ECLI:NL:RBDHA:2024:18486
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 14 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 22 mei 2023 was ingediend. De rechtbank heeft de zaak behandeld zonder zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 16 augustus 2024 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 22 november 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 was deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 22 augustus 2024 viel. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken. Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.