ECLI:NL:RBDHA:2024:18809

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
C/09/673386 / KG ZA 24-903
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot gedogen van onderzoek en werkzaamheden in huurwoning wegens lekkage

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Stek en een gedaagde huurder. De eiser, Woonstichting Stek, heeft de gedaagde opgeroepen om medewerking te verlenen aan onderzoek en herstelwerkzaamheden in haar huurwoning, die nodig zijn vanwege lekkages die het woongenot van de gedaagde en haar onderburen ernstig schaden. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien de lekkages niet alleen de gedaagde, maar ook de onderburen treffen, die mogelijk recht hebben op huurprijsvermindering of schadevergoeding.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Stek niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de gedaagde verplicht om het onderzoek en de werkzaamheden toe te laten. Indien de gedaagde weigert mee te werken, moet zij de woning tijdelijk ontruimen voor de duur van de noodzakelijke werkzaamheden. De rechter heeft ook de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, die in totaal € 1.717,72 bedragen, inclusief wettelijke rente over deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Stek direct kan overgaan tot uitvoering van het vonnis, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/673386 / KG ZA 24-903
Vonnis in kort geding van 24 oktober 2024
in de zaak van
WOONSTICHTING STEK, te Hillegom,
eiseres,
hierna te noemen: Stek,
advocaat: mr. E. de Ruiter,
tegen
[gedaagde], te [woonplaats] ,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Stek heeft op 7 oktober 2024 de dagvaarding doen uitbrengen overeenkomstig de aangehechte kopie en heeft ter zitting van 21 oktober 2024 bij de daarin opgenomen eis volhard.
1.2.
[gedaagde] is behoorlijk opgeroepen tegen die terechtzitting, maar zij is daar niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
Tijdens de zitting is vonnis bepaald op vandaag.

2.De beoordeling van het geschil

2.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Stek ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vordering in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is.
2.2.
Stek voert aan dat zowel [gedaagde] als haar onderburen last hebben van lekkages, waardoor hun woongenot ernstig wordt geschaad. De onderburen kunnen huurprijsvermindering vorderen op grond van artikel 7:207 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) en /of schadevergoeding op grond van artikel 7:208 BW. Stek wil dit, alsmede (verdere) schade aan de woning(en) voorkomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is hiermee het spoedeisende belang gegeven.
2.3.
De vordering komt de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voor en wordt daarom - op de wijze zoals hierna vermeld - toegewezen.
2.4.
Stek verhuurt sinds 1 juli 2000 de woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) aan [gedaagde] . Wanneer gedurende de looptijd van een huurovereenkomst dringende werkzaamheden aan het gehuurde moeten worden uitgevoerd, moet de huurder daartoe gelegenheid geven op grond van artikel 7:220 lid 1 BW. Dringende werkzaamheden zijn niet alleen reparaties, maar alle werkzaamheden die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld. [gedaagde] moet Stek dus in staat stellen om onderzoek en werkzaamheden uit te (laten) voeren. Stek heeft meerdere pogingen ondernomen een afspraak te maken met [gedaagde] . Dit is tot op heden niet gelukt. Het is daarom gerechtvaardigd [gedaagde] te verplichten onderzoek en werkzaamheden toe te laten. Vordering I wordt daarom toegewezen.
2.5.
Stek heeft daarnaast tijdelijke ontruiming van de woning gevorderd, indien [gedaagde] geen medewerking verleent onderzoek en reparatie uit te (laten) voeren. [gedaagde] pleegt obstructie en biedt geen gelegenheid tot het verrichten van de werkzaamheden. Er is dus grond voor een veroordeling medewerking te verlenen. [gedaagde] zal worden veroordeeld tot ontruiming als zij geen medewerking verleent. Deze plicht wordt beperkt en wel zo dat zij zal worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde gedurende de werkzaamheden, voor zover ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van die werkzaamheden. Gelet op het e-mailbericht van KBM van 17 oktober 2024 zal het eerste onderzoek zich richten op de condensafvoer van de cv-ketel en de badkamervloer. Indien hierna één of meer vervolgbezoeken noodzakelijk zijn, is het aan Stek zo concreet mogelijk aan te geven waar de (vervolg)werkzaamheden plaatsvinden en welk delen van de woning [gedaagde] in dat geval dient te ontruimen.
2.6.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Stek worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.717,72
2.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] te gedogen dat Stek, dan wel een door Stek in te schakelen derde, in de woning onderzoek doet naar een vanuit de woning afkomstige lekkage en zo nodig herstelwerkzaamheden uitvoert om deze lekkage te verhelpen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] , voor zover zij weigert aan de onder 3.1 opgenomen veroordeling te voldoen, uiterlijk binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, de woning tijdelijk, voor zover nodig bij herhaling (uiterlijk 24 uur tevoren kenbaar te maken per e-mail aan het bekende e-mailadres van [gedaagde] ) voor de duur van de noodzakelijk uit te voeren onderzoeken en werkzaamheden, te verlaten en de woning (deels) te ontruimen in zoverre als dat nodig is voor de te verrichten werkzaamheden en door Stek op voorhand is kenbaar gemaakt, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Stek, waarbij zij Stek de toegang tot de woning verschaft door tijdig de sleutels van de woning aan Stek (of een door Stek aan te wijzen derde) ter hand te stellen;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.717,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2024.
3425