Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft vastgesteld dat de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, en het bestreden besluit dateert van 8 december 2023. De rechtbank heeft de zaak op 2 februari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiseres heeft aangevoerd dat Nederland de verantwoordelijkheid voor de behandeling van haar asielaanvraag had moeten nemen, omdat haar Nederlandse echtgenoot in Nederland verblijft. De rechtbank stelt echter vast dat de gezinsbepalingen van de Dublinverordening, met name artikel 9, niet van toepassing zijn, omdat de echtgenoot van eiseres niet langer als persoon met internationale bescherming in Nederland is toegelaten. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat het huwelijk van eiseres met een Nederlander geen bijzondere omstandigheid vormt die leidt tot onevenredige hardheid bij de overdracht naar Duitsland.
De rechtbank benadrukt dat de Dublinverordening niet bedoeld is om op reguliere gronden verblijf bij een gezinslid in Nederland te verkrijgen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en kan worden overgedragen aan Duitsland. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.