Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Surinaamse nationaliteit, heeft op 17 november 2022 asiel aangevraagd, maar zijn aanvraag werd op 29 september 2023 door de minister van Asiel en Migratie als kennelijk ongegrond afgewezen. De rechtbank heeft op 18 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn echtgenote en hun gemachtigden aanwezig waren.
Eiser stelt dat zijn problemen in Suriname voortkomen uit de inmenging van de ex-echtgenoot van zijn echtgenote, die volgens hem verantwoordelijk is voor de bedreigingen en problemen die hij ondervindt. De rechtbank oordeelt echter dat eiser geen concrete bewijsstukken heeft overgelegd die zijn claims onderbouwen. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat de verklaringen van eiser en zijn echtgenote niet objectief verifieerbaar zijn en dat er geen aannemelijk bewijs is dat eiser een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Suriname.
De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag terecht als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser heeft geen verschoonbare reden gegeven voor het uitstellen van zijn asielaanvraag en de rechtbank oordeelt dat verweerder het terugkeerbesluit en het inreisverbod terecht heeft opgelegd. De uitspraak wordt gedaan door mr. E. Broekhof, rechter, en de beslissing is openbaar gemaakt op 31 oktober 2024.