Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties 1 tot en met 18;
Rechtbank Den Haag
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiser [naam 1] een vordering ingesteld tegen gedaagde [naam 2] wegens tekortkomingen in de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. De overeenkomst, die op 21 juni 2022 werd ondertekend, betrof de verbouwing van appartementen door het bouwbedrijf van [naam 2]. De werkzaamheden zouden aanvankelijk tussen 28 juni 2021 en 15 september 2021 worden afgerond, maar dit is niet gebeurd. Eiser heeft in totaal € 64.688,20 betaald, maar de werkzaamheden zijn niet op tijd afgerond, wat heeft geleid tot een geschil over de uitvoering en betaling van extra werkzaamheden.
Eiser vordert een vervangende schadevergoeding van € 31.413,62, alsook kosten voor inspecties en herstelwerkzaamheden. Gedaagde heeft verweer gevoerd en vorderingen in reconventie ingesteld voor openstaande bedragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde in verzuim verkeert en heeft de vorderingen van eiser toegewezen, met uitzondering van enkele andere gevorderde bedragen. De rechtbank heeft de hoogte van de schadevergoeding vastgesteld op € 31.413,62, en heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.