
1. Een gehandicaptenparkeerkaart wordt niet afgegeven alvorens een geneeskundig onderzoek heeft plaatsgehad met betrekking tot de handicap van de aanvrager.
2. Een geneeskundig onderzoek kan achterwege worden gelaten, indien:
a. aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en aan de verstrekkende instantie bekend is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;
b. aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en de keurende instantie van oordeel is dat de aanvrager nog steeds voldoet aan de in artikel 1 omschreven criteria;
c. op grond van artikel 49, derde lid, van het BABW een gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt in verband met een kortstondig verblijf.
3. Een geneeskundig onderzoek wordt achterwege gelaten indien een gehandicaptenparkeerkaart is aangevraagd door het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e.
Artikel 3
1. Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door het gemeentelijk gezag, bedoeld in artikel 49 van het BABW, wordt het geneeskundig onderzoek verricht door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst dan wel - bij externe advisering - door een vanwege het gemeentelijk gezag aangewezen deskundige.
2. Ingeval de gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven door de Minister van Verkeer en Waterstaat, wordt het onderzoek verricht door een door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen arts, die niet de behandelend arts van de aanvrager is.

Voetnoten

1.http://mobiele-recreatie.nl/wp-content/uploads/2019/12/faq-gehandicaptenparkeerkaart-2015.pdf.