ECLI:NL:RBDHA:2024:18784

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
NL24.29296
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser op grond van geloofwaardigheidsbeoordeling en negatieve belangstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse man van de Igbo bevolkingsgroep, had op 22 juli 2022 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Hij vreesde voor zijn leven bij terugkeer naar Nigeria, waar hij als een 'soft target' werd beschouwd vanwege zijn betrokkenheid bij de lokale markt en zijn connecties met politici. De minister van Asiel en Migratie had de asielaanvraag echter afgewezen, omdat de rechtbank de verklaringen van eiser over zijn positie als marktleider en de risico's die hij zou lopen bij terugkeer niet geloofwaardig achtte. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende had aangetoond dat hij in de negatieve belangstelling van de Nigeriaanse overheid staat of zal komen te staan. Eiser had ook geen overtuigende bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van zijn claims. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29296

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. I. Vugs).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 1 november 2024 op zitting behandeld. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [datum] 1975 en heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Hij heeft op 22 juli 2022 een asielaanvraag in Nederland ingediend. Hij legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser behoort tot de Igbo bevolkingsgroep en woonde in Nigeria in de staat Imo. De Nigeriaanse overheid voert in deze staat een programma uit dat bestaat uit het ontvoeren en vermoorden van jongemannen. Eiser is een soft target, omdat hij intelligent is en omdat hij invloed heeft op mensen. Hij ontmoette in zijn hoedanigheid als leider van de markt politici. Ook was hij lid van de Prayer Unit. Zijn woorden zijn daarom waardevol. Kennissen van eiser en ook eisers broer zijn in het verleden ontvoerd en vermoord. Eiser zal worden herkend en aangeduid als lid van de IPOB [1] bij terugkeer naar Nigeria. Hij vreest dat hij vervolgens zal worden ontvoerd en vermoord door de Nigeriaanse overheid.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag afgewezen als ongegrond. Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. Verweerder vindt het echter ongeloofwaardig dat eiser een soft target is van de Nigeriaanse overheid omdat hij leider is geweest van een markt.
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert daartegen het volgende aan. Verweerder heeft twee voornemens uitgebracht, namelijk op 15 juli 2024 en op 18 juli 2024. Verweerder heeft ten onrechte het voornemen van 15 juli 2024 niet ingetrokken. Het bestaan van twee voornemens naast elkaar is in strijd met de wet. Verder heeft verweerder onvoldoende onderbouwd waarom hij het ongeloofwaardig vindt dat eiser leider was van de markt. Eiser heeft hierover uitgebreid verklaard. Daarnaast wordt eiser vanwege zijn Igbo-afkomst gezien als iemand die sympathiseert met de IPOB en er waarschijnlijk lid van is. Daarbij wordt hij ook gezien als een potentieel gevaar vanwege zijn positie op de markt, zijn kennis, zijn contacten met politici en omdat hij lid was van de Prayer Unit. Tot slot stelt eiser dat hij zal worden gezien als een persoon met geld, omdat hij terugkeert vanuit Europa. Eiser heeft ook een nieuwsartikel van 30 juli 2024 overgelegd over gewelddadigheden in de staat Imo.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Eisers beroepsgrond dat verweerder ten onrechte het voornemen van 15 juli 2024 niet heeft ingetrokken, slaagt niet. In het bestreden besluit wordt namelijk onder het kopje ‘2. De procedure tot nu toe’ uitdrukkelijk vermeld dat het voornemen van 15 juli 2024 is ingetrokken en dat een nieuw voornemen is uitgebracht op 18 juli 2024. Hierdoor is het voldoende duidelijk dat het bestreden besluit alleen voortbouwt op het voornemen van 18 juli 2024.
5. Verder heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat eisers verklaringen over zijn positie als leider van de markt summier, niet concreet en onsamenhangend zijn. Verweerder overweegt niet ten onrechte dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij leider van de markt is geworden en welke taken en werkzaamheden hij daarbij uitvoerde. Ook heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser onsamenhangend heeft verklaard over de taken van de leider van de markt. Eiser heeft deze specifieke tegenwerpingen niet bestreden. De enkele stelling van eiser dat hij wel uitgebreid heeft verklaard, geeft geen aanleiding tot een andere conclusie.
6. Daarnaast heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de negatieve belangstelling staat of zal komen te staan van de Nigeriaanse overheid. Verweerder heeft terecht opgemerkt dat eiser heeft verklaard geen persoonlijke problemen te hebben ondervonden in Nigeria. Eisers stellingen dat hij vanwege zijn Igbo-afkomst zal worden beschouwd als lid van de IPOB, dat personen die terugkeren naar Nigeria vanuit Europa worden gezien als personen met geld én dat hij als lid van de Prayer Unit in de negatieve belangstelling staat van de Nigeriaanse autoriteiten, heeft hij niet onderbouwd met overtuigende verklaringen of met stukken. Het door eiser overgelegde internetartikel kan hem eveneens niet baten. Het artikel beschrijft een gebeurtenis waarbij een persoon in de staat Imo vier politieagenten heeft vermoord. Eiser heeft niet gesteld en toegelicht in welk opzicht dit artikel zijn asielrelaas ondersteunt.
7. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
8. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 12 november 2024 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Indigenous People of Biafra.